B.D.-Nr. 2310
De geringste weerstand vermindert de werking van de krachtuitstraling uit God, omdat de volledige wil nodig is om een geschenk van God in ontvangst te kunnen nemen, omdat anders de krachtschenking het wezen tegen zijn wil toegestuurd zou worden en dat zodoende een opwaartse ontwikkeling onder dwang zou betekenen. Alleen de voor de instandhouding van het wezen benodigde levenskracht wordt de mens ook zonder zijn wil toegestuurd. Toch kan hij deze levenskracht ook onbenut laten voor de opwaartse ontwikkeling en hij moet dus eerst zijn wil actief laten worden voor het gebruik van deze hem toegestuurde levenskracht.
De zwakte van de wil is een gebrek, waarvoor het wezenlijke zelf verantwoordelijk gesteld wordt, want de kracht voor de uitvoering van zijn wil wordt hem voortdurend toegestuurd, zolang de mens op aarde verblijft, dus wat de mens wil, dat kan hij ook uitvoeren, als het de omvorming van zijn ziel betreft. Want dit vereist enkel een leven in liefde. En ieder mens kan zich tot liefde vormen, zodra hij er maar de wil toe heeft. Hij kan goed zijn tegenover zijn medemensen en dat is alles, wat God als bewijs van zijn liefde voor Hem van de mens verlangt.
En om goed te zijn, hoeft de mens alleen maar te willen. Dan zal hij het ook kunnen, want God geeft hem daar de kracht voor, doordat Hij hem het leven gegeven heeft en in stand houdt. Hij eist niets dan liefde van de mensen, want de mensen zijn uit liefde voortgekomen en moeten na een eindeloos lang tijd van scheiding van Degene, Die liefde in Zichzelf is, weer terugkeren naar Hem en dit kunnen ze alleen maar weer door de liefde.
De krachtuitstraling van God is een doen toekomen van de goddelijke liefde, dus een daad van genade, die de bereidwilligheid om te accepteren veronderstelt, want de liefdesuitstraling uit God kan alleen maar op hen gericht worden, die bewijzen de liefde van God waardig te zijn, naar deze verlangen en dus het hart openen voor de goddelijke liefdesstroom. De goddelijke liefde ontzegt hun niets. Ze schenkt zichzelf aan hen in het woord, dat het grootste liefdesbewijs van God voor de mensen is en tot in alle eeuwigheid blijven zal.
Amen