B.D.-Nr. 2339

Aardse macht – Mislukking – Rechteloosheid en vervolging

Aardse machten zijn tegen de goddelijke macht tot niets in staat en steeds waar deze ten opzichte die laatste terrein wil winnen, daar zal ze een smadelijke mislukking meemaken. Want het is de wil van God, dat Zijn macht ook herkend wordt door diegenen, die alleen maar de aardse macht vrezen.

En zo breekt er een tijd aan, waar die mens, die niet buigen wil voor een macht die de Heer over de hemel en de aarde niet eerbiedigt, rechteloos gemaakt wordt. Die mensen, die in het geloof in God leven, zullen beseffen dat deze macht iets van hen eist, wat strijdig is met de geboden en haar nu weigeren te gehoorzamen.

Het zal een zware tijd zijn, want de aardse macht zal met alle strengheid optreden en zodoende moet de mens voor God of deze aardse macht kiezen. Wie zijn aardse leven liefheeft, zal God verraden en door de wereld gewaardeerd worden. Maar wie God meer liefheeft dan zijn leven, die zal door de wereld gesmaad worden en verachting, rechteloosheid en vervolging is zijn lot.

Want schijnbaar triomfeert de aardse macht. Maar slechts voor korte tijd. Slechts zo lang, tot de mensheid duidelijk herkent, wie deze aardse macht bestuurt. Dan komt God Zelf in actie. Hij bewijst Zijn macht. Hij bewijst, dat Hij de Heer is over de hemel en de aarde. Dat de aardse macht niets tegen hem uit kan richten, maar door Zijn macht overweldigd wordt.

Want nu is de tijd gekomen, waar de mensheid beseft, dat ze tegenover de natuurkrachten tot niets in staat is. Waar ze een Leider moet erkennen, een wil, die elke aardse wil bedwingt, dat wil zeggen deze zonder uitwerking laat zijn. De tijd is gekomen, waarin alle plannen en overwegingen overhoopgehaald worden door goddelijk ingrijpen. Waar de mensen tot niets in staat zijn, ofschoon ze aards nog zulke grote vaardigheden of bevoegdheden hebben. Ze zullen klein worden bij het zien van dat, wat de goddelijke wil over de mensen laat komen. Ze zullen hun machteloosheid beseffen en zichzelf macht voor willen spiegelen, doordat ze des te meedogenlozer optreden tegen de belijders van God en hen elk recht betwisten.

Maar God helpt hen en hoe onrechtvaardiger het optreden tegen hen is, des te meer treedt de wil van God en Diens onbeperkte macht aan de oppervlakte. De machteloosheid van degenen die God verloochenen, die Hem onteren en Hem de almacht ontzeggen, wordt duidelijk. En degene, die zich groot waant, zal klein worden. Wat zich machtig waant, zal zwak zijn en degenen die in vol geloof op God vertrouwen, zullen de kracht van het geloof voelen en machtiger zijn dat de machthebbers van de wereld. Want het geloof is tot alles in staat, omdat God een sterk geloof niet verloren laat gaan en Hij bewijst Zichzelf als een macht, waaraan alles in de hemel en op aarde onderworpen moet zijn.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.