Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De lichtstraling van de zon

De genade van het ontvangen van Mijn Woord verzekert u ook Mijn bescherming, en u hoeft niet te vrezen ten prooi te vallen aan de dwaling, omdat IK uw verlangen naar waarheid ken en u geen foutieve onderrichtingen doe toekomen, ofschoon u voortdurend door krachten der duisternis bent omgeven, die het licht dat van boven komt zouden willen vertroebelen of uitdoven. Maar tegenover het licht dat hen tegenstraalt zijn ze machteloos, ze ontvluchten het omdat ze het uitgangspunt ervan herkennen.

Maar ze zullen steeds weer proberen uw gedachten te verwarren, die IK echter steeds weer juist richt, omdat het uw taak is MIJ te dienen in Mijn wijngaard en dus de waarheid te verbreiden die IK Zelf u van boven toezend, omdat u, mensen ze nodig hebt voor uw rijp worden. IK alleen maar kan u juist onderrichten en evenzo ook de wezens van het licht door welke dezelfde stroom van liefdelicht vloeit die van MIJ uitgaat, en die daarom steeds alleen hetzelfde licht kunnen uitstralen dat ze van MIJ Zelf in ontvangst nemen om het te laten binnenstralen in de duisternis.

En dus mag u zonder te twijfelen alles aannemen wat van boven komt. U zult echter moeten weten dat het moeilijk is, geheimen van de schepping voor u te onthullen zolang u daar nog helemaal onwetend in bent. Want de wetten van de natuur kent u niet om ook op de hoogte te zijn van de uitwerkingen ervan en nog minder bent u op de hoogte van de goddelijkgeestelijke wetten.

U bent niet op de hoogte van de lichtbronnen in het universum die een zuiver geestelijke oorsprong hebben en die zich toch voor aardse ogen duidelijk zichtbaar doen gevoelen. En daarom kan u ook geen begrijpelijke verklaring worden gegeven of en wanneer de zonnestralen een vermindering van hun stralingskracht ondergaan, of en wanneer de stralingskracht helemaal is opgeheven. Menselijke berekeningen zijn niet juist, ofschoon zogenaamde bewijzen menen ze te rechtvaardigen.

Het stralingsbereik van de zon is ook begrensd, omdat het een geestelijke lichtstroom is die onderbroken wordt waar de wetmatige ordening niet wordt nagekomen, waarop het grondprincipe van de eeuwige ordening een werkzaamheid uitschakelt, wat u, mensen in uw beperkte staat niet zult kunnen inzien en begrijpen.

Geestelijke processen in de kosmos zullen steeds beantwoorden aan de aardse of duidelijk zichtbare processen, want alles houdt ten nauwste verband met elkaar. En zo ook zouden er voor het met stralen doordringen van de zon geen hindernissen of beperkingen zijn, als niet door een zekere weerstand van het nog onrijpe geestelijke, waaruit de hemellichamen in het universum min of meer bestaan,de licht - of straalkracht verminderd of verhinderd zou worden.

Doch de gesteldheid van de hemellichamen vindt juist zijn oorzaak in de samenstelling van onrijpe geestelijke substanties en de graad van hun voltooiing bepaalt ook de graad van het bestraald worden, om welke reden meer voltooide scheppingen hemellichamen zijn die zelf stralen uitzenden, omdat het Licht uit de Oerbron tot ze kan komen zonder weerstand te ondervinden en dus ook die lichtbronnen weer licht kunnen uitstralen. Dus kan ook elk donker hemellichaam worden aangestraald en het wordt ook bestraald in evenredigheid met de waarborgen die voor het "leven" op die hemellichamen moeten gelden. Maar een voortdurende bestraling zou eerder het leven in gevaar brengen, daarom moeten ook deze bestralingen aan grenzen gebonden zijn, wat de wisseling van dag en nacht geestelijk verklaart.

Toch laten alle processen in de kosmos zich aards verklaren, maar er moet een zekere voorwaarde om te begrijpen aanwezig zijn. De mensen moeten weten dat alle hemellichamen in het bereik van een zon ook hiervan het licht opnemen, maar steeds op de hiervoor uitgelegde manier, dat hen steeds alleen het nodige licht om te leven en te bestaan, passend bij de geestelijke gesteldheid van de bewoners ervan, toestraalt, en dat deze lichtaanstraling soms ook door bewoners van andere hemellichamen kan worden gezien.

Maar geenszins verhindert of beperkt een hemellichaam, een ster, het bestraald worden van een andere, zoals u, mensen het u voorstelt, want elke ster is voor de zon in dezelfde verhouding toegankelijk, maar de aanstraling ervan wordt door het hemellichaam zelf bepaald, wat dus de geestelijke gesteldheid van zijn substantie kenmerkt. Want het zonnelicht is geestelijke uitstraling, de zon is een ster die zelf licht geeft, die voortdurend door de bron van de Oerkracht van het licht gevoed wordt en de kracht- en lichtstroom voortdurend doorgeeft. Ze is wel aan het uitspansel zichtbaar en toch al een schepping van geestelijke aard, waar het voltooide geestelijke werkzaam is aan het instandhouden van de scheppingswerken die in het bereik van deze zon gelegen zijn.

Geestelijke straling nu doordringt alles, ook elke materie, maar onderbreekt haar werkzaamheid waar zich een weerstand voordoet, zoals welke materie dan ook, is te bestempelen. Maar deze substantie zou de aanstraling nooit kunnen verhinderen of tegen houdenweer andere hemellichamen te treffen, waarom het een foutief begrip is dat een hemellichaam als schaduw voor een ander zou kunnen blijken te zijn. Maar wetten bestaan volgens goddelijke ordening en deze wetten zullen ook eeuwig blijven bestaan zolang er nog een materiële schepping bestaat. En indien het maar mogelijk is, zal IK u, mensen ook daarvan in kennis stellen, wanneer de rijpheid van uw ziel dit toelaat en wanneer IK het voor u en uw ziel als heilzaam acht.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Lichtstrahlung der Sonne....

Die Gnade des Wortempfanges sichert euch auch Meinen Schutz, und ihr brauchet nicht zu fürchten, dem Irrtum zu verfallen, weil Ich um euer Verlangen nach Wahrheit weiß und euch nicht falsche Belehrungen zugehen lasse, wenngleich ihr ständig von Kräften der Finsternis umgeben seid, die das Licht von oben trüben oder verlöschen möchten.... Doch sie sind machtlos dem Licht gegenüber, das ihnen entgegenstrahlt und das sie fliehen, weil sie dessen Ausgang erkennen. Aber sie werden immer wieder versuchen, eure Gedanken zu verwirren, die Ich jedoch immer wieder recht richte, weil es eure Aufgabe ist, Mir zu dienen in Meinem Weinberg und also die Wahrheit zu verbreiten, die Ich Selbst euch von oben zuleite, weil ihr Menschen sie benötigt zu eurem Ausreifen. Ich allein nur kann euch recht belehren und desgleichen auch die Wesen des Lichtes, durch die der gleiche Liebelichtstrom fließet, der von Mir ausgeht, und die darum immer nur das gleiche Licht ausstrahlen können, das sie von Mir Selbst in Empfang nehmen, um es hineinstrahlen zu lassen in die Finsternis. Und also dürfet ihr ungezweifelt alles annehmen, was euch von oben zugeht. Nur müsset ihr wissen, daß es schwer ist, euch Schöpfungsgeheimnisse zu enthüllen, solange ihr darin noch ganz unwissend seid.... Denn die Gesetze der Natur kennet ihr nicht, um auch um ihre Auswirkungen zu wissen, und noch weniger wisset ihr um die göttlich-geistigen Gesetze.... Ihr wisset nicht um die Lichtquellen im Universum, die einen rein geistigen Ursprung haben und die doch dem irdischen Auge ersichtlich zur Auswirkung gelangen.... Und es kann euch daher auch keine euch verständliche Erklärung gegeben werden, ob und wann die Strahlen der Sonne eine Verminderung ihrer Strahlungskraft erfahren, ob und wann die Strahlungskraft gänzlich aufgehoben ist. Menschliche Berechnungen sind nicht zutreffend, wenngleich angebliche Beweise sie zu rechtfertigen glauben.... Es ist der Strahlungsbereich der Sonne auch begrenzt, weil es ein geistiger Lichtstrom ist, der unterbrochen wird, wo die gesetzmäßige Ordnung nicht eingehalten wird, wo das Grundprinzip der ewigen Ordnung eine Wirksamkeit ausschaltet, was ihr Menschen in eurem begrenzten Zustand nicht erkennen und verstehen könnet. Geistige Vorgänge im Kosmos werden immer den irdischen oder ersichtlichen Vorgängen entsprechen, denn alles steht in engsten Zusammenhängen miteinander.... Und so auch würde es für die Durchstrahlung des Sonnenlichtes keine Hindernisse oder Begrenzungen geben, wenn nicht durch einen gewissen Widerstand des noch unreifen Geistigen.... aus dem die Weltkörper im Universum mehr oder weniger bestehen.... die Leucht- oder Strahlkraft verringert oder verhindert würde.... Doch die Beschaffenheit der Weltkörper ist eben in der Zusammensetzung von unreifen geistigen Substanzen begründet, und der Grad ihrer Vollendung bestimmt auch den Grad der Anstrahlung.... weshalb schon vollendetere Schöpfungen selbststrahlende Himmelskörper sind, weil ihnen das Licht aus dem Urquell zugehen kann, ohne Widerstand zu finden, und also auch jene Lichtquellen wieder Licht ausstrahlen können.... Also kann auch jegliches dunkle Gestirn angestrahlt werden, und es wird auch angestrahlt in dem Verhältnis, wie das "Leben" auf jenen Gestirnen gewährleistet sein muß. Aber eine ständige Anstrahlung würde eher das "Leben" gefährden, daher müssen auch diese Anstrahlungen in Grenzen gehalten sein, was den Wechsel von Tag und Nacht erklärt im geistigen Sinn. Dennoch lassen sich alle Vorgänge im Kosmos irdisch erklären, aber eine gewisse Voraussetzung zum Verstehen muß vorhanden sein.... Es müssen die Menschen wissen, daß alle Gestirne im Bereich einer Sonne auch von dieser das Licht entgegennehmen, jedoch immer in der zuvor erklärten Weise, daß ihnen immer nur das zum "Leben" und Bestehen nötige Licht zustrahlt, entsprechend der geistigen Verfassung ihrer Bewohner.... und daß diese Licht-Anstrahlung zuweilen auch von Bewohnern anderer Gestirne gesehen werden kann.... Doch keineswegs verhindert oder begrenzt ein Weltkörper, ein Gestirn, das Anstrahlen eines anderen, wie ihr Menschen es euch vorstellt, denn ein jedes Gestirn ist der Sonne im gleichen Verhältnis zugänglich, doch deren Anstrahlung wird von dem Gestirn selbst bestimmt, was also die geistige Verfassung seiner Substanz kennzeichnet.... Denn das Sonnenlicht ist geistige Ausstrahlung, es ist die Sonne ein selbstleuchtendes Gestirn, das ständig vom Quell der Urkraft und des Lichtes gespeist wird und den Kraft- und Lichtstrom ständig weiterleitet.... Sie ist wohl am Himmelszelt sichtbar und doch schon eine Schöpfung geistiger Art.... wo sich vollendetes Geistiges betätigt an der Erhaltung der Schöpfungswerke, die im Bereich dieser Sonne liegen.... Geistige Strahlung nun durchdringt alles, auch jegliche Materie, aber sie hält in ihrer Wirksamkeit inne, wo sich ein Widerstand bietet in Form ungeistiger Substanz, als welche jegliche Materie anzusprechen ist. Aber diese Substanz würde die Anstrahlung niemals hindern oder aufhalten können, wieder andere Gestirne zu treffen, weshalb es ein falscher Begriff ist, daß sich ein Gestirn als Schatten für ein anderes erweisen könnte.... Doch Gesetze bestehen laut göttlicher Ordnung, und diese Gesetze werden auch ewiglich bestehenbleiben, solange noch eine materielle Schöpfung besteht.... Und wo es nur möglich ist, werde Ich euch Menschen auch davon Kenntnis geben, wenn eure Seelenreife dies zuläßt und wenn Ich es für euch und eure Seele als heilsam erachte....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde