• Terug

Het goddelijke woord – Bron – Liefde – Kennis – Licht

Enkel dát kan met de wil van God overeenkomen, wat de geboden van de liefde voor God en de naasten tot richtsnoer heeft, want als de mens overeenkomstig deze geboden leeft, zal hij nooit in strijd met de goddelijke wil handelen. Bijgevolg moet een gang over de aarde, die niet aan de goddelijke geboden ten grondslag ligt, die dus tegen de goddelijke wil indruist, nutteloos zijn voor de ziel, omdat het geen opwaartse ontwikkeling oplevert. De ziel bevindt zich dan dus in een onrijpe toestand, die alleen maar door genadeschenking opgeheven kan worden en dit gebeurt door het aanbieden van het goddelijke woord, dat de ziel bekendmaakt dat ze in gevaar verkeert en ze haar aardse leven verkeerd leeft.

Deze genadeschenking kan nu aangenomen, maar ook afgewezen worden, al naar gelang haar wil. Maar het enige middel is, dat de mens zijn aardse leven verandert en zich aan de goddelijke geboden onderwerpt. En met dit doel moeten de gevolgen van een verkeerde levenswandel bekendgemaakt worden, evenals ook de gevolgen van een leven in het licht, dat een ziel te wachten staat, die zich aan de wil van God onderworpen heeft.

Maar nooit kunnen deze gevolgen de mens bewezen worden, zodat hij moet geloven. Bijgevolg zal de oorsprong van het goddelijke woord altijd betwijfeld kunnen worden, als de mens dit wil. Hij zal ertegenin kunnen brengen, dat wat als het goddelijke woord verspreid wordt, steeds mensenwerk is en zich er nooit van laten overtuigen, dat een mens uit een bron geput heeft, die door Gods grote liefde voor de mensen toegankelijk gemaakt werd om hun een kennis te geven, die met de waarheid overeenkomt.

Ze zullen dit alleen maar kunnen begrijpen en geloven, als ze een juiste levenswandel hebben. Een leven in liefde, dat hun het inzicht geeft. Dan zal het hen ook niet wonderlijk meer lijken, dat God Zelf de bron is, die de mensen levend water toe laat stromen. Dan zullen ze ook zonder bewijs kunnen geloven, wat hen over de gevolgen van een verkeerde levenswandel onderwezen wordt en uit eigen beweging overeenkomstig de wil van God leven. Ze zullen een leven in liefde leiden en weten, dat ze dan ook onophoudelijk kunnen putten uit de stroom van het leven. Dat ze goddelijke wijsheden uit Zijn hand ontvangen.

Daarom zal steeds een leven in liefde bepalend zijn voor de rijpheidsgraad van de ziel, omdat het de graad van kennis verhoogt en de heldere toestand van de ziel van kennis afhankelijk is. Het gebod van de liefde voor God en de naaste kan niet uitgeschakeld worden en moet als eerste vervuld worden, opdat de gevolgen van een leven in liefde in een toegenomen kennis tot uiting komt en daarom moeten de mensen tot liefde aangespoord worden en dit weer door de overdracht van het goddelijke woord, dat de mensen tot liefde maant en opvoedt.

Zodra de ongelovige mens, die God als de oorsprong van Zijn woord zou willen ontkennen, zelf in liefde actief is, zal iedere twijfel bij hem verdwijnen. Hij zal het woord moeten houden voor een uiting van God, want zijn hart, dat tot liefde in staat is, neemt het aan en geeft hem tegelijkertijd het begrip daarvoor. En het is nu niet meer mogelijk, dat de mens door twijfel overmeesterd wordt, zodra hij een leven in een voortdurend werkzaam zijn in liefde leidt. Want omdat God, Die de liefde Zelf is, hem nu naar Zich toe trekt, herkent hij ook Zijn woord, Zijn stem en neemt zonder tegenspraak en zonder bedenkingen alles als waarheid aan, wat hem door de liefde van God aangeboden wordt. Wat hem als het goddelijke woord gegeven wordt.

