Compare proclamation with translation

Other translations:

Worldly power.... righteous leadership....

In the worldly power the spiritual embodies itself, which is destined to rule on earth in order to again be a guide for many people on earth. The ruling power can likewise fulfil tasks on earth in the will of God if it humbly submits to Him, i.e. asks His blessing for everything it has to carry out according to its power.... Then the ruler will be a just and wise leader for the people, for God's will will then be revealed through him. The spiritual power of such a ruler is therefore likewise prepared to serve, and it has been given an office for earthly time which prescribes the leadership of many people. But now the leader must fulfil this task in such a way that the people entrusted to him derive an advantage from it, both earthly and spiritually. The ruler must not abuse his office by harming people in body or soul. Those entrusted to him must not suffer any earthly or spiritual disadvantage as a result of his ruling power, they must be happy and content under his rule and their state of mind must improve, then the ruler will exercise his power in accordance with divine will. And he then serves on earth even though he rules. For he gives an infinite number of people the opportunity to mature spiritually and at the same time he also exercises neighbourly love towards those for whom he makes earthly life bearable. However, if he abuses his power in order to oppress his subjects, if he tries to take advantage of them himself, if he uses violence, i.e. unkindness, against them, if he does not respect their property or otherwise causes them any physical or psychological harm, then his rule is not service which is God-willed but he is influenced by the adversary who fights love and only allows unkindness and hatred to speak. Then the people who are subject to such a ruler are endangered in body and soul. For unkindness will lead to unkindness again. People will inflict on each other what is inflicted on them by this power. Whoever is in danger of losing property will also want to take his neighbour's property, every injustice that the ruler inflicts on his people will be imitated, and people will harass and antagonize each other because they are following the example of the one who is supposed to be their leader. As he leads them, so these people go, they are, as it were, in bondage to him as long as they do not yet fully recognize him. They do the same as he does before them and believe themselves to be in the right, even if it is an act of unkindness. And the spirit harboured in such a ruler is far from redeeming itself.... It is still too much under the power of the opponent and does what he wants. And then the people are misled and in great danger, for the souls are likewise dominated by evil power. And that is why people must be made to realize that if they have a leader who does not carry out God's will but is in the service of evil, so that they may learn to judge his deeds and refrain from imitating them. A ruler should always be a shining example for his subjects, he himself should live in such a way that no blame can fall on him, he should acknowledge God and always seek His will, he should be a strict and just but also a kind judge who influences his people in love and tries to influence them so that they follow him gladly and willingly.... Then he will have great power over his people and use this power for good.... Then he will lead his people as God wills.... He will be their counsellor in earthly as well as in spiritual need, he will only be concerned to administer the office given to him justly and wisely, he will lead the people on the right path, he will pray to God for strength for his earthly task, and God will help him to be a just and loving ruler for his people....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Wereldse macht – Rechtvaardige leiding

Het geestelijke, dat ervoor bestemd is om op aarde te heersen, om weer voor veel mensen op aarde een leider te zijn, belichaamt zich in de wereldse macht. De heersende macht kan op aarde eveneens taken volgens de wil van God vervullen, als het zich in deemoed aan Hem onderwerpt, dus Zijn zegen vraagt voor alles, wat ze op grond van haar macht uit moet voeren. Dan zal de heerser een rechtvaardige en wijze leider voor het volk zijn, want door hem wordt Gods wil bekend gemaakt. De geestelijke kracht van zo’n heerser is zodoende eveneens tot dienen bereid en haar wordt voor de tijd op aarde een ambt gegeven, dat haar de leiding over veel mensen verplicht.

Maar nu moet de leider zich op zo’n manier van zijn taak kwijten, dat daar voor de hem toevertrouwde mensen voordeel uit voortvloeit, zowel aards als geestelijk. De heerser mag zijn ambt niet misbruiken, doordat hij de mensen aan lichaam of ziel schade berokkent. Degenen die aan hem toevertrouwd zijn, mogen noch aardse, noch geestelijke schade lijden door zijn heerschappij. Ze moeten onder zijn heerschappij gelukkig en tevreden zijn en hun zielentoestand moet beter worden, dan zal de heerser zijn macht overeenkomstig de goddelijke wil uitoefenen. En dan dient deze heerser op aarde, ofschoon hij heerst. Want hij geeft eindeloos veel mensen de mogelijkheid om wat de ziel betreft uit te rijpen en tegelijkertijd beoefent hij ook de naastenliefde jegens degenen, voor wie hij het aardse leven draaglijk maakt.

Maar als hij zijn macht misbruikt om zijn ondergeschikten te onderdrukken, als hij zelfs voordeel uit hen probeert te trekken, als hij met geweld, dus in liefdeloosheid, tegen hen optreedt, als hij hun eigendom niet eerbiedigt of hen verder nog één of andere schade aan het lichaam of de ziel berokkent, dan is zijn heersen geen dienen, zoals dat door God gewild is, maar dan is hij door de tegenstander beïnvloed, die de liefde bestrijdt en alleen maar liefdeloosheid of haat laat spreken. Dan wordt het volk, dat aan zo’n heersende machthebber onderworpen is, naar lichaam en ziel in gevaar gebracht.

Want liefdeloosheid zal weer liefdeloosheid tot gevolg hebben. De mensen zullen elkaar hetzelfde berokkenen, als wat hen door deze macht berokkend wordt. Wie in het gevaar verkeert om bezit te verliezen, die zal de naasten ook het bezit willen ontnemen. Elk onrecht dat de heerser zijn volk aandoet, zal nagedaan worden en de mensen zullen zich over en weer kwellen en vijandig bejegenen, want ze volgen het voorbeeld van degene, die hun leider moet zijn.

Zoals hij hen leidt, zo lopen deze mensen. Ze zijn in zekere zin afhankelijk van hem, zolang ze hem nog niet goed herkennen. Ze doen voor hem hetzelfde, als dat hij voor hen doet en ze geloven in hun recht te staan, ook wanneer het een daad van liefdeloosheid is. En het geestelijke, dat zich in zo’n heerser bevindt, is er ver van verwijderd om zich te verlossen. Het bevindt zich nog te veel in de macht van de tegenstander en het doet wat deze wil. En dan wordt het volk verkeerd geleid en verkeert het in groot gevaar. En daarom moet de mens de kennis gegeven worden, dat ze een leider hebben, die niet de wil van God uitvoert, maar in dienst van het kwaad staat, opdat ze diens daden leren beoordelen en daar afstand van nemen en deze niet nadoen.

Een heerser moet steeds een lichtend voorbeeld voor zijn ondergeschikten zijn. Hij moet zelfs zo leven dat hen geen blaam kan treffen. Hij moet God erkennen en steeds Diens wil zoeken. Hij moet wel een strenge en rechtvaardige, maar ook een goede rechter zijn, die in liefde op zijn volk inwerkt en het zo probeert te beïnvloeden, dat het hem graag en gewillig volgt. Dan zal hij grote macht over zijn volk hebben en deze macht op de goede manier gebruiken. Dan zal hij zijn volk leiden, zoals God het wil. Hij zal voor hen een raadgever zijn in zowel aardse als in geestelijke nood. Hij zal er alleen maar op bedacht zijn om de taak, die hem gegeven werd, rechtvaardig en wijs uit te voeren. Hij zal het volk in juiste banen leiden. Hij zal God bidden om kracht voor zijn aardse taak en God zal hem helpen om voor zijn volk een rechtvaardige en liefdevolle heerser te zijn.

Amen

Translator
Translated by: Peter Schelling