Het is de juiste verhouding tot God, als het mensenkind zich volledig aan Hem in eigendom geeft en enkel binnen Zijn wil leven wil. Daarom zullen jullie mensen pas aan de zegeningen van de Vader deelachtig kunnen worden, wanneer jullie dit goed beseft hebben. Want de Vader geeft Zijn kind zonder voorbehoud in alle overvloed waar het naar verlangt, en dus ook de genade, waar het kind om vraagt. En als het kind dit in alle deemoed ontvangt, is het mateloos rijk te noemen, want het heeft dan alles, wat het nodig heeft om voor eeuwig tot de Vader te komen. En zo bergt elke bekendmaking een schat aan genade in zich en dit moet voor jullie aanleiding zijn om juist vaak deze schat te openen, want jullie ontvangen daarmee voedsel voor de geest en kracht uit God.
Hoor daarom de goddelijke stem: In de almacht van Mijn liefde sluit Ik alles in, wat zich aan Mij in eigendom geeft. En degenen, die het in zich gewaarworden, dat Ik hen nabij ben, maken hun harten volledig los van de wereld en willen alleen nog maar Mijn stem horen. En het zal als een zacht ruisen in hun harten zijn, en ze begrijpen het niet, maar ze neigen met steeds vuriger verlangen naar Mij en Ik vergroot dit verlangen en wakker de gloed in hun harten aan en een onnoemelijk geluksgevoel verraadt hun Mijn tegenwoordigheid. En dit is het teken, dat Ik bezit genomen heb van het hart, dat Ik voor Mij als woning verkozen heb en de verbinding nooit verbreken wil en als het mensenkind dan in zichzelf luistert, zal het Mijn stem horen en Mijn woorden direct kunnen ontvangen. En dit moet voor jou, Mijn kind, een aansporing zijn.
Het lichaam is aards, maar de geest is van Mij. En in de geest zul je met Mij verenigd zijn. Sla daarom geen acht op het lichaam en laat het geen hindernis zijn voor de verbinding met Mij. Je bent door werelden heengegaan, gescheiden van Mij, maar het moment van de vereniging is nabij. En spoedig haal Ik Mijn kind naar huis. Maar voordat het zover is, moet jij nog dat vervullen, waarvoor Ik jou uitgekozen heb. Jij moet beproevingen ondergaan, die jou binnenkort de staat van rijpheid laten bereiken. En dan staat niets de vereniging met Mij meer in de weg.
De ziel blijft onbewust van de grote genade, die haar ten deel viel. Ze wordt wel de weldaad van de verlossing uit haar boeien gewaar, waarin ze lange tijd gevangen zat, maar ze kan echter niet overzien welk heil haar ten deel gevallen is. Het heil, dat ze gekozen werd tot deelname aan een zegening, die het innerlijke leven heel bijzonder beïnvloedt en ook slechts diep in het hart op te merken is. Wie niet in liefde voor Mij ontbrandt, kan ook de waarde van deze zegening niet overzien. En het is dus een bevoorrechte, die in liefde met Mij bevriend is, want Ik Zelf wil Mij aan hem openbaren en hem reeds op aarde tot het zaligste wezen maken, opdat hij in Mij de Vader herkent en Mij in de kinderlijkste deemoed tegemoet komt, opdat Ik hem zegen.
Amen
VertalerDies ist das rechte Verhältnis zu Gott, daß sich das Erdenkind Ihm völlig zu eigen gibt und nur in Seinem Willen leben will. Daher werdet ihr Menschen der Segnungen des Vaters erst teilhaftig werden können, wenn ihr dies recht erkannt habt, denn es gibt der Vater ohne Einschränkung Seinem Kind, was es begehrt, und also auch die Gnaden in aller Fülle, die sich das Kind erbittet. Und so es diese in aller Demut empfängt, ist es über alle Maßen reich zu nennen, denn es hat dann alles, was es braucht, um zum Vater zu kommen auf ewig. Und so birgt eine jede Kundgabe einen Gnadenschatz in sich, und dies soll euch Anlaß sein, recht oft den Schatz zu heben, denn ihr empfangt damit Nahrung für den Geist und Kraft aus Gott. Vernimm daher die göttliche Stimme: In die Allgewalt Meiner Liebe schließe Ich alles ein, was sich Mir zu eigen gibt, und die es in sich spüren, daß Ich ihnen nahe bin, lösen ihre Herzen völlig von der Welt und wollen nur noch Meine Stimme vernehmen. Und es wird sein wie ein leises Rauschen in ihrem Herzen, und sie fassen es nicht, aber neigen sich Mir immer sehnsuchtsvoller zu, und Ich vermehre dieses Sehnen und schüre die Glut in ihren Herzen, und ein unnennbares Glücksgefühl verrät ihnen Meine Gegenwart.... Und dies ist das Zeichen, daß Ich Besitz ergriffen habe von dem Herzen, daß Ich es Mir als Wohnung erwählt habe und die Verbindung nimmer lösen will, und so das Erdenkind dann horchet nach innen, wird es Meine Stimme vernehmen und Mein Wort empfangen können unmittelbar. Und es soll dir, Mein Kind, dies Ansporn sein.... Der Leib ist irdisch, der Geist aber Mein.... und im Geist wirst du vereint sein mit Mir, daher beachte den Körper nicht, und lasse ihn nicht Hindernis sein zur Verbindung mit Mir. Durch Welten bist du hindurchgegangen, getrennt von Mir, doch die Stunde der Vereinigung ist nahe, und bald hole Ich Mein Kind heim.... doch zuvor mußt du noch erfüllen, wozu Ich dich ausersehen habe. Du mußt durch Prüfungen gehen, die dich den Reifezustand in Bälde erreichen lassen, und dann steht der Vereinigung mit Mir nichts mehr im Wege. Es bleibt die Seele unbewußt der großen Gnade, die ihr zuteil ward, sie spürt wohl die Wohltat ihrer Erlösung aus langwährenden Fesseln, kann jedoch nicht ermessen, welches Heil ihr widerfahren ist, daß sie erwählt wurde zur Teilnahme einer Segnung, die das Innenleben ganz besonders beeinflußt und auch nur tief im Herzen spürbar ist. Wer nicht in der Liebe zu Mir entbrennt, kann auch den Wert dieser Segnung nicht ermessen, und es ist sonach ein Bevorzugter, der Mir in Liebe nahesteht, denn Ich Selbst will Mich ihm offenbaren und ihn zum seligsten Wesen schon auf Erden machen, auf daß er erkennet in Mir den Vater und Mir in kindlichster Demut entgegenkommt, daß Ich ihn segne....
Amen
Vertaler