• Terug

De brede en de smalle weg

De weg die u op aarde gaat, kan heerlijk, aangenaam en rijk aan genoegens zijn, maar ook erg moeizaam en zwaar - en meestal kiest u de makkelijke vlakke weg en geniet van alles wat deze weg u aan vreugden en genot biedt. U schrikt terug voor de weg die erg moeizaam is en vraagt niet naar de eindbestemming van de weg die u bent opgegaan. Voor het ogenblik is het voor u voldoende de heerlijkheden te kunnen genieten die de brede weg u belooft - maar u denkt er niet aan waar hij heen leidt.

Steeds echter splitsen zich er smalle wegen af en steeds staan er op deze splitsingen boden die u toeroepen en vermanen om die wegen te gaan die weliswaar niet vlak zijn, integendeel een klim vereisen, en waarvoor u kracht moet gebruiken om de klim aan te kunnen. De boden beloven u echter ook een heerlijk doel, ze verzekeren u dat u de vele moeiten van de weg niet tevergeefs op u neemt, dat het doel u rijkelijk zal belonen voor alle lasten die deze smalle weg van u vergt, voor alles waar u afstand van moet doen.

Steeds weer hebt u gelegenheid van de grote brede weg af te gaan, want steeds weer ontmoet u deze boden die u waarschuwen om uw weg niet voort te zetten en die u proberen over te halen de weg op te gaan die naar boven leidt. U moet hun gehoor schenken, u moet er ernstig over nadenken dat u zich in gevaar bevindt door onverstoorbaar de weg verder te vervolgen die nooit ten hogen kan leiden omdat hij geen inspanningen van u vergt, wanneer hij schijnbaar horizontaal verder gaat, maar steeds meer naar beneden, de diepte in, voert.

U moet steeds zelf gaan twijfelen wanneer uw aardse leven u vervulling brengt van uw verlangens, want u moet toegeven dat het steeds slechts wereldse vreugden zijn die u begeert en u verschaft. Vreugden die vergaan als droombeelden waarvan voor u niets waardevols overblijft, veelmeer in u een gevoel van banaliteit en van onbehagen achterlaten wanneer u uzelf ernstig aanpakt.

De grote weg waarover u loopt is wel door bloemrijke hagen omzoomd en u voelt u behaaglijk in zo'n omgeving, maar het is niet iets echts, het zijn slechts voorspiegelingen en verhullingen die voor u dat, wat erachter ligt, moeten bedekken en u zou schrikken wanneer u er doorheen zou kunnen kijken en het moeras ontdekken dat deze bloemrijke hagen enkel maar moeten verbergen.

De wegen echter die opwaarts leiden, vergen het overwinnen van oneffenheden en het is niet gemakkelijk zulke wegen te begaan, doch bovenaan wenkt een heerlijk doel de wandelaar, hij ziet een licht boven zich stralen dat onvergelijkelijk weldadig over hem uitstroomt en dat hem alle moeiten doet vergeten.

En de reiziger weet dat dit geen schijnlicht is, hij weet dat het ware vaderland hem verwacht, dat hem dan alle heerlijkheden zal bieden. En hij legt graag en opgewekt de moeizame weg af, hij let niet op ongemakken, want voortdurend ontvangt hij kracht van boven en daarom bereikt hij ook zeker zijn doel. Hij keert terug in het Vaderhuis om daar voor eeuwig gelukzalig te zijn en te blijven.

Amen

Der schmale und der breite Weg....

Der Weg, den ihr gehet auf Erden, kann herrlich, bequem und freudenreich.... aber auch mühselig und schwierig für euch sein, und zumeist wählet ihr den leichten, ebenen Weg und genießet alles, was euch dieser Weg an Freuden und Genüssen bietet.... Ihr schrecket vor dem schmalen Weg, der mühselig ist, zurück, und ihr fraget nicht nach dem Ziel des Weges, den ihr beschritten habt. Es genügt euch, für den Augenblick die Herrlichkeiten genießen zu können, die der breite Weg euch verspricht, aber ihr denket nicht daran, wohin er führt. Doch immer wieder zweigen schmale Wege davon ab, und immer stehen an diesen Abzweigungen Boten, die euch rufen und ermahnen, jene Wege zu gehen, die zwar nicht eben sind, sondern einen Aufstieg erfordern, weshalb ihr Kraft anwenden müsset, um den Aufstieg zu bewältigen.... Die Boten verheißen euch aber auch ein herrliches Ziel, sie versichern es euch, daß ihr die Mühseligkeiten des Weges nicht vergeblich auf euch nehmet, daß euch das Ziel reichlich entlohnen wird für alle Mühsal, für alle Verzichtleistungen, die dieser schmale Weg von euch forderte. Immer wieder habt ihr Gelegenheit, die breite Straße zu vertauschen, denn immer wieder begegnet ihr diesen Boten, die euch warnen, euren Weg fortzusetzen, und euch zu locken suchen auf den Weg, der nach oben führt. Ihr müsset ihnen Gehör schenken, ihr müsset euch ernstlich besinnen, daß ihr euch in einer Gefahr befindet, wenn ihr unbeirrt den Weg weiterverfolgt, der niemals zur Höhe führen kann, weil er keine Anstrengungen von euch fordert, wenn er scheinbar eben dahingeht, aber immer mehr abwärts, zur Tiefe, führt. Ihr müßtet selbst bedenklich werden, wenn euer Erdenleben stets euch Erfüllung eures Verlangens bringt, denn ihr müsset es euch eingestehen, daß es immer nur weltliche Freuden sind, die ihr begehret und euch schaffet.... Freuden, die vergehen wie Traumgebilde, von denen euch nichts Wertvolles zurückbleibt, vielmehr in euch eher ein Gefühl der Schalheit und des Unbehagens zurücklassen, wenn ihr ernstlich mit euch selbst ins Gericht geht.... Die Straße, die ihr wandelt, ist wohl von blumenreichen Hecken eingesäumt, und ihr fühlet euch behaglich in solcher Gegend, aber es ist nichts Echtes, es sind nur Vortäuschungen und Verhüllungen, die euch das dahinter Liegende verdecken sollen, und ihr würdet erschrecken, könntet ihr hindurchschauen und den Morast entdecken, den diese blumigen Hecken nur verbergen sollen. Die Wege aber, die aufwärts führen, erfordern das Überwinden von Unebenheiten, und es ist nicht leicht, solche Wege zurückzulegen, doch dem Wanderer winkt oben ein herrliches Ziel, er sieht ein Licht über sich erstrahlen, das unvergleichlich wohltuend sich über ihn ergießt und das ihn alle Mühsal vergessen lässet.... Und es weiß der Wanderer, daß dieses kein Blendlicht ist, er weiß es, daß die wahre Heimat ihn erwartet, die ihm dann alle Herrlichkeiten bieten wird. Und er legt gern und freudig den mühseligen Weg zurück, er achtet nicht der Beschwerlichkeiten, denn ständig empfängt er Kraft von oben, und darum erreichet er auch sicher sein Ziel.... Er kehrt zurück ins Vaterhaus, um selig zu sein und zu bleiben auf ewig....

Amen