Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Alleen dienende liefde leidt naar de volmaaktheid

In elke fase van uw positieve ontwikkeling moest u dienen, want elk scheppingswerk had zijn doel en bestemming. Niets is doelloos geschapen door de macht van de Schepper Die het eens gevallen wezenlijke weer opwaarts wil voeren. Als mens zult u weliswaar niet overal een dienend doel kunnen herkennen, maar de Schepper zelf liet zich door Zijn wijsheid en liefde leiden, al Zijn scheppingen een taak toe te wijzen. En door de vervulling hiervan werd toch steeds het doel bereikt dat het daarin gebonden geestelijke stap voor stap opwaarts ging. Het wezenlijke legt dus in de gebonden toestand een eindeloos lange weg van ontwikkeling af, zoals u mensen dit al menigmaal bekend werd gemaakt. Maar beslissend voor de uiterste voltooiing kan alleen datgene zijn wat in vrije wil door het wezen wordt volbracht. Beslissend is alleen het dienen als mens, het dienen van het eens gevallen wezen in het stadium van de vrije wil. De mens moet dienen in liefde, dan wordt hij in vrije wil werkzaam naar Gods wil en wordt hij nog op aarde volmaakt.

De liefde zal altijd tot uitdrukking komen in het dienen, omdat de liefde steeds haar best doet het voorwerp van de liefde gelukkig te maken, het te helpen. En de dienende liefde is een zuiver goddelijke liefde. Ze is niet verkeerd gericht zoals vroeger toen ze alleen zichzelf bevredigde. Integendeel, ze heeft altijd alleen het welzijn van de naaste tot doel en uit zich daarom steeds in dienen. Wat nu de mens in dienende liefde onderneemt, zal altijd gezegend zijn en steeds naar de uiteindelijke volmaaktheid leiden. Maar laat hij werken van dienende naastenliefde achterwege, dan blijft hij onherroepelijk op hetzelfde niveau van zijn ontwikkeling staan en dreigt er bovendien gevaar dat zijn eigenliefde sterker wordt en dat hij terugzinkt, dat zijn aards bestaan nutteloos is omdat hij als mens niet meer wordt gedwongen.

Wie dienstbaar is in onbaatzuchtige liefde, vervult ook de goddelijke wil. En hij komt weer dichter bij zijn God en Schepper, omdat dienende liefde ook een bewijs van deemoed is, omdat de mens nu niet meer aanmatigend is, wat eens zijn val teweeg heeft gebracht. De gehele schepping dient, al is het ook in gebonden toestand, en het eens gevallen geestelijke legt in deze gebonden toestand nu de weg naar God af. Het kan echter niet in deze toestand het uiteindelijke doel bereiken dat de vrije wil als voorwaarde heeft, daar anders het wezen eeuwig een geoordeeld wezen zou blijven en niet meer overeen zou komen met de oertoestand waar het zich vrij kon ontwikkelen en vrij kon scheppen en werken. Het is noodzakelijk dat het deze vrijheid weer verkrijgt en zich weer strikt in de goddelijke wil ophoudt, ofschoon het ook zijn wil verkeerd kan gebruiken. En deze beslissing moet de mens gedurende zijn aards bestaan nemen om weer te worden wat hij was in het allereerste begin. Daarom moet hij dienen. En dit vereist een achterstellen van de eigenliefde, een zich vormen tot onbaatzuchtige goddelijke liefde die steeds alleen maar gelukkig wil maken. En dit is voor de mens in het begin niet gemakkelijk, maar kan gedurende het aardse bestaan worden bereikt, omdat hem alle hulpmiddelen worden geboden om zijn eigenliefde geheel te veranderen. Dan zal de mens alleen nog aan zijn naaste denken en daardoor ook de liefde tot God bewijzen en dus weer dichter bij Hem komen, zoals hij zich eens uit vrije wil van Hem verwijderde. En al meent u mensen ook u te vervolmaken door het verrichten van handelingen en gebruiken, zolang deze niet bestaan uit werken van dienende naastenliefde, zijn ze waardeloos voor God en dragen ze niet bij tot uw positieve ontwikkeling.

U zult u alleen door dienende liefde kunnen vervolmaken, want alleen deze getuigt van uw vrije wil om naar God terug te keren. En Hij zal u ook steeds weer gelegenheden verschaffen waar u aanleiding zal worden gegeven tot dienende liefde, waar u de naaste zult kunnen bijstaan in geestelijke en aardse nood, waar u allen die in een benarde positie geraken en zichzelf daar niet uit kunnen bevrijden, zult kunnen helpen, troosten en beschermen.

De gang over de aarde tevoren door alle scheppingen was wel zwaar en smartelijk, maar u kwam daardoor zeker hogerop, omdat u volgens de natuurwet werd genoodzaakt tot dienen. Maar in het stadium als mens is het voor u veel moeilijker, want u zult uzelf moeten overwinnen. Uw vrije wil moet actief worden dat te doen, waartoe u voorheen was gedwongen door de natuurwet. U zult moeten dienen, maar wordt daar niet meer toe gedwongen. Alleen uw wil beslist. En daarom draagt u ook grote verantwoordelijkheid voor uw leven op aarde als mens. U zult weer kunnen afglijden, maar u zult ook het allerhoogste kunnen bereiken. U zult u door dienende liefde kunnen verbinden met de eeuwige Liefde zelf en dan is uw doel op aarde bereikt. U hebt de aaneensluiting gevonden met uw God en Schepper. U keert als kinderen terug naar de Vader van Wie u als schepsel eens bent weggegaan.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Soltanto l’amore servente conduce alla perfezione

In ogni fase del vostro sviluppo verso l’Alto dovevate servire, perché ogni Opera di Creazione aveva il suo scopo e la sua destinazione, nulla è stato creato senza senso dal Potere del Creatore, il Quale voleva ricondurre in Alto l’essenziale caduto. Come uomo non potete certamente notare ovunque uno scopo servente, ma il Creatore Stesso Si E’ lasciato determinare dalla Sua Sapienza e dal Suo Amore ad assegnare a tutte le sue Creazioni un compito, che con l’adempimento dello stesso veniva sempre soltanto raggiunto lo scopo, che lo spirituale legatovi giungeva un passo dopo l’altro verso l’Alto. L’essenziale nello stato dell’obbligo percorre quindi una via infinitamente lunga dello sviluppo, com’è stato già più volte annunciato a voi uomini. Decisivo per l’ultimo perfezionamento però può essere solamente ciò che viene compiuto dall’essere nella libera volontà, decisivo soltanto è il servire come uomo, dell’essere una volta caduto nello stadio della libera volontà. L’uomo deve servire nell’amore, allora diventa attivo nella libera volontà secondo la Volontà di Dio e giunge alla perfezione ancora sulla Terra. L’amore si manifesterà sempre nel servire, perché l’amore si sforza sempre di rendere felice l’oggetto dell’amore, di aiutarlo. L’amore servente è sempre il puro amore divino, non è orientato male come una volta, che accontentava solamente sé stesso, ma ha sempre per meta soltanto il bene del prossimo e si manifesta perciò sempre nel servire. Quello che ora l’uomo intraprende nell’amore servente, sarà sempre benedetto e condurrà all’ultimo perfezionamento. Se omette però le opere dell’amore servente al prossimo, allora rimane fermo irrevocabilmente sullo stesso gradino del suo sviluppo ed esiste anche il pericolo, che si rafforzi il suo amor proprio e lui risprofondi, che la sua vita terrena sia una corsa a vuoto, perché come uomo non viene più costretto. Chi serve nell’amore altruistico, adempie anche la Volontà divina e si avvicina di nuovo al suo Dio e Creatore, perché l’amore servente è anche una dimostrazione d’umiltà, solo perché l’uomo non è più arrogante, cosa che ha indotto una volta la sua caduta. L’intera Creazione serve, anche se nello stato dell’obbligo, e lo spirituale una volta caduto ripercorre ora la via di ritorno a Dio in questo stato dell’obbligo, ma in questo stato non può raggiungere l’ultima meta, che ha per premessa la libera volontà, altrimenti l’essere rimarrebbe eternamente un essere giudicato e non corrisponderebbe più allo stato Ur, in cui era esternato libero e poteva creare ed agire liberamente. Deve assolutamente ottenere di nuovo questa libertà ed ora muoversi nuovamente proprio nella Volontà divina, benché possa anche usare in modo sbagliato la sua volontà. L’uomo deve prendere questa decisione durante la sua vita terrena, per diventare ciò che era in principio, perciò deve servire. Questo esige una retrocessione dell’amor proprio, un formarsi nell’amore altruistico, divino, che vuole sempre soltanto rendere felice, cosa che inizialmente non è facile per l’uomo, ma può essere raggiunto durante la vita terrena, perché gli vengono offerti tutti i mezzi d’aiuto, affinché muti il suo amore dell’io e l’uomo pensa ora solo ancora al suo prossimo e con ciò dimostra anche l’amore per Dio e si avvicina di nuovo a Lui, come una volta si era allontanato da Lui nella libera volontà. Anche se voi uomini credete di perfezionarvi svolgendo delle azioni ed usi, finché queste non consistono in opere dell’amore servente al prossimo, tali sono senza valore dinanzi a Dio e non contribuiscono al vostro sviluppo verso l’Alto. Vi potete perfezionare solamente attraverso l’amore servente, perché solo questo testimonia della vostra libera volontà di ritornare a Dio. Egli vi creerà anche sempre di nuovo delle occasioni, in cui siete indotti a servire nell’amore, in cui potete assistere il prossimo nella miseria spirituale e terrena, in cui potete aiutare, consolare e proteggere tutti coloro che sono capitati nelle oppressioni e non possono liberarsene loro stessi. Il cammino terreno prima attraverso le Creazioni era bensì difficile e sofferto, ma con ciò arrivate certamente in Alto, perché per natura siete stati indotti al servire. Ma nello stadio come uomo è molto più difficile per voi, perché dovete superare voi stessi, la vostra libera volontà deve diventare attiva per fare ciò a cui dapprima eravate costretti attraverso la Legge della natura. Dovete servire, però non ne siete costretti, ma decide unicamente la vostra volontà. Perciò portate anche una grande responsabilità per la vostra vita terrena come uomo, potete nuovamente risprofondare, ma anche giungere in Alto, potete unirvi con l’Eterno Amore Stesso attraverso il servire nell’amore, allora è stata raggiunta la vostra meta sulla Terra, avete trovato l’unificazione con il vostro Dio e Creatore, ritornate come figli al vostro Padre, dal Quale siete una volta proceduti come creature.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich