Compare proclamation with translation

Other translations:

Jesus' battle against temptations....

My earthly life, too, was subjected to the same temptations and battles which you have to overcome.... I, too, had to struggle in order to bring all substances of the earthly body into the right order. I, too, knew and had to fight against cravings, for I was afflicted by the same weaknesses which cause you problems and only My inherent willpower mastered them. Hence I used force on My body, I did not allow it to gain control over My soul but prevailed over it and was able to do so by virtue of the love which flared up in Me as I lived among the enslaved human race.... I saw the adversity around Me which aggrieved people both in an earthly way as well as spiritually. And the burning desire to help them arose in Me.... For that reason I paid no attention to the body's desire in Me, I did not oblige it, for I knew, had I paid attention and satisfied My physical cravings, I would only have weakened in My willingness to help.

However, it was a difficult battle, for temptations besieged Me from all sides and the human nature in Me sought fulfilment.... But My soul turned to God, the stronger the temptations became the more it looked for the connection with the Father, and therefore it also received increasingly more strength, because this bond never remained ineffective. My life on earth was truly not an easy one until the complete unification with the Father-Spirit had taken place.... For I was as human as you and first had to do that which is also your task: to develop love to utmost perfection in order to thereby be able to give access in Me to the fullness of God.... the Eternal Love.... thus to find the ultimate union with Him, which is your goal on earth too. And even though My soul had come from the kingdom of light, it was nevertheless exceedingly besieged by its body of flesh, whose matter was the same as your body and thus also consisted of spiritually-immature substances which were still under the adversary's control, which he constantly impelled into all kinds of cravings and passions. The fact that I did not succumb to them as a human being was only achieved by the love in Me which strengthened My will to resist. And staying in dark and sinful surroundings also gave the external evil spirits an opportunity to besiege the body and to entice it with make-belief images which were intended to confound the senses and weaken My resistance. But I was not allowed to push these evil spirits aside.... I had to try to pacify them, I also had to let love come to the fore because I realised that they, too, were pitiful beings under the adversary's control which should also be released from him one day. And therefore I did not use force against these evil spirits but had to exercise patience and gentleness, I had to resist them and calm them down through My willingness to love until they let go of Me by themselves....

I was a human being and had to fight and suffer like a human, because all this was part of the act of Salvation I wanted to accomplish for My fallen brothers.... For at the same time I also wanted to show people how they can master their weaknesses and cravings, I wanted to exemplify to them the life which should help them gain freedom and achieve unification with the eternal Father.... I wanted to prove to them that it is possible to resist all temptation with the strength of love, that love is the first and last condition in order to live earthly life successfully, to become perfect and to unite with God.... The love in Me made Me, as a human being, realise the cause of the wretched state, just as you humans can only gain the right understanding through love. And the love in Me also gave me the strong will to carry out the act of Salvation on account of which My soul had embodied itself on earth.... As a human being I knew that I would only be able to accomplish this act with the strength of God's love, and therefore I called for 'Love', I beseeched It to give Itself to Me, and thus also shaped Myself appropriately to receive God's strength of love in Me.... I tried to resist all cravings, I denied entry to all impure thoughts the adversary wanted to awaken in Me, time and again I confronted him with My love from which he had to flee, and thus soon only love filled My heart. I formed an increasingly more heartfelt bond with the Eternal Love Which gave Itself to Me and thus also made Me become increasingly stronger, so that I approached the final goal of My earthly existence with a firm will. Yet the adversary did not stop besieging My body time and again with ever fiercer temptations as My intention became more evident to him.... And I had to fight him until My end.... time and again My human nature emerged in Me so that, in My weakness, I prayed to the Father 'If Thou be willing, remove this cup from Me....' But the bond with the Father was stronger and I utterly succumbed to His will.... I foresaw humanity's boundless misery and the love which constantly grew more powerful was ready for humanity's rescue mission.... A human being suffered and died the death on the cross, yet this human being was merely a shell for Me Myself, I was able to take abode in Him, and it was Love which accomplished the act of Salvation, it was Love which redeemed humanity's guilt of sin and this Love was I Myself....

Amen

Translator
Translated by: Heidi Hanna

De strijd van Jezus tegen de verzoekingen

Ook mijn leven op aarde was aan dezelfde verzoekingen en gevechten blootgesteld die u hebt te overwinnen. Ook Ik moest worstelen om alle substanties van het aardse lichaam in de juiste ordening te brengen. Ook Ik kende de begeerten en moest er tegen vechten, want Ik was met dezelfde zwakheden behept die u veel last bezorgen en alleen de wilskracht in Mij werd ze de baas. En daarom deed Ik mijn lichaam geweld aan. Ik liet het niet de macht over mijn ziel verkrijgen, maar Ik overwon het en kon dit op grond van de liefde, die in Mij opgloeide toen Ik Me te midden van de geknechte mensheid begaf.

Ik zag de nood om Me heen, die zowel aards als ook geestelijk op de mensheid drukte. En in Mij ontbrandde het vurige verlangen om hen te helpen. Daarom lette Ik niet op het lichamelijke verlangen in Mij, Ik gaf er geen gehoor aan, want Ik wist dat Ik alleen maar zwakker zou zijn geworden in mijn wil om te helpen, als Ik acht had geslagen op mijn lichamelijke begeerten en ze had vervuld.

Maar het was een zware strijd, want van alle kanten drongen de verzoekingen zich aan Mij op en het menselijke in Mij zocht naar vervulling. Maar mijn ziel keerde zich tot God. Ze zocht steeds meer de verbinding met de Vader, naarmate de verleidingen heftiger werden. En ze ontving daarom ook steeds meer kracht, omdat deze band nooit zonder uitwerking bleef. Ik had waarlijk geen gemakkelijk leven op aarde af te leggen, tot de algehele vereniging met de geest van de Vader had plaatsgevonden. Want Ik was een mens, net als u. En Ik moest eerst hetzelfde doen wat ook uw taak is: de liefde tot de hoogste ontplooiing brengen om daardoor God, de eeuwige Liefde, in alle volheid in Mij op te kunnen nemen, dus de definitieve aaneensluiting met Hem te vinden, die ook uw doel op aarde is. En ofschoon mijn ziel uit het lichtrijk was, werd ze toch door haar vleselijk omhulsel buitengewoon in het nauw gedreven. De materie was als uw lichaam en bestond daarom uit geestelijk onrijpe substanties waar de tegenstander nog macht over had, die hij voortdurend aanzette tot begeerten en hartstochten van allerlei aard. Dat Ik hier als mens niet aan ten prooi viel, bracht alleen de liefde in Mij tot stand, die de wil in Mij sterker maakte om weerstand te bieden.

En het verblijf in de duistere, zondige omgeving, gaf ook de verderfelijke geesten van buiten de gelegenheid het lichaam lastig te vallen en het verlokkende beelden voor te spiegelen, welke de zinnen benevelen en mijn weerstand moesten verzwakken. Maar Ik mocht deze verderfelijke geesten niet opzij dringen. Ik moest proberen ze zachter te maken. Ook tegenover hen moest Ik de liefde naar voren laten treden, omdat Ik inzag dat ook zij deerniswekkende wezens waren, die de tegenstander in zijn macht had en die eens van hem zouden moeten worden verlost. En daarom mocht Ik niet met geweld tegen deze kwade geesten optreden, maar moest Ik Me oefenen in geduld en zachtmoedigheid. Ik moest hen weerstaan en door mijn wil om lief te hebben hen zachter maken, tot ze van Mij afzagen.

Ik was een mens en heb moeten strijden en lijden als een mens, omdat dit alles tot het verlossingswerk behoorde dat Ik voor mijn gevallen broeders wilde volbrengen. Want Ik wilde tegelijkertijd ook de mensen tonen op welke manier ze meester over hun zwakheden en begeerten kunnen worden. Ik wilde hun het leven voorleven, dat ook hen moet helpen vrij te worden en zich aaneen te sluiten met de Vader van eeuwigheid. Ik wilde hen bewijzen dat het mogelijk is alle verzoekingen te weerstaan met de kracht van de liefde, dat dus de liefde eerste en laatste voorwaarde is om het aardse leven te kunnen afleggen met het succes volmaakt te worden en zich met God te verenigen.

De liefde in Mij gaf Mij als mens het besef van de reden van de ongelukkige toestand, zoals ook u mensen pas door de liefde tot het juiste inzicht zult kunnen komen. En de liefde in Mij gaf Mij ook de sterke wil om het werk van verlossing te verwezenlijken, ten behoeve waarvan mijn ziel zich op aarde had belichaamd. Ik wist als mens, dat Ik alleen met de kracht van de liefde uit God dit werk zou kunnen volbrengen. En daarom vroeg Ik om de liefde. Ik smeekte haar zich aan Mij te schenken en Ik maakte dus mijzelf ook gereed om de kracht van de liefde van God in Me op te nemen. Ik trachtte alle begeerten te weren. Alle onzuivere gedachten, die de tegenstander in Mij wilde wekken, belette Ik de toegang. Ik stelde steeds weer mijn liefde tegenover hem, waarvoor hij moest wijken. En zo was mijn hart spoedig alleen vervuld van de liefde. Ik verbond Me steeds inniger met de eeuwige Liefde, die zich aan Mij schonk en Mij nu ook krachtig liet worden, zodat Ik met een sterke wil de eindbestemming van mijn bestaan op aarde tegemoet ging.

Desondanks hield de tegenstander niet op mijn lichaam steeds weer buitengewoon te kwellen, doordat hij Mij steeds meer in verzoeking bracht, hoe duidelijker hem mijn voornemen werd. En Ik moest tegen hem strijden tot aan mijn einde. Steeds weer kwam het menselijke in Mij tevoorschijn, zodat Ik in mijn zwakte tot de Vader bad: "Als het mogelijk is, laat dan deze kelk aan Mij voorbijgaan." Maar de band met de Vader was sterker en Ik gaf Me volledig over aan Zijn wil. Ik zag de grenzeloze ellende van de mensheid en de steeds sterker wordende liefde was bereid tot het reddingswerk voor deze mensheid.

Een mens leed en stierf de dood aan het kruis. Doch deze mens was alleen het omhulsel van Mij zelf. Ik kon mijn intrek in hem nemen en het was de liefde die het verlossingswerk volbracht. Het was de liefde welke de zondeschuld van de mensheid teniet deed. En deze liefde was Ik zelf.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte