Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Over het “spreken in tongen”

U zult in alle waarheid uw medemensen moeten onderrichten. En daarom zult u eerst de waarheid zelf van Mij in ontvangst moeten nemen. En steeds weer zeg Ik u, dat u met de waarheid helder licht ontvangt, dat het niet donker blijft in u, dat u voor alles zijn verklaring zult kunnen vinden en u zo dus opheldering wordt gegeven over de verschillende “gaven van de Geest”, die u ook zelf zult kunnen vaststellen bij diegenen, die in het bezit ervan zijn. Want u zult buitengewone vermogens moeten toegeven, wanneer een mens de gave van ziekengenezing heeft. U zult ook de gave om te voorspellen niet kunnen ontkennen, zoals ook een buitengewoon weten u duidelijk zal zijn. Allemaal dingen, waarover de mens anders niet beschikt. Krachten, die zich in een mens uiten en die niet kunnen worden geloochend, als goddelijk werkzaam zijn tot heil der zielen. Maar u vraagt Mij in het bijzonder naar de gave van het “spreken in tongen”.

Er is u van Mij uit al een eenvoudige verklaring toegekomen, dat deze gave een bijzonder teken is van de innigste band met Mij, maar zo uitgelegd, dat Ik door een mens spreek, de volkeren van verschillende naties aanspreek en dat deze hem in hun moedertaal horen, zodat ieder mens meent: hij spreekt tot hen in hun taal en dat deze gave een zo duidelijk teken van Mijn werkzaam zijn is, zoals het geweest is bij “het uitgieten van de Geest” over Mijn discipelen. Alle aanwezigen verstonden het toch in hun moedertaal. Ze spraken dus in “vreemde tongen”, maar niet, dat een mens een voor u onbegrijpelijke taal uitkraamt en nu gelooft vervuld te zijn met Mijn Geest.

Dit is een algehele verdraaiing van de Schrift, waarin wel gesproken wordt over het gelukzalige gevoel van de innerlijke band met Mij, die de mensen tot lofprijzing van Mijn wezen aanzet, die in alle stilte plaatsvindt, in een gebed, dat alleen de tong, maar niet de mond uitspreekt. Ik vraag u heel ernstig, wat een dergelijk gebed, dat de mond in onbegrijpelijke taal uitspreekt, voor zin zou hebben, wanneer daar een uitleg van iemand bij hoort. Kan Ik Zelf Me niet tegenover u mensen uiten, zodat u Mij helder verstaat? Ik wil u licht geven. Waarom zou Ik Me van een vertaler bedienen, die nu ook eerst door Mijn Geest moet zijn verlicht, om u een licht te kunnen geven? Ik ben een duidelijke en ware God en Ik zou waarlijk geen reden weten om u eerst een wanorde van woorden aan te bieden. Juist deze voorstelling van het spreken in tongen heeft de mensen ertoe gebracht, deze gave krampachtig te zoeken. En zo zijn sekten ontstaan, die zich als aanhangers van een pinkstergemeente aaneensluiten, om juist deze gave, vanuit het verkeerde inzicht, te verkrijgen.

Wanneer Ik Me tegenover de mensen zal uiten, zo geef Ik hen altijd een licht. Maar Ik bedien Me niet van diegenen, die zich verward uiten en iemand nodig hebben om uit te leggen, die net zo min licht kan verpreiden. Ik vraag u, wat Mij er wel toe zou bewegen, u in een taal toe te spreken, die u niet verstaat. U begrijpt de woorden in de Schrift verkeerd, voor zover ze als Mijn Woord mogen gelden. Want er is ook in deze, aan Mijn Evangelie toegevoegde brief, dwaling geschreven. Er zijn woorden aan toegevoegd, die niet Mijn Woord waren. En deze legt u voor uzelf nog verkeerd uit en u zult zodoende geen uitweg meer uit de dwaling vinden. Maar juist deze woorden vormen de basis leerstellingen van diegenen, die zogenaamd de “geest van Pinksteren” in zich hebben. En ze brengen de mensen in verwarring, omdat ze zich niet baseren op de zuivere waarheid, die Ik Zelf naar de aarde stuur, maar er veelmeer vijandig tegenover staan. Want deze zuivere leer erkennen ze niet en dat moet voor u al een bewijs zijn, dat ze op valse grondbeginselen hebben gebouwd.

