Het gebrek aan vertrouwen in God zal heel duidelijk aan de dag komen, als de mensen zich in grote aardse nood bevinden, omdat het diepe geloof hen ontbreekt. Het geloof in een macht, die elk gebeuren in de wereld kan veranderen door haar wil. De gelovige mens geeft zich in het volle vertrouwen aan deze macht over, want hij weet dat de liefde en almacht van God hem wil en kan helpen en zodoende is de vol gelovige mens ten opzichte van de ongelovige in het voordeel, want hem blijft vaak angst en zorgen bespaard. Daarentegen leeft de ongelovige in voortdurende onrust en bezorgdheid, omdat hij zich tot niemand wenden kan, die hem dit afneemt.
Daarom stelt een diep geloof een vertrouwen in God voorop. Maar vertrouwen in God is tegelijkertijd bepalend voor de diepte. Dat wil zeggen de vurigheid van het gebed. Want wie vol vertrouwen in God is, die zal in alle noden van het lichaam en de ziel tot God komen en Hem om Zijn hulp vragen. Hij zal hem in het hart aanroepen en zodoende stijgt er een vurig gebed tot God op. En de Vader in de hemel verhoort dit, omdat Zijn liefde voor Zijn kinderen zo groot is, dat Hij hen niet in leed en zorgen wil laten. Maar waar het volle vertrouwen ontbreekt, dat God kan en wil helpen, daar zal ook het gebed slechts aarzelend naar God opstijgen en de hulp zal ook overeenkomstig zwak zijn.
De strijd om een sterk geloof is dus absoluut noodzakelijk, omdat dit pas het vurige gebed tot God tot gevolg heeft en de verbinding met God daardoor veel makkelijker tot stand gebracht wordt. De mens met een sterk geloof voelt zich dichter bij God en hij is in staat om in geest en waarheid te bidden. Dat wil zeggen om onbevangen met Hem te spreken en des te eerder zullen zijn gebeden verhoord kunnen worden, want een in een diep geloof en in vol vertrouwen tot God gezonden gebed moet absoluut de vervulling tot gevolg hebben, omdat God Zelf de mensen beloofd heeft dat Hij hun geven zal, wat ze begeren. “Vraag, dan zult u ontvangen”. En wat God beloofd heeft, dat blijft eeuwig en altijd de zuivere waarheid.
Als Hij de mensen dus de belofte gegeven heeft om hen te helpen, kunnen ze ook rotsvast geloven, dat Hij het doet en nu hun vaste vertrouwen sterk laten worden. En van dat moment af aan zal het aardse leven ook makkelijker te dragen zijn, want waartoe de eigen kracht van de mens niet toereikend is, daar zal hij hiertoe in staat zijn met behulp van de kracht van God, waar de vol gelovige mens om kan en zal vragen, omdat God Zelf het de mens op het hart gedrukt heeft om Hem te vragen, als ze Zijn hulp nodig hebben. Er kan ook om een sterk geloof gevraagd worden en God zal dit gebed ook verhoren, want als de mens om geestelijke goederen vraagt, zal hij nooit een vergeefs verzoek doen.
Amen
VertalerDer Mangel an Gottvertrauen wird ganz offensichtlich zutage treten, so sich die Menschen in großer irdischer Not befinden, weil ihnen der tiefe Glaube fehlt.... der Glaube an eine Macht, die jegliches Geschehen in der Welt ändern kann durch ihren Willen. Der gläubige Mensch gibt sich in vollem Vertrauen dieser Macht hin, denn er weiß, daß die Liebe und Allmacht Gottes ihm helfen will und helfen kann, und somit ist der vollgläubige Mensch dem ungläubigen gegenüber im Vorteil, denn ihm bleibt Angst und Sorge oft erspart, wohingegen der Ungläubige in ständiger Unruhe und Besorgnis lebt, weil er sich an niemanden wenden kann, der ihm diese abnimmt. Gottvertrauen setzt daher tiefen Glauben voraus, Gottvertrauen ist aber gleichzeitig bestimmend für die Tiefe, d.h. Innigkeit, des Gebetes. Denn wer voller Gottvertrauen ist, der wird in allen Nöten des Leibes und der Seele zu Gott kommen und Ihn bitten um Seinen Beistand.... er wird Ihn anrufen im Herzen, und also steigt das innige Gebet zu Gott empor. Und dieses erhöret der Vater im Himmel, weil Seine Liebe zu Seinen Kindern so groß ist, daß Er sie nicht in Leid und Sorge belassen will. Wo aber die volle Zuversicht mangelt, daß Gott helfen kann und helfen will, dort wird auch das Gebet nur zaghaft zu Gott emporsteigen, und entsprechend schwach wird auch die Hilfe sein. Das Durchringen zu starkem Glauben ist so unbedingt nötig, weil es erst das innige Gebet zu Gott zur Folge hat und dadurch die Verbindung mit Gott viel leichter hergestellt wird. Es fühlt der Mensch im starken Glauben sich Gott näher, und er vermag im Geist und in der Wahrheit zu beten, d.h., unbefangen mit Ihm zu reden, und desto eher werden seine Gebete erhört werden können, denn ein in tiefem Glauben und vollem Vertrauen zu Gott gesandtes Gebet muß unbedingt die Erfüllung nach sich ziehen, weil Gott Selbst es den Menschen verheißen hat, daß Er ihnen geben wird, was sie begehren.... "Bittet, so werdet ihr empfangen...." Und was Gott verheißen hat, das bleibt immer und ewig reine Wahrheit.... So Er also den Menschen die Zusicherung gegeben hat, ihnen zu helfen, können sie auch ungezweifelt glauben, daß Er es tut, und nun ihre Zuversicht stark werden lassen. Und von Stund an wird das Erdenleben auch leichter tragbar sein, denn wozu die eigene Kraft des Menschen nicht ausreicht, das wird er vermögen mit Unterstützung der Kraft Gottes, die der vollgläubige Mensch anfordern kann und anfordern wird, weil Gott Selbst den Menschen ans Herz gelegt hat, Ihn zu bitten, so sie Seine Hilfe benötigen. Es kann auch ein starker Glaube erbeten werden, und Gott wird dieses Gebet auch erhören, denn so der Mensch um geistiges Gut bittet, wird er niemals eine Fehlbitte tun....
Amen
Vertaler