Compare proclamation with translation

Other translations:

Traditional faith.... obedience.... free choice....

A clear judgement of what is truth and what is error will only be possible for a person who has the firm will to stand in the right knowledge. But this will is usually lacking in those whose faith has already been forced into a certain mould, who therefore have no faith of their own but only call a traditionally adopted one their own. A certain obedience has been nurtured in them, which God also credits to them as a virtue, as they believe that they are thereby also living in a way that is pleasing to Him. Nevertheless, man lacks something of importance.... the free decision, i.e. a realization that causes the free will to accept or reject what has traditionally been handed down to him. He has been taught obedience in such a way that he does not even consider taking a mental stand on the teachings he has been given. He feels neither entitled nor capable of scrutinizing and judging.... but accepts without contradiction everything that is conveyed to him by teachers, because he only assumes that they are telling the truth. He completely ignores human errors and inadequacies and recognizes the teachers unquestioningly as authorized and infallible. Nor does he himself use the gifts with which God has endowed him, reason and judgement, which are the prerogative of man over the animal and should therefore be used accordingly. Consequently, he cannot make any spiritual progress either, for this absolutely requires that he himself is intellectually active, i.e. that he uses his intellect and his free will in order to gain knowledge. But he is prevented from doing so, or he allows himself to be hindered by existing doctrines of faith which make the use of intellect or free will unnecessary, thus they are supposed to be accepted without thinking, but this can never result in a living faith. This is a deplorable state of affairs which is an obstacle to higher spiritual development, for such teachings are not suitable for kindling love for God, i.e. for bringing people closer to God. Every thinking person will experience it as spiritual freedom if he can deal with his own thoughts; if he is not forced to live in other people's thinking.... Likewise, he must also have the right to think through for himself what is offered to him as truth and to take a stand on it. For only then is his free will active and the human being makes a decision. Before that, however, it is not possible to speak of his own decision, and this is a shortcoming which greatly impairs the soul's higher development, which is why the bearers of truth and light-giving beings tirelessly fight against it....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Traditioneel geloof - Gehoorzaamheid - Vrije beslissing

Een duidelijke beoordeling van datgene wat waarheid is en wat dwaling, zal alleen mogelijk zijn voor de mens die de vaste wil heeft juiste kennis te hebben. Maar deze wil ontbreekt meestal bij diegenen wier geloof al in een bepaalde vorm werd gedrongen, die dus geen eigen verworven geloof hebben, maar alleen een traditioneel overgenomen geloof het hunne noemen. Ze zijn met een zekere gehoorzaamheid grootgebracht, die God hun ook aanrekent als deugd. Ze geloven immers daardoor ook naar Zijn welgevallen te leven. Toch mist de mens iets belangrijks: de vrije wilsbeslissing, dat wil zeggen: het inzicht dat de vrije wil aanleiding geeft datgene aan te nemen of af te wijzen, wat hem traditioneel werd overgeleverd. De gehoorzaamheid is hem door opvoeding zo aangeleerd, dat hij het niet eerst in overweging neemt zelf in gedachten een standpunt in te nemen tegenover de leren die hem werden aangeboden. Hij voelt zich noch gerechtigd, noch in staat te onderzoeken en te oordelen. Veeleer neemt hij alles zonder tegenspraak aan wat door leerkrachten aan hem wordt doorgegeven, omdat hij bij dezen alleen waarheid veronderstelt. Menselijke fouten en onvolkomenheden schakelt hij helemaal uit en zonder twijfel erkent hij de leraren als bevoegd en onfeilbaar. Zelf maakt hij ook geen gebruik van de gaven waarmee God hem heeft uitgerust: het verstand en het vermogen te oordelen, waarmee de mens bevoorrecht is tegenover het dier en wat hij vervolgens dus ook moet gebruiken. Bijgevolg kan hij ook geen geestelijke vooruitgang boeken, want daar is absoluut voor vereist dat hij zelf met zijn gedachten actief is, dat hij dus zijn verstand en zijn vrije wil gebruikt om tot inzicht te komen. Maar hij wordt daarbij gehinderd, of hij laat zich hinderen, door bestaande geloofsleren, die een gebruik van het verstand of van de vrije wil overbodig maken. Die dus zonder nadenken moeten worden aangenomen, wat echter nooit een levend geloof tot gevolg kan hebben. Dit is een misstand die voor de positieve geestelijke ontwikkeling belemmerend werkt, want zulke leren zijn niet geschikt om de liefde tot God te laten ontbranden, om dus het nader tot God komen te bewerkstelligen. Ieder denkend mens zal het als geestelijke vrijheid ervaren wanneer hij zich zelf grondig kan bezighouden met zijn gedachten, wanneer hij niet wordt gedwongen zich in het denken van andere mensen in te leven.

Evenzo moet hij ook het recht hebben om dat wat hem als waarheid wordt aangeboden, zelf te overdenken en daar een standpunt tegenover in te nemen. Want dan pas is zijn vrije wil actief en beslist de mens. Maar tevoren kan er niet van een eigen beslissing worden gesproken en dat is een tekortkoming die de positieve ontwikkeling van de ziel buitengewoon benadeelt, om welke reden daar ook onvermoeibaar tegen wordt gestreden door de dragers van de waarheid en de wezens die licht brengen.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte