• Zurück

Jüngstes Gericht.... Göttliche Gerechtigkeit....

An das jüngste Gericht müsset ihr denken und euch vorzustellen versuchen, daß Gott euch doch in aller Gerechtigkeit richten und euch vergelten soll euer Handeln und Denken auf Erden. Es kann euch die göttliche Gerechtigkeit nicht freisprechen, auch wenn sie unendlicher Liebe fähig ist, so ihr nur die geringste Schuld traget; es muß jeder, auch der kleinsten Schuld die Sühne folgen, wo immer die göttliche Gerechtigkeit ihr Urteil sprechen soll. Und so wird der Tag des Gerichtes auch ein Tag unsäglicher Reue und bittersten Leides sein und entsetzlich qualvoll allen denen, die ihren Aufenthalt auf der Erde nicht genützt haben nach göttlichem Gebot, denn sie werden sich dem Richterspruch nimmermehr entziehen können. Wer auf Erden der Verantwortung zu entfliehen versucht, wird unerbittlich zur Rechenschaft gezogen werden, und es wird ihm keine Möglichkeit bleiben, seinen mangelhaften Zustand zu vertuschen, denn es wird offen und klar alles Tun und Lassen im Buch des Lebens verzeichnet sein und also auch verantwortet werden müssen. Und es kann die göttliche Gerechtigkeit nicht Milde walten lassen, wo eine jede Sündenschuld die gerechte Strafe fordert. Und es werden alle schlechten und alle guten Taten gegeneinander gewertet werden, und es wird die Waage des Gerichtes sich neigen nach der Seite des Übergewichtes, und es wird sonach in aller Gerechtigkeit der Urteilsspruch gefällt werden, und wohl dem, dessen schlechte Taten nicht das Übergewicht haben.... wohl dem, dessen Urteilsspruch nicht heißt: Gewogen und zu leicht befunden.... Die sich Gott dem Herrn verschreiben auf Erden, werden nichts zu fürchten haben am jüngsten Tage, ihr Wandeln auf Erden war mit jedem Schritt Gott wohlgefällig, sie erkannten in Ihm stets den Vater und brauchen daher nimmer mehr zu fürchten die Stunde des Gerichtes, denn im Bewußtsein recht vollbrachten Lebens ist auch kein Raum für Furcht im Herzen, und ohne Bangen geht ein solches Erdenkind dem Tage des Gerichtes entgegen. Unsagbar traurig dagegen ist es, liebe, nahestehende Menschen sich verantworten sehen zu müssen und ihnen ihr Los vorerst nicht abwenden zu können, denn es fordert die göttliche Gerechtigkeit doch von einem jeden Menschen, daß er seine Strafe und sein Los im Jenseits auf sich nimmt, und es kann dies nicht beliebig einem anderen Geistwesen zugewendet werden, da dies dem Gerechtigkeitssinn nicht entsprechen und also vom göttlichen Herrn auch nimmermehr gebilligt werden kann, daß ein Wesen seiner verdienten Strafe entgehen und ein reines Wesen dann statt seiner den Leidenszustand durchmachen müßte. Also wird der Tag des Gerichtes sowohl Glück und Wonne auslösen als auch bitterste Schmach und Leid, doch die ewige Gerechtigkeit läßt kein Wesen unverdient leiden oder auch unverdient selig sein.... Immer ist allein der Lebenswandel auf Erden ausschlaggebend, ob das Los der Gerichteten erträglich oder unerträglich ist, und es wird ein jeder sich ernstlich bemühen, so das Leben zu nützen, daß Werke der Liebe und Erfüllung der Gebote besonders stark ins Gewicht fallen und also das gerechte Urteil nicht Schrecken und Verzweiflung nach sich zieht. Denn es ist der himmlische Vater ein gerechter Richter, und es findet jede gute Tat, aber auch jede Unterlassung im Jenseits ihre rechte Vergeltung....

Amen

Het jongste gericht – Goddelijke gerechtigheid

Jullie moeten aan het jongste gericht denken en jullie moeten je proberen voor te stellen, dat God jullie toch in alle gerechtigheid richten en jullie je handelen en denken op aarde vergelden zal. De goddelijke gerechtigheid kan jullie niet vrijspreken, ook wanneer ze tot eindeloze liefde in staat is, als jullie ook maar de geringste schuld dragen. Op elke schuld, ook de kleinste, moet genoegdoening volgen, aangezien de goddelijke gerechtigheid haar oordeel uit moet spreken. En zo zal de dag van het gericht ook een dag van onnoemelijk berouw en het bitterste leed zijn en ontzettend kwellend voor degenen, die hun verblijf op aarde niet volgens het goddelijke gebod benut hebben, want ze zullen zich nooit aan de rechterlijke uitspraak kunnen onttrekken.

Wie op aarde probeert de verantwoordelijkheid te ontvluchten, zal onverbiddelijk rekenschap af moeten leggen en er zijn hem geen mogelijkheden gelaten om zijn gebrekkige toestand te verdoezelen. Want al het doen en laten zal openlijk en helder in het boek des levens geregistreerd zijn en dat moet dus ook verantwoord worden. En de goddelijke gerechtigheid kan niet toestaan, dat mildheid zegeviert, waar elke zondenschuld de juiste straf vereist. En alle slechte en goede daden zullen tegen elkaar afgewogen worden. En de weegschaal van het gericht zal naar de zijde van het grootste gewicht neigen en het oordeel zal dus in alle gerechtigheid geveld worden. En goed voor degenen, wiens slechte daden niet het grootste gewicht hebben. Goed voor degenen, wiens oordeel niet zal zijn: gewogen en te licht bevonden.

Degenen, die zich op aarde aan God de Heer wijden, zullen op de jongste dag niets te vrezen hebben. Hun gang over de aarde was God met elke stap welgevallig. Ze herkenden in Hem steeds de Vader en hoeven daarom nooit het uur van het gericht te vrezen. Want in het bewustzijn van een goed volbracht leven is ook geen ruimte voor vrees in het hart en het mensenkind gaat zonder angst de dag van het gericht tegemoet.

Het is daarentegen onnoemelijk treurig om lieve, dichtbij staande mensen te zien, als ze zich moeten verantwoorden en zij hun lot voorlopig niet af kunnen wenden, want de goddelijke gerechtigheid eist toch van elk mens dat hij zijn straf en zijn lot in het hiernamaals op zich neemt. En dit kan niet naar believen op een ander geestelijk wezen afgewenteld worden, omdat dit niet overeenstemt met het rechtvaardigheidsgevoel en het door de goddelijke Heer dus ook nooit goedgekeurd kan worden, dat een wezen zijn verdiende straf ontgaat en een zuiver wezen dan in zijn plaats de toestand van lijden door zou moeten maken.

Dus zal de dag van het gericht zowel geluk en het hoogste genot teweegbrengen, als ook de bitterste smaad en het bitterste leed. Maar de eeuwige gerechtigheid laat geen wezen onverdiend lijden of ook onverdiend zalig zijn. Steeds is alleen de levenswandel op aarde doorslaggevend of het lot van degene, die gericht wordt, draaglijk of ondraaglijk is. En eenieder zal zich ernstig inspannen om het leven zo te benutten, dat werken van liefde en vervulling van de geboden heel zwaar wegen en het rechtvaardige oordeel geen schrik of vertwijfeling teweegbrengt. Want de hemelse Vader is een rechtvaardige rechter. En elke goede daad, maar ook elk verzuim, vindt haar juiste vergelding.

Amen