• Retour

Guérison des malades – Signes et Miracles – preuves de la foi

Je connais les Miens, et Je connais aussi leur volonté, et à cause de cette volonté Je les appelle à l'activité pour Moi et Mon Royaume. C’est pourquoi le type d'activité, ou bien la nature des serviteurs dans Ma Vigne, sont différents, parce que chacun a un travail qui correspond à son type de personnalité ; chacun Me sert selon sa capacité, et J’accepte le service de chacun dont la volonté est bonne et tend vers Moi. En outre les cœurs des hommes à instruire sont aussi différents, donc les champs dans Ma Vigne nécessitent des travaux différents, mais pour juger de cela Moi Seul peut le faire car Je connais les moindres mouvements dans chaque cœur d'homme, et ils doivent être utilisés pour le succès d'un travail de libération. Je Suis reconnaissable dans la tempête, comme aussi dans le doux chuchotement du vent ; les éléments plus forts Me montrent, et le plus doux souffle du vent donne témoignage de Moi. C’est toujours Moi l’auteur, la Source, le Principe. Et donc Je Me manifeste ici faible et là clairement reconnaissable ; mais Je suis toujours reconnaissable pour celui qui Me cherche et qui veut Me reconnaitre. Et Je Me manifeste toujours selon comment les hommes en ont besoin, selon leur misère et leur capacité de changer. Parce que ce qui chez l’un a pour conséquence un total changement de sa volonté, peut rester chez l'autre entièrement sans impression, car il lui est nécessaire de plus grandes preuves de Mon Être, que Mon Amour lui tourne pour le sauver. Mais Je M’arrête aussi là où aucun signe extérieur ne confirme cela. Je Suis présent de la même manière dans le cœur d'un homme qui M’offre son amour et sa volonté, mais sur celui-ci J'agis d’une manière douce et tendre, parce que celui-ci n'a pas besoin de preuves évidentes de Ma Présence. Il en est conscient, et il Me perçoit clairement près de lui, parce qu'il est dans un rapport intime et enfantin avec Moi son Père et avec cela il possède déjà tout ce qui est nécessaire pour le chemin de sa vie terrestre ; et alors il possède une foi inébranlable en Moi et dans Mon Amour, qui le fait agir totalement selon Ma Volonté. Mais là où la mauvaise foi est encore trop forte, là où Mes Paroles seules ne suffisent pas, là J’aide encore avec des Signes et des Miracles, mais cela peut devenir un jugement pour l'homme, lorsqu’il lui manque la volonté de changer. La foi des malades et des misérables a cependant seulement besoin souvent d'une poussée pour arriver à un renforcement pour qu’il Me confesse devant le monde. Je peux donc Me manifester à beaucoup de malades et de misérables dans Ma Puissance et Ma Magnificence, parce que ceux-ci sont déjà souvent purifiés à travers leur maladie de sorte que leur âme Me reconnait plus facilement dès que Je viens près d’eux. Ces hommes malades ne Me refusent pas l'accès à leur cœur, et lorsqu’il leur est prêché Ma Parole, alors elle les touche avec une telle puissance que la Force de Ma Parole a déjà un effet guérissant, et pour cela de tels malades peuvent même expérimenter la guérison parce qu'ils croient en Moi. Mais les mécréants qui voient cela doivent d'abord faire devenir vivante une foi qu’ils devront conquérir par l'amour. Et selon leur degré d'amour leur foi se manifestera maintenant en conséquence; mais leur responsabilité devient pour eux plus grande s'ils laissent passer au-delà d’eux avec indifférence une preuve évidente de Mon Action, car après les vicissitudes ils peuvent certes croire, mais ils ne changent pas nécessairement leur mode de vie. Donc ne désirez pas de preuves trop évidentes de foi, parce qu'au travers de ces preuves vous recevez une Grâce extraordinaire qui vous oblige aussi extraordinairement. Mais si elle vous est offerte, alors estimez la et utilisez ces Grâces de façon à recevoir un degré majeur de maturité, afin de Me reconnaître Moi et Mon Nom devant le monde pour ensuite être de fidèles serviteurs dans Ma Vigne qu'ensuite Je bénirai pour leur travail qu'ils effectuent pour Moi et à Mon Royaume.

