Voor de geestelijke opwaartse ontwikkeling is zowel op aarde als in het hiernamaals de liefdesgraad van de mens bepalend. Opwaartse ontwikkeling betekent een toename aan wijsheid en kracht. Zodoende moet het leven in liefde, dat wil zeggen een leven in werkzame liefde, het wezen kennis en kracht opleveren. Het wezen moet ontvanger van licht en kracht uit God worden en dus in de stroomkring van de liefdesuitstraling uit God, Die licht en kracht in Zichzelf is, opgenomen zijn.
Dus de werkzaamheid in liefde zal alleen maar een puur geestelijke uitwerking hebben. Er zal geen aards succes geboekt kunnen worden, want enkel de ziel is de ontvanger van de goederen, die het leven in liefde oplevert. Bijgevolg zijn deze goederen ook een deel van de ziel in het hiernamaals en de rijpheidsgraad van de ziel hangt van de omvang van de goederen af, die de mens op aarde verworven heeft en meeneemt naar het rijk aan de andere kant. Want als de ziel veel ontvangen heeft, heeft ze een grote rijkdom op te tekenen. Dan zal ze ook dienovereenkomstig uit kunnen delen. Ze staat zelf in het licht en kan het licht uit laten stralen, dus weer licht en kracht doorgeven voor de eigen zaligmaking.
En weer is dit een werkzaamheid in liefde, die haar een hogere graad van rijpheid oplevert. En zo streeft de ziel steeds meer omhoog. In het licht, het licht tegemoet. Welke lichtintensiteit voor haar toegankelijk is, valt voor de mens niet te begrijpen, maar licht is het wezen van het geestelijke rijk, dat met God verbonden wezens als bewoners heeft. En het is een enorm grote genade van God, dat de mensen op aarde al deel mogen hebben aan deze volheid van licht. Dat ze licht en kracht in ontvangst kunnen nemen, als ze bereidwillig zijn en hun harten openen, zodat het licht hun toestroomt in de vorm van kennis en dit hen weer kracht geeft om zich opwaarts te ontwikkelen. Dat wil zeggen met toegenomen liefde werkzaam te kunnen zijn.
Amen
VertalerFür die geistige Höherentwicklung ist der Liebesgrad des Menschen bestimmend sowohl auf Erden wie im Jenseits. Höherentwicklung ist ein Zunehmen an Weisheit und Kraft, also muß das Liebeleben, d.h. ein Leben in werktätiger Liebe, dem Wesen Wissen und Kraft eintragen.... es muß das Wesen Empfänger des Lichtes und der Kraft aus Gott werden und also im Stromkreis der Liebesausstrahlung Gottes stehen, Der in Sich Licht und Kraft ist. Es wird sich also die Liebetätigkeit nur rein geistig auswirken, es wird kein irdischer Erfolg verbucht werden können, sondern nur die Seele ist Empfänger der Güter, die das Liebeleben einträgt. Folglich sind diese Güter der Seele Anteil auch im Jenseits, und der Reifegrad der Seele hängt von der Fülle der Güter ab, die sich der Mensch auf Erden erworben hat und mit hinübernimmt in das jenseitige Reich. Denn hat die Seele viel empfangen, hat sie einen großen Reichtum zu verzeichnen, dann wird sie auch entsprechend austeilen können.... sie steht selbst im Licht und kann das Licht ausstrahlen lassen, also wieder Licht und Kraft weitergeben zur eigenen Beglückung. Und wieder ist dies Liebetätigkeit, die ihr einen erhöhten Reifegrad einträgt, und so strebt die Seele immer mehr zur Höhe, im Licht dem Urlicht entgegen.... Welche Lichtfülle ihr zugänglich ist, ist dem Menschen unfaßbar, doch Licht ist der Inbegriff des geistigen Reiches, das Gott-verbundene Wesen als Bewohner hat.... Und eine übergroße Gnade Gottes ist es, daß die Menschen auf der Erde schon teilhaben dürfen an dieser Lichtfülle, daß sie Licht und Kraft entgegennehmen können, so sie willig sind und ihre Herzen öffnen, daß ihnen das Licht zuströmt in Form von Wissen und dieses wieder ihnen Kraft vermittelt, sich zur Höhe zu entwickeln, d.h., in vermehrter Liebe wirken zu können....
Amen
Vertaler