U zult luid en machtig mijn stem vernemen. En allen die aan mijn zachte roep geen gevolg wilden geven, zullen ontstellen als hij u luid zal weerklinken, als u door het woeden van de natuurkrachten aan Mij zult worden herinnerd, tegen Wie u zich steeds heeft verzet en Die u toch zult moeten erkennen bij het zien van de uitingen van de natuurelementen. U zult weliswaar niet aannemen dat er een samenhang is tussen deze en uw doen en laten in de wereld, maar alleen dit laatste geeft Mij aanleiding om Mij duidelijk te uiten, want uw doen en laten bewijst dat u Mij niet erkent als uw God en Schepper voor Wie u zich eens zult moeten verantwoorden. U gelooft daar niet aan en leeft daarom uw aardse leven niet volgens mijn wil.
En daarom laat Ik mijn stem weerklinken, opdat u zich Mij zult herinneren en verandert, opdat u Mij onderkent en u mijn wil tot de uwe zult laten worden. Ik spreek u aan. Eerst zacht en liefdevol u tot ommekeer aanmanend, om vervolgens steeds luider mijn stem te verheffen tot ze u angst en verschrikking zal brengen omdat u nu voor uw leven vreest. En velen zullen hun aardse leven verliezen, maar als ze nog op het laatste ogenblik de weg naar Mij hebben gevonden is de lichamelijke dood voor hen geen nadeel. Hij is alleen een genade, want ze liepen gevaar geheel weg te zinken en daarom roep Ik ze weg op het ogenblik van het onderkennen van Mij zelf, op het moment dat het geloof ontwaakt dat hun dan het binnengaan in het rijk hierna vergemakkelijkt en voor de ziel het begin van de weg omhoog is.
Ik wil Me door het razen in de natuur duidelijk bekend maken. Waar de menselijke wil aan het werk is, daar is het geloof in Mij maar zelden te verwachten. Maar waar de mensen hopeloos aan de elementen van de natuur zijn overgeleverd, daar denken ze eerder aan hun Schepper en roepen Hem aan. En daar is nog hoop dat zielen gered worden uit de duisternis van het ongeloof, dat ze Mij erkennen en zich nu door Mij laten leiden, op aarde of ook in het rijk hierna. Wat aardse gebeurtenissen niet tot stand brengen, dat kan een natuurcatastrofe van grote omvang nog bereiken: dat aan de God en Schepper van eeuwigheid wordt gedacht en dat de verbinding met Hem in het hart van de mens tot stand wordt gebracht door innig roepen om redding uit de grote nood. En wat schijnbaar een niet te overzien verwoestingswerk is, kan een reddingsactie betekenen voor veel zielen die daardoor het eeuwige verderf ontvluchten en tot leven ontwaken, ook wanneer ze de aardse dood ondergaan.
Ik zal alles doen wat nog gedaan kan worden tot redding van diegenen die hun oren sluiten voor mijn zachte, liefdevolle aanspreken en die Ik toch niet wil laten vallen. Met luide stem wil Ik hen nogmaals toeroepen. En gezegend zijn zij die zich Mij nu herinneren. Gezegend, uit wier harten Ik nog niet geheel werd verdrongen en die nu tot Mij roepen voordat het te laat is.
Amen
VertalerIhr werdet Meine Stimme vernehmen laut und gewaltig, und alle, die ihr Meinem leisen Ruf nicht Folge leisten wolltet, ihr werdet erschrecken, so sie euch laut ertönet, so ihr durch das Toben der Naturgewalten erinnert werdet an Mich, Dem ihr euch stets widersetzt habt und Den ihr doch anerkennen müsset angesichts der Äußerung der Naturelemente. Ihr wollet zwar keinen Zusammenhang gelten lassen von diesem und eurem Tun und Lassen in der Welt.... Doch nur letzteres veranlaßt Mich dazu, Mich offensichtlich zu äußern, denn euer Tun und Lassen beweiset, daß ihr Mich nicht anerkennet als euren Gott und Schöpfer, vor Dem ihr euch dereinst verantworten müsset. Ihr glaubet nicht daran und lebet darum euer Erdenleben nicht nach Meinem Willen.... Und darum lasse Ich Meine Stimme ertönen, auf daß ihr euch Meiner besinnet und euch wandelt, auf daß ihr Mich erkennet und euch Meinen Willen zum Eigenen werden lasset.... Ich rede euch an, vorerst leise und voller Liebe euch zur Umkehr ermahnend.... um dann immer lauter Meine Stimme zu erheben, bis sie euch in Angst und Schrecken versetzen wird, weil ihr nun um euer Leben fürchtet. Und viele werden ihr irdisches Leben verlieren, doch so sie noch in letzter Stunde zu Mir gefunden haben, ist der Leibestod für sie kein Verlust.... er ist nur eine Gnade, denn sie waren in der Gefahr, gänzlich abzusinken, und darum rufe Ich sie ab im Moment des Erkennens Meiner Selbst, in einem Moment des Erwachens des Glaubens, der ihnen dann den Eingang in das jenseitige Reich erleichtert und der Beginn des Weges zur Höhe für die Seele ist. Ich will Mich durch das Toben in der Natur deutlich zu erkennen geben.... Wo Menschenwille am Werk ist, dort ist der Glaube an Mich selten nur zu erwarten, wo aber die Menschen hoffnungslos den Elementen der Natur ausgesetzt sind, da gedenken sie eher ihres Schöpfers und rufen Ihn an.... Und dort ist noch Hoffnung, daß Seelen errettet werden aus der Finsternis des Unglaubens, daß sie Mich anerkennen und sich von Mir nun lenken lassen auf Erden oder auch im jenseitigen Reich. Was irdische Geschehen nicht zustande bringen, das kann noch eine Naturkatastrophe im großen Ausmaß erreichen.... daß des Gottes und Schöpfers von Ewigkeit gedacht wird und daß die Verbindung zu Ihm im Herzen des Menschen hergestellt wird durch innigen Anruf um Rettung aus größter Not. Und was scheinbar ein unübersehbares Zerstörungswerk ist, kann eine Rettungsaktion für viele Seelen bedeuten, die dadurch dem ewigen Verderben entrinnen und zum Leben erwachen, auch wenn sie den irdischen Tod erleiden. Alles werde Ich tun, was noch zur Rettung derer getan werden kann, die ihre Ohren verschließen Meiner leisen liebevollen Ansprache und die Ich dennoch nicht fallenlassen will.... Mit lauter Stimme will Ich sie nochmals anrufen, und gesegnet, die nun sich Meiner erinnern, gesegnet, aus deren Herzen Ich noch nicht ganz verdrängt wurde und die nun zu Mir rufen, ehe es zu spät ist....
Amen
Vertaler