Oni na koje Moja Riječ ne ostavlja utisak se nalaze u sjeni smrti, ne prepoznaju svjetlo jer svjesno zatvaraju oči pošto im je tama draža i time si spriječavaju ulazak svjetla. Njihov pogled je usmjeren ka svijetu, odakle neprestano svijetle lažna svjetla koja zaslijepljuju oko, tako da ova blaga svjetlost koja svijetli iz duhovne sfere ne biva zamijećena, ili se na nju zbog svjetovnog svjetla ne obraća pažnja. Takvi ljudi su skroz u svjetovnom, i približi li im se glasnik/apostol svjetla sa Mojom Riječju koja im savjetuje da prevladaju/pobjede svijet(ovno), da se odreknu zemaljskih dobara radi duševnog zdravlja, oni se nevoljno opiru, jer im je duševni život nebitan pojam, jer se ne žele odreći svjetovnih užitaka, jer se u njima osjećaju dobro; ali oni time srljaju u duhovnu smrt. Moja Riječ bi im mogla donijeti duhovna blaga, Moja Riječ bi im mogla dati svjetlo koje bi im dobrotvorno dotaklo dušu, Moja Riječ bi ih mogla probuditi u vječni zivot, ali propali/zapali su u svjetovno i traže ga i žude samo za onim što im tijelu stvara ugodu. I pored svjetovnog svjetla u njima ostaje mračno.... Zato im želim pomoći, da nauče prezreti svjetovne stvari time što im svjetovna dobra predstavljam kao nestalna i beskorisna, time što dopuštam da im i tijelo slabi i time što im pred oči prizivam kraj njihovih tjelesnih životâ. Ja puštam/dajem da se ono što se čovjeku čini najpoželjnije raspadne i nestane, da ljudi dospiju u zemaljske muke i nevolje, da podnose/dožive patnju i bolest, i da spoznaju da im svijet ne donosi pomoć. Dopuštam da ljudi padnu iz zemaljskih/svjetovnih visina, da bogatstvo bude zamjenjeno siromaštvom, uvijek jedino u svrhu spoznavanja beskorisnosti i nepostojanosti onoga za čim žude, i Ja im uvijek iznova približavam Moju Riječ, kako bi u Njoj tražili i pronašli zamjenu za ono što su svjetovno izgubili.... Ja dajem/puštam da dospiju u tamu, gdje više ne svijetle lažna svjetla, da bi spazili blagu svjetlost od gore i da bi joj se okrenuli/posvetili, kako bi utekli od noći smrti prema svjetlu života....
I zato na Zemlji nikad neće prestati patnja, jer Ja k Sebi uvijek želim privlačiti ljude koji su Mi još daleki i koji su podani knezu svijeta, a čiji će životi uskoro biti završeni bez da su njihovim dušama donijeli uspjeha zbog kojega su (one) na ovoj zemlji utjelovljene. I Ja uvijek dajem da u tami zasjaji svjetlo, i tko dozvoli da ga njegov blagi sjaj obasja, biti će postepeno premješten iz tame u svitanje, koje će mu prijati, i potreba za svjetlom će u njemu rasti.... Moja će Riječ dotaći njegovo srce, on će Ju prepoznati kao Očevu Riječ punu ljubavi, kao jedini put ka životu, i iz sjene smrti će mu duša prijeći u zemlju svjetla, u vječni život.
AMEN
TranslatorWie niet onder de indruk is van mijn woord, die staat in de schaduw van de dood. Hij herkent het licht niet omdat hij bewust zijn ogen sluit, omdat hij de duisternis verkiest en dus het licht de toegang blokkeert. Hij houdt zijn blik op de wereld gericht, vanwaar voortdurend dwaallichten opflitsen en zijn ogen verblinden, zodat hij het zachte licht dat uit het geestelijke rijk straalt niet ziet of hij schenkt er geen aandacht aan ter wille van het wereldse. Al het aardse neemt hem in beslag. En treedt hem nu een bode van het licht tegemoet met mijn woord, dat hem aanraadt de wereld te overwinnen, af te zien van aardse goederen ter wille van het heil van zijn ziel, dan keert hij zich onwillig af omdat het leven van de ziel hem niets zegt, omdat hij de wereld niet wil opgeven, omdat hij zich er goed in voelt, en dus gaat hij de geestelijke dood tegemoet.
Mijn woord zou hem geestelijke schatten kunnen opleveren. Mijn woord zou hem een licht kunnen geven dat zijn ziel weldadig beroert. Mijn woord zou hem kunnen opwekken tot het eeuwige leven, maar hij is een prooi van de wereld en zoekt en begeert alleen wat zijn lichaam welbehagen verschaft. Het blijft duister in hem, ondanks het schijnlicht van de wereld. Daarom wil Ik hem helpen de wereld te leren verachten, doordat Ik hem ook haar goederen als onbestendig en waardeloos presenteer, doordat Ik ook zijn lichaam zwak laat worden en hem het einde van zijn leven voor ogen houd. Ik laat ook dat, wat de mens het meest begerenswaardig toeschijnt, aftakelen en teloorgaan. Ik laat de mens in aardse nood en benauwenis geraken. Ik laat hem leed en ziekte dragen en Ik laat hem inzien dat de wereld hem geen hulp biedt. Ik laat het toe dat de mens van aardse hoogte neerstort, dat op grote rijkdom armoede volgt, steeds alleen met het doel dat hij de waardeloosheid en onbestendigheid leert inzien van datgene wat hij begeert. En Ik laat hem steeds weer kennismaken met mijn woord, opdat hij hierin vervanging zal zoeken en vinden voor dat wat hij aards heeft verloren. Ik laat hem in duisternis geraken, waar geen schijnlicht meer straalt, opdat hij het zachte licht van boven ziet en zich er naartoe keert, opdat hij uit de nacht van de dood wegvlucht naar het licht van het leven.
En daarom zal op aarde het leed nooit ophouden, omdat Ik steeds weer die mensen naar Mij toe wil trekken, die nog ver van Mij verwijderd zijn en onderdanig aan de vorst van de wereld, maar wier levensloop spoedig ten einde is zonder de ziel het resultaat te hebben opgeleverd ter wille waarvan ze op de aarde is belichaamd. En Ik laat overal een licht stralen in de duisternis. En wie zich door zijn zachte schijnsel zal laten bestralen, die zal eerst uit de duisternis in een schemerlicht worden verplaatst. Het zal hem goed doen en in hem zal het verlangen naar licht groeien. Mijn woord zal zijn hart beroeren. Hij zal het herkennen als liefdevol woord van de Vader, als enige weg naar het leven. En uit de schaduw van de dood zal zijn ziel het land van het licht, het eeuwige leven binnengaan.
Amen
Translator