Wat u op aarde zult willen bereiken moet u in vrije wil bereiken. Maar u moet zich niet door dwang van welke aard dan ook genoodzaakt voelen, want u moet een vrije wilsbeslissing nemen en alleen deze bepaalt uw lot in de eeuwigheid, uw geestelijke ontwikkeling, uw geestelijke rijpheid. En daarom zult u zich ook niet door een gelofte moeten binden, want dan maakt u zelf de wil onvrij en dat stemt niet overeen met mijn wil. U zult de tegenwerping maken dat elke gelofte door u in vrije wil werd afgelegd, maar u zult moeten weten dat u op Mij vooruit loopt, dat u iets doet waar u van Mij geen goedkeuring voor hebt en die Ik u ook nimmer zou geven, juist vanwege de vrije wil. U zult precies kunnen doen wat u wilt, ook zonder een gelofte te hebben afgelegd. En u zult dan ook zeker kunnen zijn van mijn zegen, zodra het werken van liefde zijn.
Maar wat baat u werk waar de liefde aan ontbreekt, wanneer u zich door geestelijke dwang tot zulke werken genoodzaakt voelt. Het zal de rijpheid van uw ziel geen stap verder brengen en u zult de tijd verknoeien die u beter zult kunnen benutten wanneer u vrij bent van elk van dit soort verplichtingen. U moet u niet binden door een gelofte die Ik nooit ofte nimmer zal goedkeuren. Want elke dwang doodt. U maakt uzelf onbekwaam om in liefde werkzaam te zijn, omdat een dwang als een last op uw ziel drukt en al het doen en laten onder deze dwang geen geestelijk succes kan opleveren.
En ook de mens die u zo’n gelofte afneemt is te veroordelen, want hij is beheerst door mijn tegenstander, daar hij anders het onzinnige, aan God tegengestelde zou moeten inzien dat in een gelofte tot uitdrukking komt. U belooft iets en weet niet of u het zult kunnen nakomen, of u zelf niet door zo’n gelofte te gronde gaat omdat u geheel verkeerde denkbeelden hebt wanneer u meent dat Mij zo’n gelofte welgevallig zal zijn. Daarom moet ook geen mens de mening zijn toegedaan zichzelf door een gelofte tot mijn dienaar te maken wanneer hem deze door een medemens wordt afgenomen. Zodra hij zich aan Mij zelf aanbiedt om te dienen in mijn wijngaard, zodra hij zich aan Mij zelf overgeeft dat Ik hem zou willen aannemen, is zijn vrije wil werkzaam geworden. En Ik zet hem dan in naar mijn wil, waar en hoe Ik hem nodig heb.
Maar nooit moet een mens zijn medemens een gelofte afnemen. En nooit moet een mens iets beloven wanneer hij zelf niet weet of hij het kan waarmaken. Want hij heeft dan zelf afstand gedaan van zijn wilsvrijheid en zijn doen en laten is dan zonder waarde. Het geldt in mijn ogen niet als vrijwillige daad, als vrije wilsbeslissing van zichzelf. Een gelofte kan een beweegreden zijn om te werken, wat dan alleen nog mechanisch wordt verricht en waarvan de waarde daardoor wordt verminderd.
En een gelofte kan ook elke liefde verstikken die zich niet laat dwingen, die vanuit het hart moet komen en zich ook vrij moet ontplooien. En alleen wat de liefde als beweegreden heeft, is Mij welgevallig. Het laat de ziel rijp worden en bevordert de ontwikkeling. En wie de liefde in zich heeft, heeft geen geloftes nodig. Hij wordt innerlijk aangezet tot al zijn doen en hij zal waarlijk steeds handelen zoals het mijn wil is, zoals het Mij welgevallig is en zoals het nuttig is voor zijn zielenheil.
Amen
VertalerQuello che volete raggiungere sulla Terra, lo dovete raggiungere nella libera volontà, ma non vi dovete sentire indotti mediante la costrizione di un qualche genere, perché dovete trovare una decisione nella libera volontà, e questa soltanto decide la vostra sorte nell’Eternità, il vostro sviluppo spirituale, la vostra maturità spirituale. E perciò non dovete nemmeno legarvi tramite un voto, perché allora voi stessi rendete la volontà non-libera, e ciò non corrisponde alla Mia Volontà. Solleverete l’obiezione che quel voto è stato da voi deposto nella libera volontà, ma dovete sapere, che Mi prevenite, che fate qualcosa per cui voi non avete il Mio Assenso, che Io non darei mai nemmeno appunto per via della libertà della volontà. Potete raggiungere precisamente la stessa cosa che dovete fare, anche senza deporre un voto, ed allora potrete essere certi anche della Mia Benedizione, appena sono delle opere d’amore. Ma a che cosa vi serve un’opera a cui manca l’amore, quando vi sentite indotti a tali opere tramite una costrizione spirituale? Non vi porterà avanti d’un passo nella maturità della vostra anima, e sciuperete il tempo, che potete impiegare meglio se siete liberi da ogni obbligo. Non dovete legarvi tramite un voto, che Io non chiamerò mai e poi mai buono, perché ogni costrizione uccide, voi stessi vi rendete incapaci di agire nell’amore, perché una costrizione grava sulla vostra anima e tutto ciò che fate e non fate sotto questa costrizione non può procurare nessun successo spirituale. Ed è da condannare anche quell’uomo, il quale accoglie da voi un tale voto, perché è dominato dal Mio avversario, altrimenti riconoscerebbe la cosa insensata, contraria a Dio, ciò che si esprime in un voto. Voi promettete qualcosa e non sapete se potrete mantenerlo, se voi stessi non crollate sotto un tale voto, perché avete delle idee totalmente sbagliate quando credete che una tale promessa Mi sia gradita. Perciò nessun uomo deve credere di fare di sé stesso un Mio servitore, quando questo voto gli viene accettato da un prossimo. Appena egli stesso Mi si offre in servizio nella Mia Vigna, appena si da a Me Stesso, che Io lo voglia accogliere, la sua libera volontà è diventata attiva, ed allora Io lo impiego secondo la Mia Volontà, dove e come Io ho bisogno di lui. Ma un uomo non deve mai accettare un voto dal suo prossimo, ed un uomo non deve mai promettere qualcosa, se egli stesso non sa se lo può mantenere. Perché allora egli stesso si è derubato della sua libertà della volontà, ed allora il suo fare e non fare è poi senza valore, non vale dinanzi ai Miei Occhi come atto libero, come libera decisione della volontà del singolo. Ed un voto può essere motivo di un’attività, che poi viene eseguita soltanto ancora meccanicamente ed il cui valore è perciò diminuito. Ed un voto può anche soffocare ogni amore che non si lascia costringere, che deve provenire dal cuore e svilupparsi anche liberamente. E soltanto ciò che ha per motivo l’amore, Mi è gradito, fa maturare l’anima e promuove lo sviluppo. E chi ha l’amore in sé, non ha bisogno di nessun voto, viene spinto dall’interiore a tutta l’azione, ed agirà davvero sempre com’è la Mia Volontà, come compiace a Me e come serve alla salvezza della sua anima.
Amen
Vertaler