Compare proclamation with translation

Other translations:

State of twilight in the beyond....

Souls passing over into the kingdom of the beyond without having found their Redeemer will find themselves engulfed by thick fog, providing they don't enter the kingdom of darkness due to their totally God-opposing way of life on earth. But there are people who have not become guilty of any explicit wrongdoing, whose offence generally consisted of failing to do good works, who can neither be called bad nor good and whose spirit is therefore not so dark as to be expected by profound darkness in the beyond. Nevertheless, they are not suitable for the kingdom of light either, for their souls are not yet receptive to light, their souls are still encased in thick twilight, they have absolute minimal realisation, depending on their deeds of love which a soul will be able to look back on.

And most souls called back from earth are in this kingdom of twilight.... people, who were apparently righteous in the world and yet have little faith because they lacked love on earth. And these souls are now facing a time of utter barrenness.... a time when they wander about lonely and alone with their thoughts. They are unable to recognise anything in their surroundings, they are spiritually blind and also incapable of perceiving anything but themselves, however, they have not lost their sense of identity, they also remember their past earthly life yet only rather indistinctly and occasionally.... They are in a permanent state of drifting about and searching, for they cannot find what they are looking for.... a place of peace and safety, since they failed to acquire it during their earthly life. They effectively had been parasites on earth, they had lived without having fulfilled their true purpose of life, they have only ever taken and given nothing in return.... irrespective of whether it is understood in an earthly or spiritual way.... They had not acquired any spiritual possessions for themselves but utilized their earthly life in line with their demands. They had spent their earthly life without having seriously thought about its meaning and purpose and living their life accordingly.... And this is what they will receive in the kingdom of the beyond; they won't find anything because they didn't acquire anything that is of lasting value in the spiritual kingdom.

Only now will it show as to whether such a person will be lovingly remembered.... For every loving thought is like a firm foundation on which the soul is now able to move with a certain sense of confidence.... Every loving thought provides the soul with a glimmer of light wherein it is able to recognise its surroundings, if only for a brief moment, but it is stimulated to reflect on it, and its state can only change through deliberation, by experiencing the blissful relief of every loving thought, by starting to regret when it realises what it had failed to do on earth. And, depending on its nature, its willingness and its resistance, the state of such a soul can change equally soon, if it is not entirely obstinately-minded, in which case its blindness can last for an extremely long time before the twilight will give way to a small ray of light.... And since only loving thoughts can provide this relief, much strength of intercession has to be bestowed upon the soul, it should not be left to its fate, which would merely infinitely prolong its lightless state, for only love will be able to change it, love, which fellow human beings will forward to such a soul and which the soul itself lacked in earthly life, but which will be accepted by God on behalf of such a soul....

But it is possible for all you humans on earth to render much help with your love, and you should therefore constantly stay in mental contact with the souls of the departed, time and again you should tell them about the Gospel of love and that they, even in the beyond, will still have to comply with these two commandments, to love God above all else and their neighbour as themselves.... For this is the only way by which they will be able to make contact with Jesus Christ, without Whom it will be impossible for any soul to enter the kingdom of light. The souls still wandering about in the twilight have not yet made any contact with Jesus Christ, they have not yet found salvation, which was the reason for their life on earth, but they absolutely have to attain it in the beyond if they don't want to descend into the abyss.... Souls wandering about in twilight have not yet been pushed into the abyss, they still have a slight opportunity to find their path into the kingdom of light, for after a long time of barrenness beings of light.... which, however, do not identify themselves as such.... will repeatedly direct them towards the right path leading to Jesus Christ.

And in order that they follow the beings of light, in order that they surrender their opposition, they will require much intercession which you should not deny to the souls. They will be eternally grateful to you if your love prevents their fall into the abyss, if you help them to find their way out of the twilight into the kingdom of light, for your loving intercession will prevent their regression, their souls will become softer and more yielding, and they will find Salvation through Jesus Christ, Who forgives everyone if only he remembers Him and calls upon Him....

Amen

Translator
Translated by: Heidi Hanna

Schemertoestand in het hiernamaals

De zielen die overgaan in het rijk hierna zonder hun Verlosser te hebben gevonden, bevinden zich in dichte nevelen als ze het rijk der duisternis niet binnengaan omdat ze op aarde een levenswandel geheel tegen God in hebben geleid. Maar er zijn ook mensen die zich aan geen onmiskenbaar onrecht schuldig hebben gemaakt, wier overtreding meestal bestaat in het nalaten van goede werken. Mensen die niet goed en niet slecht kunnen worden genoemd en die daarom niet zo'n verduisterde geest hebben dat hen in het hiernamaals de diepste duisternis wacht. En toch passen ze ook niet in het lichtrijk, want hun zielen zijn nog niet ontvankelijk voor het licht. Hun zielen zijn nog omgeven door dichte schemering, hun inzicht is zeer minimaal, al naar gelang de daden van liefde waarop een ziel kan terugzien.