Wie zo vervuld met Mijn Geest gelooft te zijn, dat hij in “vreemde tongen” spreekt, moet ook zelf kunnen vertalen en dat in geest en in waarheid, daar het niet Mijn Wil is de mensen in verwarring te brengen in hun geest, maar hun geest te verlichten. En deze vertaling moet dus overeenstemmen met de geestelijke leer, die Ik van boven naar de aarde stuur, daar u ze anders zult kunnen verwerpen als dwaling. Licht geef Ik u allen en voor dit licht zult u zich niet mogen afsluiten. Want de genadegave, die u van boven wordt aangeboden, is onmetelijk en de dwaling is eveneens van grote omvang, zodat Ik dus Zelf werkzaam moet worden om u weer licht te verschaffen. En gelukzalig is hij, die het licht aanneemt, dat hem verlicht.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Sul parlare nelle lingue

Voi dovete istruire i vostri prossimi in tutta la Verità, e per questo dovete dapprima ricevere la Verità da Me. Ed Io vi dico sempre di nuovo che con la Verità ricevete una chiara Luce, che non rimane buio in voi, che vi potete spiegare tutto e così vi viene anche dato il chiarimento sui diversi “Doni dello Spirito”, che voi stessi potete constatare in coloro che ne sono in possesso. Perché dovete ammettere delle insolite facoltà, quando un uomo ha il Dono della guarigione dei malati, non potrete nemmeno negare il Dono della preveggenza, come vi sarà evidente anche un sapere insolito, tutte le cose, di cui voi uomini altrimenti non disponete, delle Forze che si manifestano in un uomo e che non possono essere negate come l’Agire divino per il bene delle anime. Ma Mi chiedete in particolare sul Dono del “parlare della lingua”. Vi è già stata data da Me una semplice spiegazione, che questo Dono è un particolare segno del più intimo contatto con Me, ma spiegato in un modo che Io parlo attraverso un uomo che si rivolge ai popoli di diverse nazioni, e che costoro lo sentono nella loro lingua madre, che ogni uomo crede che parli a loro nella loro lingua, e che questo Dono è un segno evidente del Mio Agire, come è stato nella “Effusione dello Spirito” sui Miei discepoli, dato che tutti i presenti li comprendevano nella loro lingua madre. Loro parlano quindi in “lingue straniere”, ma non che un uomo parla in una lingua a voi sconosciuta ed ora credete di essere colmi del “Mio Spirito”. Questa è un totale capovolgimento della Scrittura, nella quale si parla ben del sentimento beato dell’intimo legame con Me, che induce l’uomo alla glorificazione del Mio Essere, che si svolge in tutto il silenzio in una preghiera che soltanto la lingua, pronuncia ma non la bocca. Io vi domando del tutto seriamente, quale senso abbia una tale preghiera che una bocca pronuncia in una lingua incomprensibile, se per questo ci vuole un interprete. Non posso Io esprimerMi verso voi uomini in modo che Mi comprendiate chiaramente? Io vi voglio dare una Luce, perché Mi devo servire di un traduttore, che ora deve essere dapprima illuminato dal Mio Spirito, per poter darvi una Luce? Io Sono un Dio chiaro e reale, e non avrei davvero nessun motivo di offrirvi dapprima una confusione di Parole, che un altro vi deve tradurre. Appunto questa rappresentazione del parlare della lingua ha indotto gli uomini a cercare con forza questo Dono, e così sono sorte delle sette che si uniscono come seguaci di una comunità di Pentecoste, per ottenere proprio questo Dono nella falsa conoscenza. Quando Io Mi manifesto nei confronti degli uomini, allora Io fornisco loro sempre una Luce, ma non Mi servo di coloro che si esprimono in modo confuso ed hanno bisogno di un interprete, che può diffondere tanto meno la Luce. Vi domando, che cosa Mi dovrebbe indurre, di parlare a voi in una lingua che non comprendete? Voi comprendete male le Parole nella Scrittura, per quanto possono valere come la Mia Parola, perché anche in questo Mio Vangelo è stato portato l’errore in “lettere” aggiunte. Sono state aggiunte delle parole che non erano “la Mia Parola”, e voi le interpretate anche erroneamente e con ciò non uscite più dall’errore. Ma proprio queste parole formano la dottrina di base di coloro che hanno apparentemente in sé lo “Spirito di Pentecoste”. E loro confondono gli uomini perché non si basano sulla pura Verità che Io Stesso ho guidato sulla Terra, le stanno piuttosto di fronte con animosità, perché loro non riconoscono questa pura Dottrina, e questo vi deve già essere una dimostrazione, che hanno edificato su falsi fondamenti. Chi crede di essere così colmo del Mio Spirito, che quindi parla in “lingue straniere”, deve poter anche egli stesso tradurre e questo nello Spirito e nella Verità, dato che non è la Mia Volontà di confondere gli uomini nello spirito, ma di illuminare il loro spirito. E questa traduzione deve quindi coincidere con il patrimonio spirituale, che Io guido dall’Alto sulla Terra, altrimenti la potete rigettare come errore. Io vi do a tutti voi la Luce, e voi non dovete chiudervi a questa Luce, perché il Dono di Grazia che vi viene offerto dall’Alto è incommensurabile, e l’errore è pure di così grande volume, che Io Stesso quindi devo Essere attivo per aiutarvi di nuovo alla Luce. E beato colui che accetta la Luce che lo illumina.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich