De mensen verzetten zich wel tegen de berichten uit het rijk aan de andere zijde, als hun daarvandaan richtlijnen gegeven worden voor hun levenswandel op aarde, want deze zullen altijd in strijd zijn met dat, wat voor het lichamelijke welzijn bevorderlijk is. Bovendien zijn deze berichten nooit door bewijzen te staven, maar ze moeten geloofd worden. Maar het geloof daarin is weer afhankelijk van de wil om te weten. Want zodra de mens de wil heeft om tot de juiste kennis te komen, zal hij alles ernstig doordenken en zich ook uitvoerig met vragen over het eeuwig goddelijke bezighouden. Maar aan een vragensteller kan ook via de gedachten het juiste antwoord toegestuurd worden en zodoende is het voor hem dan ook mogelijk om zich positief in te stellen tegenover geestelijke openbaringen. Dat wil zeggen voor geloofwaardig te houden.
Waar echter deze wil tot kennis ontbreekt, daar is de mens afwijzend, zonder na te denken over hetgeen hem aangeboden werd. Hij kan niet geloven, omdat hij niet wil geloven en geestelijke overdrachten zullen hem eerder onaangenaam raken. Zijn wil staat dan onder invloed van de tegenstander. Dat wil zeggen dat hij zijn vrije wil niet gebruikt, maar dat hij zich laat overheersen door de God vijandige macht.
Wat die mens uit het geestelijke rijk aangeboden wordt, zal alleen dan instemming vinden, wanneer het over aardse zaken of aardse gebeurtenissen gaat, maar zulke berichten zijn zonder enige waarde voor de geestelijke opwaartse ontwikkeling van de ziel. Ze verwarren veeleer het denken van de mensen, als hun geen garantie gegeven kan worden dat ze steeds met de waarheid overeenstemmen, want de gevers van zulke berichten zijn steeds wezens, die nog erg met de aarde verbonden zijn en dat, wat hen zelf in het denken bezighoudt, op die mensen proberen over te dragen, die van dezelfde geest zijn. Dat wil zeggen de aarde eveneens nog te veel aankleven.
Zulke berichten kunnen soms waar zijn, maar dan zijn ze onbelangrijk voor de ontwikkeling van de ziel. Maar vaker stemmen deze niet met de waarheid overeen, omdat wezens, die nog met de aarde verbonden zijn, nog te veel door die macht overheerst wordt, die de waarheid bestrijdt en zich juist van zulke onrijpe wezens bedient om de mensen te verblinden en hen naar het verkeerde denken te leiden.
De mens moet heel kritisch zijn tegenover geestelijke berichten, die ontvangen worden zonder verbonden te zijn met God, want enkel dat laatste garandeert de zuivere waarheid, omdat de eeuwige Waarheid Zelf Zich dan uit, zodra de mens de verbinding met Hem tot stand brengt. Maar dan zal het geloof ook een overtuigd geloof zijn, want een mens die zich met God verbindt, heeft ook de wil om de juiste kennis te hebben. Hij eist geen bewijs en toch is zijn geloof ook zonder dat een levend geloof, want hij zal met het hart instemmen met dat, wat hem nu uit het geestelijke rijk toegestuurd wordt.
Amen
VertalerWohl wehren sich die Menschen gegen die Mitteilungen aus dem jenseitigen Reich, so ihnen dadurch Richtlinien gegeben werden für ihren Erdenlebenswandel, denn es werden diese immer dem widersprechen, was dem körperlichen Wohlleben zuträglich ist. Zudem sind diese Mitteilungen niemals durch Beweise zu belegen, sondern sie müssen geglaubt werden, der Glaube daran aber ist wieder abhängig vom Willen zum Erkennen. Denn sowie der Mensch den Willen hat, zur rechten Erkenntnis zu gelangen, wird er alles ernstlich durchdenken und sich auch eingehend mit Fragen um das Ewig-Göttliche befassen. Einem Fragenden aber kann gedanklich die rechte Antwort zugehen, und also ist es ihm dann auch möglich, sich bejahend einzustellen zu geistigen Offenbarungen, d.h., diese für glaubhaft zu halten. Wo jedoch dieser Wille zum Erkennen fehlt, dort ist der Mensch ablehnend, ohne über das ihm Gebotene nachzudenken. Er kann nicht glauben, weil er nicht glauben will, und geistige Vermittlungen werden ihn eher unangenehm berühren. Es steht dann sein Wille unter gegnerischem Einfluß, d.h., seinen freien Willen nützet er nicht, sondern er läßt sich beherrschen von Gott-gegnerischer Macht. Was aus dem geistigen Reich dem Menschen geboten wird, wird nur dann Anklang finden, wenn es irdische Dinge oder irdische Geschehen berührt, doch solche Botschaften sind ohne jeden Wert für die geistige Höherentwicklung der Seele, verwirren vielmehr das Denken der Menschen insofern, als ihnen keine Garantie geboten werden kann, ob sie immer der Wahrheit entsprechen, denn es sind die Geber solcher Botschaften stets Wesen, die noch sehr mit der Erde verbunden sind und das, was sie selbst beschäftigt in Gedanken, auf die Menschen zu übertragen versuchen, die gleichen Geistes sind, d.h. gleichfalls der Erde noch zu sehr anhaften. Solche Mitteilungen können mitunter wahr sein, doch dann sind sie unwichtig für die seelische Entwicklung. Öfter jedoch stimmen sie nicht mit der Wahrheit überein, da erdgebundene Wesen noch zu sehr von der Macht beherrscht werden, welche die Wahrheit bekämpft und sich gerade solcher unreifen Wesen bedient, um die Menschen zu betören und sie in falsches Denken zu leiten. Es muß der Mensch sehr kritisch sein geistigen Mitteilungen gegenüber, die empfangen werden ohne innige Gottverbundenheit, denn nur letztere garantiert die reine Wahrheit, weil die ewige Wahrheit Selbst Sich dann äußert, sowie der Mensch die Bindung mit Ihr herstellt. Dann aber wird auch der Glaube ein überzeugter sein, denn ein Mensch, der sich mit Gott verbindet, hat auch den Willen, in der rechten Erkenntnis zu stehen.... Er fordert keine Beweise, und doch ist sein Glaube auch ohne solche ein lebendiger, denn er wird mit dem Herzen bejahen, was ihm nun zugeht aus dem geistigen Reich....
Amen
Vertaler