Der Körper soll der Seele zur geistigen Reife verhelfen, indem er sich selbst aufgibt, indem er jede Begierde unterdrückt und nur das Verlangen der Seele zur Geltung kommen läßt, die sich, so der Körper sie frei gibt, ganz dem Geist in sich hingibt, also seinem Verlangen und seinem Drängen nachgibt. Je mehr der Körper sich dem Verlangen der Seele anschließt, desto mehr vergeistigt sich also auch die materielle Außenform der Seele, und es braucht diese dann keinen so langen Erdenweg mehr zurücklegen, wohingegen ein vollständig materiell eingestellter Körper noch nach seinem Leibestod lange Zeit benötigt, ehe er sein Begehren überwunden hat. Es sind gleichsam die geistigen Substanzen der Außenformen jener Seelen verfeinert, sie sind nicht mehr so grobstofflich, wenngleich sie noch irdische Materie sind. Die Seele zieht ihn mit hinüber in das Bereich des Geistes, dem sie jede Herrschaft über sich eingeräumt hat, und der Körper folgt ihr willig, er leistet auf alles Verzicht, was ihm sonst begehrenswert erschien, er ist völlig widerstandslos und daher auch nicht mehr der Welt zugewandt. Und es wird ein Mensch schneller reifen, so Körper und Seele dem Geist in sich untertan sind. Dieser regieret sie nun in Liebe und Weisheit.... was er verlangt, führt die Seele und der Körper aus, und dies trägt zum geistigen Fortschritt bei. Denn die Seele wird die Stimme des Geistes vernehmen können, weil der Körper gleichzeitig bereit ist, indem er der Seele jede Störung fernhält, indem er sich selbst in den Zustand versetzt, daß sich die Stimme des Geistes äußert. Denn es muß sich der Körper völlig lösen von der Welt, er muß sein körperliches Ohr verschließen und der Seele das Horchen überlassen, auf daß diese es ihm dann vermittle. Je weniger die Seele vom Körper behindert wird, desto vernehmlicher ertönet ihr die Stimme des Geistes. Der Körper aber trägt auch großen Erfolg davon. Er überwindet viel leichter die Materie, er ist gewissermaßen gekräftigt durch die Speise, welche die Seele entgegennimmt, er vergeistigt sich immer mehr, und die Seele nimmt bei ihrem Abscheiden von der Welt geistige Substanzen des Körpers mit in sich auf. Die irdisch materiellen Bestandteile des Körpers werden keinen so langen Reifeprozeß durchzumachen haben, mitunter sogar zur Bildung einer neuen Menschenseele zugelassen werden, wo sie sich völlig vergeistigen können. Wo Seele und Körper dem Geist entgegendrängen, ist eine solche Vergeistigung gewährleistet, wenn auch Gottes ewige Ordnung innegehalten wird in der Aufwärtsentwicklung des Geistes. Es kann jedoch der Gang der Aufwärtsentwicklung erheblich verkürzt werden, wenn der Widerstand des Geistigen gebrochen ist, d.h., wenn das Geistige selbst jeden Widerstand aufgibt, was stets der Fall ist, wenn sich der Körper löset von allem, was er sonst anstrebt, wenn er der Seele das geistige Streben erleichtert, indem er selbst sich ihr anschließt und jede irdische Fessel zu sprengen sucht durch bewußte Hingabe und Unterstellen dem Geist in sich, der Seele und Körper nun an sich zieht, und eine rasche Aufwärtsentwicklung beider nun die Folge ist....
Amen
ÜbersetzerHet lichaam moet de ziel helpen geestelijk rijp te worden, doordat het zichzelf opgeeft, doordat het elke begeerte onderdrukt en alleen het verlangen van de ziel tot zijn recht laat komen, die zich - als het lichaam haar vrij laat - geheel aan de geest in zich overgeeft, dus zwicht voor diens verlangen en diens aandrang. Hoe meer het lichaam zich bij het verlangen van de ziel aansluit, des te meer vergeestelijkt zich dus ook de materiële buitenkant van de ziel. En deze heeft dan niet meer zo’n lange weg over de aarde af te leggen, terwijl een geheel materieel ingesteld lichaam nog na zijn lichamelijke dood lange tijd nodig heeft voordat het zijn begeren heeft overwonnen. De geestelijke substanties van de uiterlijke vormen van die zielen zijn als het ware verfijnd. Ze zijn niet meer zo grofstoffelijk, ofschoon ze nog aardse materie zijn. De ziel trekt het mee naar de overkant in het gebied van de geest aan wie ze elke heerschappij over zich heeft afgestaan, en het lichaam volgt haar gewillig. Het ziet af van alles wat het anders begerenswaardig toescheen. Het is volledig zonder weerstand en daarom ook niet meer op de wereld gericht.
En een mens zal sneller rijp worden als lichaam en ziel aan de geest in zich onderdanig zijn. Deze zal ze nu in liefde en wijsheid regeren. Wat hij verlangt wordt door de ziel en het lichaam uitgevoerd en dat draagt bij tot geestelijke vooruitgang. Want de ziel zal de stem van de geest kunnen vernemen, omdat het lichaam tegelijkertijd bereid is, doordat het elke storing ver houdt van de ziel terwijl het zichzelf in de toestand verplaatst dat de stem van de geest zich uit. Want het lichaam moet zich volledig losmaken van de wereld. Het moet zijn lichamelijk oor sluiten en het luisteren aan de ziel overlaten opdat deze het hem dan overbrengt. Hoe minder de ziel door het lichaam wordt gehinderd, des te duidelijker klinkt voor haar de stem van de geest.
Maar het lichaam behaalt daardoor ook een goed resultaat. Het overwint veel gemakkelijker de materie. Het is in zekere zin gesterkt door de spijs welke de ziel tot zich neemt. Het vergeestelijkt zich steeds meer en de ziel neemt bij haar heengaan van de wereld geestelijke substanties van het lichaam mede in zich op. De aards materiële bestanddelen van het lichaam zullen niet zo’n lang rijpingsproces hebben door te maken, soms zelfs tot de vorming van een nieuwe mensenziel worden toegelaten, waar ze zich volledig kunnen vergeestelijken.
Waar ziel en lichaam op de geest aansturen, is zo’n vergeestelijking gewaarborgd, als ook Gods eeuwige ordening in acht wordt genomen bij de positieve ontwikkeling van de geest. De gang van de positieve ontwikkeling kan echter aanzienlijk worden verkort, wanneer de weerstand van het geestelijke is gebroken, dat wil zeggen: wanneer het geestelijke zelf elke weerstand opgeeft, wat steeds het geval is wanneer het lichaam zich losmaakt van alles wat het anders nastreeft. Wanneer het voor de ziel het geestelijk streven verlicht, doordat het zelf zich bij haar aansluit en tracht elke aardse boei te verbreken door bewuste overgave en door zich te onderwerpen aan de geest in zich, die ziel en lichaam nu tot zich trekt en een snelle positieve ontwikkeling van beide nu het gevolg is.
Amen
Übersetzer