Amen

Ziekengenezing Tekenen en wonderen - Bewijzen

IK ken de mijnen en ken ook hun wil, en volgens die wil stel IK hen aan werkzaam te zijn voor MIJ en Mijn rijk. Daarom is zowel de aard van het werk alsook het wezen van de knechten in Mijn wijngaard verschillend, want een ieder heeft arbeid die met de aard van zijn wezen overeenkomt. Een ieder dient MIJ naar zijn bekwaamheid en IK neem de dienst van ieder aan die van goede wil is en naar MIJ op weg is.

Bovendien zijn ook de harten van de mensen die onderricht moeten worden verschillend, dus moeten ook de akkers in Mijn wijngaard op verschillende manieren bewerkt worden. Maar dat kan IK alleen beoordelen, IK, DIE de kleinste ingevingen van ieder mensenhart ken die voor succesvolle verlossingsarbeid gebruikt zullen worden.

IK ben in de storm evenals in het stille suizen van de wind te herkennen; de sterkste elementen bewijzen MIJ en de zachste ademtocht getuigt van MIJ. Altijd ben IK de Veroorzaker, de Bron, de OORsprong. Daarom openbaar IK MIJZelf nu eens vaag en dan weer duidelijk herkenbaar; doch steeds ben IK te herkennen door hem die MIJ zoekt en MIJ herkennen wil. En steeds geef IK MIJ zo te kennen zoals de mensen het nodig hebben, naargelang ieders nood en zijn geschiktheid te veranderen. Want wat bij de een een volledige omkeer van zijn wil teweeg brengt kan bij de ander geheel geen indruk maken, om welke reden hij grotere bewijzen van Mijn bestaan nodig heeft, die Mijn Liefde hem ook doet toekomen om hem te redden.

IK ben echter ook daar waar geen uiterlijke tekenen dit bevestigen. IK ben in het hart van een mens die MIJ zijn liefde en zijn wil schenkt, precies zo tegenwoordig. Maar op hem werk IK teder en stil in, want deze heeft geen openlijke bewijzen van Mijn tegenwoordigheid nodig. Hij is er zich van bewust en hij voelt MIJ zo duidelijk in zijn nabijheid dat hij in 'n innige verhouding als kind tot MIJ - zijn VADER staat, en daardoor reeds alles bezit wat voor zijn aardse levenswandel nodig is. Hij bezit dan een onwankelbaar geloof in MIJ en Mijn Liefde, dat hem geheel naar Mijn Wil laat handelen.

Maar waar het ongeloof nog zo sterk is dat woorden alleen niet genoeg zijn, daar help IK nog 'n handje door tekenen en wonderen. Maar dat kan voor de mens ook tot een gericht worden, als hem de wil zich te veranderen ontbreekt. Het geloof van zieken en noodlijdenden heeft vaak maar een aansporing nodig om die sterkte te bereiken dat die MIJ voor de wereld belijdt. IK kan MIJ daarom aan veel zieken in Mijn Macht en Heerlijkheid openbaren omdat zij door hun ziekte meestal al gelouterd zijn, zodat hun zielen MIJ gemakkelijker herkennen als IK hen nader. Deze zieke mensen beletten MIJ de toegang tot hun hart niet, en wanneer hun Mijn Woord wordt gepreekt raakt dit hen met zulk een macht, dat de kracht van Mijn Woord al een genezende uitwerking heeft. En daarom kunnen zulke zieken ook genezing vinden - omdat zij geloven.

Maar de ongelovigen die dat gewaarworden, die moeten het daardoor verkregen geloof eerst door de liefde levend laten worden. En naarmate de grootte van hun liefde zal nu ook hun geloof effect hebben. Maar hun verantwoording wordt des te groter als zij een duidelijk bewijs van Mijn werkzaam zijn onverschillig aan zich voorbij laten gaan. Als zij volgens dat wat zij beleefden wel zouden moeten geloven, maar hun levenswandel toch niet veranderen.

Verlang daarom niet naar al te duidelijke bewijzen om te geloven, want u ontvangt daarmee een buitengewone genade - die u echter ook een buitengewone verantwoordelijkheid geeft. Wanneer ze u echter geschonken worden, trek er profijt uit en benut deze genaden dan ook om een hogere graad van rijpheid te bereiken - en ook om dan MIJ en Mijn Naam voor de wereld te belijden - om voor MIJ getrouwe knechten in Mijn wijngaard te zijn - die IK dan voor hun arbeid zegen die zij voor MIJ en Mijn rijk volbrengen.

Amen