Het goddelijke woord voedt op tot liefde. Het werkzaam zijn in liefde levert de mens een kennis op en de toegenomen kennis doet de liefde voor God en Zijn schepselen weer toenemen. Een steeds helderder licht, dat wil zeggen een steeds helderder ziende toestand zal het lot van degene zijn, die op aarde liefhebbend bezig is. En daarom kan de wijsheid nooit bij de wereldwijzen gezocht worden, als het hen aan liefde ontbreekt, terwijl ze de waarheid echter als zodanig zullen herkennen, als ze tegelijkertijd een leven in actieve naastenliefde leiden. Want zij zullen ook God erkennen als de bron van Zijn woord. Ze kunnen niet anders, omdat ze zich door het leven in liefde eveneens al met Hem verbonden hebben en dus ook zijn werkzaam zijn herkennen.

Amen

Palabra divina... Fuente... Amor... Conocimiento... Luz...

Sólo eso puede corresponder a Dios, que tiene como guía los mandamientos del amor a Dios y al prójimo, porque si el hombre vive según estos mandamientos, nunca violará la voluntad divina. En consecuencia, un caminar sobre la tierra que no se base en los mandamientos divinos, que por lo tanto contradiga la voluntad divina, debe ser inútil para el alma porque no le trae ningún desarrollo superior. El alma está entonces en un estado de inmadurez, que sólo puede remediarse concediendo la gracia, y esta le viene por la presentación de la Palabra divina, que le muestra que está en peligro y que está viviendo mal su vida terrenal...

Esta concesión de gracia ahora puede ser aceptada, pero también rechazada, dependiendo de su voluntad; pero que el único medio para que el hombre cambie su vida en la tierra y se someta a los mandamientos divinos. Y para ello se le deben presentar las consecuencias de un modo de vida erróneo, así como la vida en la luz que le espera a un alma que se ha sometido a la voluntad de Dios. Pero estas consecuencias nunca se le puede probar al ser humano de tal manera que tenga que creer, en consecuencia siempre se puede dudar del origen de la Palabra divina si el ser humano lo quiere...

Responderá de lo que se difunde como Palabra divina es siempre obra del hombre, y nunca se dejará convencer de que una persona ha bebido de una fuente que se ha hecho accesible a los hombres por el gran amor de Dios para impartirles un conocimiento que corresponde a la verdad... Sólo podrán comprenderlo y creerlo si llevan una forma de vida correcta, una vida de amor, que les trae conocimiento. Entonces ya no les parecerá sorprendente que Dios Mismo sea la fuente Que hace fluir el agua viva a las personas... entonces podrán creer sin pruebas lo que se les enseña acerca de las consecuencias de una forma de vida incorrecta, e impulsarse por propia voluntad a vivir según la voluntad de Dios.

Llevarán una vida de amor y sabrán que entonces también pueden beber constantemente de la corriente de la vida, que reciben la sabiduría de Su mano. de modo que una vida amorosa determinará siempre el grado de madurez del alma, porque aumenta el grado de conocimiento y el estado luminoso del alma depende del conocimiento. El mandamiento de amar a Dios y al prójimo, por lo tanto, no debe apagarse y debe cumplirse primero para que las consecuencias de una vida de amor se expresen en un mayor conocimiento, y por eso se debe instar a las personas a amar y esto nuevamente a través de la mediación de la Palabra divina, que amonesta y educa a los hombres en el amor.

Tan pronto como el incrédulo, quisiera negar a Dios como origen de Su Palabra, está activo en el amor él mismo, todas las dudas desaparecerán para él. Tendrá que considerar la Palabra como expresión de Dios, porque su corazón, que es capaz de amar, la acepta y al mismo tiempo le da el entendimiento para ella. Y ahora ya no es posible que las dudas se apoderen del ser humano en cuanto lleva una vida constante obra en amor. Porque ahora que Dios lo atrae hacia Sí, Que es el Amor Mismo, también reconoce Su Palabra, Su voz, y acepta como verdad sin objeción y sin vacilación, todo lo que se le ofrece por el amor de Dios... lo que le es impartido como Palabra divina...

La palabra divina educa al amor, la actividad del amor trae al hombre el conocimiento, y un mayor conocimiento vuelve a aumentar el amor a Dios y a Sus criaturas. Y una luz cada vez más brillante, es decir, un estado cada vez más clarividente, será el destino de aquel que está amorosamente activo en la tierra. Y por eso jamás se puede buscar la sabiduría en los sabios mundanos si carecen de amor, aunque reconocerán la verdad como tal si llevan al mismo tiempo un vida de amor al prójimo activo. Porque estos también reconocerán a Dios como fuente de Su Palabra, no pueden de otra manera, porque a través de la vida en el amor ya se han unido a Él, por así decirlo, y por lo tanto también reconocen Su obra...

amén