En in dit rijk van de schemering bevinden zich de meeste zielen die van de aarde zijn weggeroepen. Mensen die rechtvaardig schenen in de wereld en toch weinig waar geloof hebben omdat hun op aarde de liefde ontbrak. En voor deze zielen volgt nu een tijd van totale vereenzaming. Een tijd, waarin ze eenzaam ronddolen en alleen zijn met hun gedachten. Ze kunnen niets om zich heen onderscheiden. Ze zijn blind van geest en ze zijn ook niet in staat buiten zich iets waar te nemen, maar ze hebben het zelfbewustzijn niet verloren. Ze denken ook aan hun leven op aarde dat achter hen ligt, echter alleen erg onduidelijk en van tijd tot tijd. Hun blijvende toestand is een voortdurend ronddwalen en zoeken, want wat ze zoeken kunnen ze niet vinden - een plaats van rust en geborgenheid - omdat ze zich deze in het leven op aarde niet hebben verworven. Ze waren in zekere zin parasieten op aarde, die leefden zonder het ware doel van hun leven na te komen. Die steeds hebben genomen en niets ervoor teruggaven, om het even of dit aards of geestelijk op te vatten is. Ze verwierven zich geen geestelijke goederen, maar ze benutten het leven op aarde ten volle volgens hun verlangen. Ze zijn door het leven op aarde gegaan, zonder serieus over de zin en het doel ervan na te denken en daaraan beantwoordend het leven op aarde te leiden. En net zo worden ze in het rijk hierna bedacht: ze treffen er niets aan, omdat ze niets verwierven wat duurzaam is in het geestelijke rijk.

Nu komt pas aan het licht of er aan zo'n mens liefdevol wordt gedacht. Want elk liefdevol gedenken is als een vaste grond waarop de ziel zich nu kan bewegen met een bepaalde zekerheid. Elke liefdevolle gedachte verschaft de ziel een lichtpuntje waarin ze haar omgeving onderscheidt, al is het maar voor korte tijd. Maar het zet haar aan tot nadenken en alleen door nadenken kan de toestand bij haar veranderen, doordat ze de weldaad van een liefdevol gedenken ervaart, doordat ze begint spijt te krijgen, omdat ze inziet wat ze op aarde heeft verzuimd. En al naar gelang haar geaardheid, haar bereidwilligheid en haar weerstand, kan de toestand van zo'n ziel ook evenzo snel veranderen, als ze maar niet helemaal koppig van geest is en dan haar blindheid enorm lang kan duren, voordat de schemering wijkt voor een lichtsprankje. En omdat alleen liefdevolle gedachten haar deze verbetering verschaffen, moet zo'n ziel veel kracht van de voorbede worden geschonken. Ze mag niet aan haar lot worden overgelaten, wat haar toestand zonder licht alleen maar eindeloos zou verlengen, want alleen liefde kan haar veranderen. Liefde die door medemensen zo'n ziel wordt nagezonden, die aan de ziel zelf ontbrak in het aardse leven, maar plaatsvervangend voor zo'n ziel door God wordt aangenomen.

Maar voor u mensen op aarde is het mogelijk, door uw liefde veel hulp te verlenen. En u moet steeds door middel van gedachten de verbinding met de zielen van de overledenen in stand houden. U moet hun steeds weer het evangelie van de liefde voorleggen, dat ze ook in het hiernamaals nog deze twee geboden moeten nakomen: God beminnen boven alles en de naasten als jezelf. Want alleen daardoor kunnen ze ook in contact komen met Jezus Christus, zonder wie een binnengaan in het lichtrijk voor iedere ziel onmogelijk is. Zielen die in de schemering ronddolen, hebben nog geen verbinding met Jezus Christus. Ze zijn nog niet verlost, wat het doel is waarom ze op aarde vertoefden. Maar ze moeten dit onvoorwaardelijk nog in het hiernamaals bereiken, als ze niet willen wegzinken in de diepte. Zielen die in de schemering rondgaan, zijn nog niet in de diepte gestort. Ze hebben nog gemakkelijk de mogelijkheid, de weg in het lichtrijk te vinden, want na een langdurige vereenzaming worden ze steeds weer door lichtwezens, die zich echter niet als zodanig kenbaar maken, op de juiste weg gewezen die naar Jezus Christus leidt.

En opdat ze deze lichtwezens volgen, opdat ze hun weerstand opgeven, is veel voorspraak nodig, die u de zielen niet zult mogen onthouden. Ze zullen u hiervoor eeuwig dankbaar zijn wanneer u met uw liefde het neerstorten in de diepte verhindert, wanneer u hen zult helpen dat ze vanuit de schemering de weg naar het rijk van het licht vinden. Want met liefdevolle voorspraak behoedt u ze voor een achteruitgang. Hun zielen worden zachter en meegaander en ook zij zullen verlost worden door Jezus Christus, die allen vergeeft die maar aan Hem denken en naar Hem roepen.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte