Ook al denkt u wijs te zijn, u bent het niet zolang Ik mijn licht, dat uw geest verlicht, niet bij u naar binnen kan laten stralen. Want wat u als kennis beschouwt zal u niet gelukkig maken, zelfs al benadert het de waarheid. Want het is enkel aardse kennis, kennis die over al datgene gaat wat u voor het aardse leven wetenswaardig dunkt. En zou u morgen reeds uw lichamelijk leven moeten opgeven, dan zou voor u ook deze kennis verloren zijn wanneer u geen geestelijke vooruitgang zou kunnen aantonen. U bezit echter niet de wijsheid als u daar niet geestelijk naar streeft.
Wijsheid is het inzicht in het weten dat onvergankelijk is, dat alleen van Mij uitgaat en toestroomt naar degene die er innig naar verlangt. U mensen echter hecht altijd alleen maar waarde aan de resultaten van het denken en u ontkent elke waarde van geestelijk verkregen resultaten. U bewijst daarmee alleen maar dat het nog erg donker is in u, dat er in u nog geen licht straalt, dat u in een betreurenswaardige toestand voortgaat omdat de tijd die u tot nu toe op aarde leefde, nutteloos was.
U jaagt waardeloze goederen na als u zich tevreden stelt met de kennis die u tot nog toe verworven heeft, die uitsluitend antwoord gaf op aardse vragen, die problemen oploste die geestelijk gezien waardeloos zijn. U bereikt niet het doel van uw aardse leven, dat alleen daarin bestaat de geestelijke duisternis waarin uw zielen zich bevinden te veranderen, uw omhulsels op te lossen, die het binnendringen van het licht verhinderen.
U mensen beseft niet eens uw aardse levensdoel. U kent niet de eigenlijke opdracht die u is gesteld, maar u gelooft van uzelf wijs te zijn als u kennis bezit die alleen aards georiënteerd is, als u over een helder verstand beschikt en dit goddelijk geschenk alleen benut om in zuiver wereldlijke richting te onderzoeken en te piekeren. U kunt op aarde tot hoog aanzien komen, u kunt ook iets groots presteren in verhouding tot uw medemensen, maar u kunt uzelf niet wijs noemen, want u zult krachtens uw verstand niets kunnen doorgronden wat buiten het bereik ligt waarin u als mens leeft. En aan het einde van uw leven zult u moeten bekennen dat u niets weet als u bewust uw einde ziet naderen, wanneer u er vlak voor staat door de poort van de eeuwigheid te gaan en u over het succes van uw aardse leven nadenkt. Dan zal de zelfverzekerdheid die u had, u verlaten. Dan zult u zich misschien ook bewust worden van de nutteloosheid van al uw moeiten en u zou dankbaar zijn voor een flauw lichtschijnsel dat u nog zou kunnen verkrijgen over het eigenlijke levensdoel van de mens.
Wordt u, die denkt wijs te zijn, nu tijdens uw aardse leven een licht aangeboden, dan versmaadt u het uit arrogantie. Want onder de indruk van een schijnlicht bespeurt u niet het zachte schijnsel dat intussen uw hart zou binnendringen, terwijl het schijnlicht - dat wil zeggen: uw verstandelijke kennis - geen innerlijke helderheid verspreidt.
U zou een licht - al straalt het ook ongewoon - nooit moeten afwijzen. U zou niet moeten trachten met het verstand zo'n licht te verklaren. U zou de ogen die door het schijnlicht reeds verzwakt zijn moeten sluiten en het ware licht uw hart binnen moeten laten stralen, dat wil zeggen: eens al uw aardse kennis opzij zetten en alleen stil luisteren wanneer wijze woorden uw oor binnendringen. U zou er eens de tijd voor moeten nemen, uw gedachten te laten dwalen in een voor u onbekend gebied, en er naar moeten verlangen ook daarover opheldering te verkrijgen. En iedere gedachte van dien aard zal u tot zegen worden. Want dan zult u een weten ontvangen dat u nu als "wijsheid uit God" herkent en dat u waarlijk meer succes zal opleveren dan de door u nagestreefde wereldse kennis, die vergaat zoals uw lichaam vergaat en de ziel niet het geringste voordeel heeft gebracht, die haar in dezelfde duisternis liet als waarin ze de aarde betreden heeft als mens.
Amen
VertalerAnche se vi credete saggi, non lo siete, finché non posso far irradiare la Mia Luce in voi che illumina il vostro spirito. Perché quello che voi considerate sapere, non vi renderà a lungo felici, persino quando si avvicina alla Verità, perché è soltanto un sapere terreno, un sapere che riguarda tutto ciò che vi sembra degno di sapere per la vita terrena. E se già domani dovete lasciare la vostra vita del corpo, anche questo sapere sarebbe finito per voi, se non avete da dimostrare un progresso spirituale. Ma non possedete la sapienza, voi che non tendete allo spirituale. La sapienza è la conoscenza sul sapere che è imperituro, che procede unicamente da Me e fluisce a colui che lo desidera intimamente. Voi uomini però valutate sempre soltanto i risultati dell’intelletto e rifiutate ogni valore a tutti i risultati spirituali. E voi dimostrate con ciò soltanto che è ancora molto buio in voi, che in voi non splende ancora nessuna luce, che camminate in uno stato deplorevole, perché il tempo è, che avete percorso finora sulla Terra stato inutilizzato. Voi inseguite dei beni sbagliati, quando vi accontentate con delle conoscenze che avete finora conquistate, che rispondono esclusivamente a domande terrene, che risolvono dei problemi che spiritualmente sono senza valore. Voi mancate lo scopo della vostra vita terrena, che consiste soltanto nel fatto di cambiare l’oscurità spirituale, nella quale si trovano le vostre anime, di sciogliere i loro involucri, che impediscono il penetrare della Luce. Voi uomini non riconoscete nemmeno lo scopo della vostra vita terrena, non sapete del vero compito che vi è posto, ma credete di voi stessi degli essere saggi, quando possedete un sapere, che è soltanto rivolto al terreno, quando disponete di un intelletto acuto e usate questo Dono divino soltanto per la ricerca e per approfondire nella direzione di pura meta mondana. Voi potete giungere ad un alta fama sulla Terra, potete anche compiere cose grandi nel rapporto verso i vostri prossimi, ma non potete chiamarvi saggi, perché grazie al vostro intelletto non potete approfondire nulla al di fuori del campo in cui vivete voi uomini. Ed alla fine della vostra vita dovrete ammettere, che non sapete nulla, quando vedete avvicinare coscientemente la vostra fine, quando vi state davanti, per passare attraverso la porta per l’Eternità e vi ricordate del successo del vostro percorso terreno. Allora l’auto sicurezza che vi era propria vi abbandonerà, ma allora vi diventerà forse anche consapevole l’inutilità dei vostri sforzi e sareste grati per un piccolo barlume di Luce, che potreste ancora ricevere sul vero scopo di vita dell’uomo. Se a voi, che vi ritenete saggi, durante la vita terrena viene ora offerta una Luce, allora la disdegnate a causa dell’auto presunzione, perché stando sotto l’influenza della luce d’abbaglio, non sentite il soave bagliore, che però penetrerebbe nel vostro cuore, mentre la luce d’abbaglio, il vostro sapere d’intelletto, non diffonde nessuna chiarezza interiore. Non dovete mai rifiutare una Luce, anche quando splende in modo insolito, non dovete cercare di spiegarvi una tale Luce con l’intelletto, dovete chiudere gli occhi, che sono già indeboliti dalla luce d’abbaglio e lasciare irradiare la vera Luce nel vostro cuore, cioè mettere da parte una volta tutto il vostro sapere terreno ed ascoltare soltanto in silenzio, quando delle Parole saggi e penetrano nel vostro orecchio. Dovete trovare il tempo per questo, di lasciare una volta vagare i vostri pensieri in un campo a voi ignoto ed aver nostalgia, di venire istruiti anche su questo. Ed ognuno di questi pensieri vi sarà una benedizione. Perché allora vi giungerà un sapere, che ora riconoscete come “Sapienza” proveniente da Dio e che vi apporterà veramente maggiore successo che il sapere mondano da voi conquistato, che passa, come il vostro stesso corpo passa e non ha portato il minimo progresso all’anima, che l’ha lasciata nella stessa oscurità di quando è entrato sulla Terra come uomo.
Amen
Vertaler