Compare proclamation with translation

Other translations:

spirit - mind.... function of the body.... spirit from God....

Without the gift of inner enlightenment you go through earthly life ignorant. Although you believe yourselves to be knowledgeable because you have been endowed with intellect and reason by the eternal creator, you can only use them in an earthly sense as long as you do not ask God to enlighten your spirit. spirit and intellect are therefore not the same thing; a person can use his intellect without having awakened his spirit within himself. He can achieve the greatest earthly successes through his intellectual thinking and yet walk along in the deepest darkness of the spirit. And in the same way a spirit awakened to life can be extraordinarily active in a person so that it is also recognizable to the outside world, and intellectual thinking need not be used at all.... The human being can now express himself extremely wisely, i.e. bring great knowledge to the attention of his fellow human beings, for which no special intellectual work was necessary. So a well-developed intellect is not absolutely necessary in order to be receptive to divine wisdom. In fact, the human intellect is often an obstacle to the reception of spiritual knowledge, for this wants to penetrate the human heart unhindered but encounters resistance when only intellectual thinking is involved, because earthly wisdom always strives towards divine wisdom as long as the human being does not regocnize the awakened spirit of God as the giver of wisdom. What the spirit from God teaches man does not require the intellect, but the human intellect must also be active in order to utilize what has been taught by the spirit of God. Then man must use the gift of God and thus all abilities given to him are only useful for the higher education of the soul, then these are used according to the will of God. The human being has been given intellect in order to reflect on his earthly existence and its purpose and actual destiny. However, it is least used for this purpose. All intellectual thinking mostly revolves around earthly problems; all mental activity is aimed at improving earthly life, and thus the intellect alone is active, but the spirit from God is not yet at work....

(4.7.1940) Its working is only the result of human efforts to explore spiritual fields, and again these efforts must be based on a deep desire for truth and the knowledge of the eternal divine, but these researches must not be undertaken for the sake of earthly advantage. The spirit from God is by no means perceptible to the human being who is only interested in earthly problems. He claims his intellectual thinking, i.e. the function of his body, for a work which again only appears to be beneficial to the body. And this function is now carried out entirely according to the will of the human being, while.... thus the spirit from God is at work when it is a matter of solving spiritual problems.... the human will is only involved insofar as it leaves itself to the divine spirit; but now the spirit from God orders the thoughts, thus guides the mental activity towards the right realization. The human being is therefore willing to make use of a power that is not unconsciously available to him. And he must bring this power to unfold within himself through active loving activity.... He can therefore increase his intellectual thinking with the guarantee of the full truthfulness of what is the result of his thinking, whereas the activity of the intellect alone is no guarantee of absolute truth. The human being therefore has it in his own hands to considerably increase his knowledge, always with the guarantee that it will be conveyed truthfully if he not only lets his intellect speak but also his heart, for the divine spiritual spark in him can only be awakened emotionally, and this feeling, which has to be cultivated in order to awaken the spirit of God, is love.... Without being active in love, the awakening of the spirit of God is impossible, so pure truth and increased knowledge will always be the result of an extremely active activity of love. spirit and intellect will therefore only be able to work together when the researching human being has already shaped his nature into love and his research is now aimed at solving spiritual problems, although even then earthly thought activity will likewise be guided by God's spirit and thus also guarantee truth....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Geest-Verstand – Functie van het lichaam – Geest van God

Zonder de gave van het innerlijk inzicht, gaan jullie onwetend door het aardse leven. Jullie geloven weliswaar wetend te zijn, omdat jullie door de eeuwige Schepper met verstand en rede uitgerust zijn, maar jullie kunnen deze slechts met aardse gezindheid gebruiken, zolang jullie God niet om verlichting van de geest vragen.

Geest en verstand zijn dus niet hetzelfde. De mens kan zijn verstand gebruiken zonder zijn geest in zich opgewekt te hebben. Hij kan door zijn verstandmatige denken de grootste aardse successen behalen en toch in de diepste duisternis van de geest voortgaan. En tegelijkertijd kan een tot leven gewekte geest in de mens buitengewoon werkzaam zijn, zodat hij ook naar buiten toe herkenbaar is en er hoeft op het verstandsmatige denken beslist geen beroep te worden gedaan. De mens kan zich nu buitengewoon wijs uiten. Dat wil zeggen de medemensen een groot weten ter kennis geven, waarvoor geen bijzonder werk van het verstand nodig was.

Een goed ontwikkeld verstand is dus niet absoluut nodig om in staat te zijn om goddelijke wijsheden op te nemen. Vaak is het menselijke verstand zelfs hinderlijk voor het in ontvangst nemen van geestelijke kennis, want deze wil onbelemmerd in het hart van de mens binnendringen, maar het stuit bij louter verstandsmatig denken op tegenstand, omdat aardse wijsheid steeds de goddelijke wijsheid tegenstreeft, zolang de mens de opgewekte geest van God niet als gever van de wijsheid herkent.

Wat de geest uit God de mensen onderwijst, heeft het verstand niet nodig, maar voor de toepassing van hetgeen door de geest van God onderwezen is, moet ook het menselijke verstand werkzaam zijn. Dan moet de mens het geschenk van God gebruiken en dus alle aan hem gegeven bekwaamheden alleen gebruiken voor de opwaartse ontwikkeling van de ziel. Dan zijn deze overeenkomstig de wil van God gebruikt.

De mens werd het verstand gegeven om na te denken over zijn bestaan op aarde en diens doel en zijn eigenlijke bestemming. Maar daar wordt dit het minst voor gebruikt. Meestal draait al het verstandsmatige denken om aardse vraagstukken. Elke activiteit van de gedachten betreft de verbetering van het aardse leven en dan is dus alleen het verstand actief, maar is de geest uit God nog niet aan het werk.

(04-07-1940). Zijn werkzaam zijn is in de eerste plaats het gevolg van de menselijke inspanningen om geestelijke gebieden te onderzoeken en opnieuw moeten aan deze inspanningen het diepe verlangen naar de waarheid en de kennis van het eeuwig goddelijke ten grondslag liggen, maar dit onderzoeken moet niet ter wille van aardse voordelen ondernomen worden. De geest uit God is op geen enkele manier waarneembaar voor de mens, die alleen voor aardse vraagstukken interesse heeft. Die maakt alleen gebruik van het verstandsmatige denken. Dat wil zeggen voor de functie van zijn lichaam voor een werk, dat juiste weer alleen nuttig voor het lichaam lijkt.

En deze functie wordt nu geheel overeenkomstig de wil van de mens uitgevoerd, doordat, als de geest uit God aan het werk is, als het erom gaat geestelijke vraagstukken op te lossen, de menselijke wil er slechts in zoverre aan deelneemt, zoals hij zich aan de goddelijke geest overlaat, maar de geest uit God ordent nu de gedachten, dus leidt de werkzaamheid van de gedachten naar het juiste inzicht. De mens is nu dus bereidwillig om een beroep te doen op een kracht, die hem niet onbewust toegestuurd wordt. En deze kracht moet hij zelf in zichzelf tot ontplooiing brengen door actief te zijn met daden van liefde. Hij kan dus zijn verstandsmatige denken laten toenemen en wel met de zekerheid van volledige waarachtigheid van datgene, wat het resultaat van zijn denken is, terwijl de werkzaamheid van het verstand alleen geen zekerheid voor de absolute waarheid is.

De mens heeft het zelf in de hand om zijn kennis aanzienlijk te vergroten, steeds met de garantie het overeenkomstig de waarheid overgedragen te krijgen, als hij niet alleen het verstand, maar ook het hart laat spreken. Want de goddelijke geestvonk in hem kan enkel gevoelsmatig opgewekt worden en dit gevoel, dat voor het opwekken van de geest beoefend moet worden, is de liefde. Zonder actief te zijn in de liefde is het opwekken van de goddelijke geest onmogelijk, dus zal de zuivere waarheid en de toegenomen kennis steeds het gevolg zijn van een uiterst actieve werkzaamheid in de liefde.

De geest en het verstand zullen pas dan samen kunnen werken, wanneer de onderzoekende mens zijn wezen al tot liefde gevormd heeft en nu dit onderzoeken de oplossing van geestelijke vraagstukken betreft, hoewel ook dan de aardse activiteit van de gedachten eveneens door de geest van God geleid wordt en dus dan ook de waarheid garandeert.

Amen

Translator
Translated by: Peter Schelling