Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het overbruggen van de kloof tussen de mens en God

De kloof tussen de mens en God is net zolang onoverbrugbaar, zolang deze mens geen aanstalten maakt om dichter bij Hem te komen. Die afstand kan niet verminderd worden, als de mens zich hier niet van bewust is. Hij voelt zich noch met God verbonden, noch veraf van Hem staand, omdat hij de verbinding tussen de Schepper en Zijn schepselen niet beseft. En bijgevolg doet hij ook niets om een toestand te veranderen, die tegenwerkend aan God is. Hij ervaart geen scheiding van God, omdat hij meent niet oorspronkelijk met Hem verbonden te zijn geweest.

En deze onwetende toestand is zo buitengewoon nadelig voor de ziel van de mens. Dan streeft ze er niet naar om deze toestand te ontvluchten, maar ze voelt zich hier goed bij. En de kloof wordt niet minder, maar wordt eerder nog breder, omdat de mens, die zich niet met God verbonden voelt, ook geen leven in liefde leidt en daarom niet tot kennis komt. En elke verwijzing wijst hij af. Hij lacht er om en drijft er de spot mee en doet niet het minste om de kloof te overbruggen.

En daarom kan de mens nauwelijks redding gebracht worden, want goddelijke woorden door de mond van een mens gesproken, wijzen ze af. Ze schenken geen aandacht aan de gebeurtenissen rondom hen en geven er ook niet de betekenis aan, die deze hebben. Bijgevolg blijven ze achter in hun geestelijke ontwikkeling. Want onvermijdelijk moet God met Zijn kracht in hen werkzaam worden, maar dit is geheel uitgesloten, waar de wil en het verlangen naar God geen brug naar Hem bouwen.

Deze mensen zullen het aardse leven wel afleggen, maar niet op geestelijke successen kunnen bogen, want hun leven wordt volledig gescheiden van God afgelegd, is naar de wereld toegekeerd en zonder enig geestelijk streven. En aan het einde van hun aardse leven zijn ze nog net zo ver van God verwijderd, als ze aan het begin van hun belichaming als mens waren.

God probeert deze toestand op te heffen, doordat Hij Zich schijnbaar volledig isoleert. Dat wil zeggen dat Hij de mensen in hun zelfgekozen duisternis laat en Hij uit zich net zo lang niet, totdat ze een teken van Hem verwachten als bewijs van Zijn bestaan. En dan stuurt Hij hun dit teken, maar op een manier die hen weinig tevredenstelt. Hij laat de mensen Zijn macht zien, maar verder laat Hij hen onaangeroerd, om hun vrije wil niet te beperken. En de mens moet proberen om zich met die macht te verbinden, die hij niet wilde erkennen. Pas dan slaat hij een brug over de kloof en pas dan kan God Zichzelf aan hem te kennen geven, hem kracht en genade geven en hem helpen opwaarts te gaan.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Überbrücken der Kluft zwischen dem Menschen und Gott....

Unüberbrückbar ist die Kluft zwischen dem Menschen und Gott, solange jener nicht selbst Anstalten macht, Ihm näherzukommen. Die Entfernung kann nicht verringert werden, wenn der Mensch sich derer nicht bewußt ist. Er fühlt sich aber weder mit Gott verbunden, noch Ihm fernstehend, weil er den Zusammenhang des Schöpfers mit Seinen Geschöpfen nicht erkennt, und folglich tut er auch nichts, um einen Zustand zu ändern, der Gott-widrig ist.... Er empfindet keine Trennung von Gott, weil er sich nicht mit Ihm ursprünglich verbunden wähnt. Und dieser unwissende Zustand ist so überaus nachteilig für die Seele des Menschen. Denn sie strebt nicht danach, ihm zu entfliehen, sondern fühlt sich in ihm wohl. Und die Kluft verringert sich nicht, sondern wird eher noch vergrößert, weil der Mensch, der sich nicht mit Gott verbunden fühlt, auch kein Liebeleben führt und deshalb nicht zum Wissen kommt. Und jegliche Hinweise lehnt er ab, er verlacht und verspottet sie und tut nicht das Geringste, um die Kluft zu überbrücken. Und darum kann jenen Menschen schwerlich Rettung gebracht werden, denn göttliche Worte durch Menschenmund gesprochen, lehnen sie ab; des Geschehens um sich achten sie nicht oder legen ihm nicht die Bedeutung bei, die es hat; folglich bleiben sie in ihrer geistigen Entwicklung zurück. Denn unweigerlich muß Gott mit Seiner Kraft in ihnen wirken, dies aber ist gänzlich ausgeschlossen, wo der Wille und das Verlangen nach Gott nicht eine Brücke bilden zu Ihm. Es werden diese Menschen wohl das Erdenleben zurücklegen, jedoch geistigen Erfolg nicht aufweisen können, denn ihr Leben geht völlig getrennt von Gott, der Welt zugewandt und ohne jegliches geistige Streben. Und sie sind am Ende ihres Erdenlebens noch genau so Gott-fern, wie sie zu Beginn ihrer Verkörperung auf Erden als Mensch waren. Diesen Zustand sucht Gott zu beheben, indem Er Sich scheinbar völlig isoliert, d.h., Er läßt die Menschen in ihrer selbstgewählten Dunkelheit und äußert Sich nicht, so lange, bis sie ein Zeichen von Ihm erwarten als Beweis Seiner Existenz.... Und dann sendet Er ihnen dieses Zeichen, doch in einer sie wenig befriedigenden Weise.... Er beweiset den Menschen Seine Macht, lässet sie aber sonst unberührt, um ihren freien Willen nicht zu beschränken. Und es muß der Mensch versuchen, sich zu verbinden mit der Macht, Die er nicht anerkennen wollte. Dann erst schlägt er eine Brücke über die Kluft, und dann erst kann Gott Selbst Sich ihm erzeigen, ihm Kraft und Gnade vermitteln und ihm zum Aufstieg verhelfen....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde