B.D.-Nr. 2266

Noodzaak van geestelijke medewerking

De noodzaak van de geestelijke medewerking van u is zo dringend, dat niets u daarin mag hinderen, want de mensen kan de hulp alleen maar gebracht worden door u, die deze geestelijke nood beseft en in de liefde leeft, dus bereidwillig bent. Op een andere manier kunnen zij niet geholpen worden, want elk buitengewoon teken zou hun geloofsvrijheid in gevaar brengen en geheel zonder aanwijzingen kunnen ze de juiste weg uit de verwardheid van hun leven niet meer vinden.

Maar de mens die het beseft, kent het grote gevaar, waarin de mensheid verkeert. Hij weet dat de liefdeloosheid de reden van hun lage geestelijke toestand is. Hij kent de vreselijke gevolgen van de geestelijk lage stand van de mensen en hij zal daarom proberen hun licht te brengen. Dat wil zeggen hen voor te lichten en tot het juiste denken en handelen te manen. Hij zal hun de goddelijke leer van de liefde geven en hen tot ijverige arbeid aan de ziel proberen aan te sporen. Hij zal hun God als het hoogste en eerbiedwaardigste wezen, Dat buitengewoon liefdevol, wijs en almachtig is, bekendmaken en daardoor ook de liefde van de mens voor het hoogste wezen ontsteken en de mens tot het geloof leiden.

En dit is de enige hulp, die u de medemensen kunt bieden, maar die u hun niet mag weigeren, want de nood van de mensheid is groot. U kunt op aarde niet overzien tot hoe veel u in staat bent om deze geestelijke nood tegen te gaan. U kunt niet overzien welke groep uw werkzaam zijn in liefde op aarde opvoeden kan en hoe steeds nieuwe zielen de uitstraling van deze werkzaamheid in liefde als weldadig ervaren en zich weer als medewerkers aansluiten, doordat ze dat doorgeven, wat hun overgedragen wordt.

En elke arbeider wordt door de Heer aangenomen, omdat hulp nodig is en niemand mag zich aan de opdracht onttrekken, die hem zelf het grootste voordeel oplevert en vele zielen uit de nacht van de geest bevrijdt. Want wie zelf in het licht staat, moet met erbarmende liefde aan hen denken, die er nog in duisternis van de geest op los leven, en ervoor zorgdragen, dat ook voor hen het licht schijnt.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.