U zult de rustdag heiligen. Dit is een gebod dat u bewust moet laten worden, dat u MIJ iets verschuldigd bent, dat uw aardse leven u voor een bepaald doel gegeven werd, dat u er ernstig naar moet streven verbinding met MIJ te verkrijgen - dat u de brug naar MIJ betreden moet, dat u de wereld achter u laat en u verplaatst in het geestelijke rijk door beschouwingen, door innig gebed, door 'n stille samenspraak met MIJ - dat u dus in uw hart een ware rustdag houdt, dat u een rustpauze inlast in het jagen en jachten voor de wereld, waarin u weliswaar leeft, maar die u niet tot slaven mag maken.
MIJ alleen zult u als uw HEER moeten zien en MIJ zult u moeten dienen en juist daarom vaak een uur van rust inlassen, een uur waarin uw gedachten bij MIJ vertoeven, ook wanneer u uw aardse plicht vervult en ononderbroken bezig bent. Hoe meer u zich van de wereld los kan maken, hoe vaker u zich in gedachten met MIJ verbindt, des te meer overtuigd erkent u MIJ als uw GOD en VADER van eeuwigheid en met dit gebod vervult u dus het heiligen van de rustdag en tevens ook het gebod van de liefde tot MIJ.
Maar uw liefde moet ook uw naaste gelden. Maar wie is uw naaste? Alle mensen met wie u in aanraking komt - uw liefde moet allen toebehoren.
Toen IK door Mozes de mensen de tien geboden gaf, was het nodig de mensen speciaal te wijzen op hun fouten en ondeugden, want de liefde voor alle mensen die hen omringden, was in hen verkoeld. Ook de kinderlijke liefde werd niet meer betracht, het was een toestand van verdorvenheid, slechtheid en ikzucht. Derhalve moest hun het gebod van de naastenliefde in alle details bekend worden gemaakt. Alles wat de goddelijke ordening betrof, lieten ze buiten beschouwing en zo moesten hun meerdere geboden gegeven worden die weliswaar alle in het gebod van de naastenliefde zijn begrepen, maar ook heden ten dage door de mensen in acht moeten worden genomen, willen ze niet in strijd handelen met de liefde.
U moet uw ouders eren, hun uw kinderlijke liefde betonen en steeds aan hen gehoorzamen. U moet er steeds aan denken dat zij u in onbaatzuchtige liefde tot mensen vormen en het u dus mogelijk maken de gang door het aardse leven te gaan om u positief te ontwikkelen. Dat ze van MIJ deze taak kregen toegewezen, dat u hun dus de liefde zult moeten vergelden die zij u overeenkomstig de natuurwet betonen en die hen in staat stelt lichamelijk en geestelijk voor u te zorgen. Aan hen dankt u uw leven en dus moet u hen eren en hun zorgen voor u aan hen vergelden tot het einde van hun leven.
Dan zal ook IK u met welgevallen aanzien en u met Mijn Liefde bedenken, want u bewijst door de liefde tot uw ouders een warm en gewillig liefdevol hart te hebben, dat ook voor MIJ in liefde zal kloppen, als het MIJ heeft herkend als VADER van eeuwigheid, van WIE alle schepselen zijn uitgegaan, die HIJ tot Zijn ware kinderen wil maken. Alleen de liefde maakt u tot Mijn kinderen en wie zijn ouders liefheeft en eert, hij zal ook de hemelse VADER liefhebben en door HEM gezegend zijn.
"U zult niet doden". Ook dit gebod wordt vanzelf nagekomen, als er aan de naaste in liefde wordt gedacht. Want de liefde zal hem nooit schade berokkenen en nog minder hem naar het leven staan. Het gaat niet alleen maar om het leven dat de mens op aarde leidt, dat de liefdeloze mens hem wil ontnemen, het gaat om de mogelijkheid zich (positief) te ontwikkelen, die alleen op aarde tot het resultaat kan leiden de mens te veranderen tot kind van GOD. Daarom laadt u een onverantwoordelijk grote schuld op u, wanneer u zich aan het leven van een mens vergrijpt, wanneer u het met geweld afbreekt en daardoor wederrechtelijk van de ziel een genadegeschenk van MIJ afneemt. U begaat een dubbele zonde, tegen de naaste en ook tegen MIJ, zoals trouwens elke overtreding van het gebod van de liefde tot de naaste ook een overtreding is van de liefde tot MIJ, omdat u indirect ook HEM de Liefde ontzegt DIE uw naaste geschapen heeft.
Het aardse leven te ontnemen is nooit goed te praten, zelfs wanneer edele motieven aanleiding zijn. Want doorslaggevend is weer, dat het leven van het lichaam alleen maar om reden van de ziel gegeven werd, dat de ziel zich erin in opwaartse lijn ontwikkelt. U mag het aardse leven, het leven van het lichaam niet als het voornaamste beschouwen en om die reden alleen maar aandacht schenken aan het leven van het lichaam. Maar nog veel minder mag u het leven voor zo onbelangrijk houden dat u meent het naar willekeur te mogen beëindigen.
Een onvoorstelbare zucht naar wraak achtervolgt de mens op aarde en ook nog in het geestelijke rijk die wederrechtelijk het leven van een medemens nam, en tevens zinkt hij door zulke daden van haat en liefdeloosheid zelf in het diepste duister, want hij heeft zich aan satan overgeleverd, wiens streven het is, dat wat door MIJ tot leven is gewekt, te vernietigen, om elke positieve ontwikkeling te verhinderen. Hij heeft zijn wil om te zondigen op de mens overgedragen en hem dus voor een satanisch werk gebruikt, wat de mens echter in vrije wil kon weigeren. Hij was niet gedwongen om te zondigen. Waar echter dwang aanwezig is door aardse machthebbers, waar de mens in noodweer handelt om zijn eigen leven te behouden, waar zijn innerlijk zich verzet tegen een daad van de ergste liefdeloosheid en zich toch niet verzetten kan tegen het aardse gebod, wordt steeds alleen de instelling van diegene beoordeeld die een daad in strijd met dit gebod (van de liefde) verricht. Maar waar de mens tegen het gebod zondigt vanuit zijn hart, wordt hij ook ten volle ter verantwoording geroepen, omdat hij Mijn gebod van de liefde niet telt en Mijn tegenstander aanhangt.
"U zult geen echtbreuk plegen". Dit gebod is bijzonder belangrijk, want het omvat alles, wat met vleselijke begeerten samenhangt. Het betreft de richting die de zinnen nemen, het zich uitleven op sexueel gebied. Wel gaf IK Zelf daartoe het recht met de woorden: "Groei aan en vermenigvuldig u". IK Zelf heb de mensen zo geschapen dat het lichaam van man en vrouw verlangen naar vereniging, maar het einddoel ervan is alleen de voortplanting, en daar de mens in het bezit is van een vrije wil, staat het hem vrij zich te beheersen of zich ongeremd uit te leven.
Wat enerzijds door MIJ gezegend is, kan anderzijds voor de tegenstander een hoogst welkome gelegenheid zijn de mens tot zonde te verleiden, waarvan deze zich echter ook steeds bewust zal zijn, want elk uitleven, elk vervullen van lichamelijke begeerten trekt de mens naar beneden en plaatst hem nog onder het dier, dat zijn natuurdrift slechts volgt, beantwoordend aan de natuurwet. De wil van de mens is daarom echter vrij omdat hij zichzelf moet overwinnen, omdat hij zijn lichaam moet achterstellen, om de ziel te helpen opwaarts te klimmen.
Zinnelijke driften zijn de grootste hindernis om de ziel te vergeestelijken. En nochtans heb IK de mens zo geschapen dat de vleselijke begeerte hem erg kan aanpakken, wanneer hij zich door haar laat beheersen, als hij de wil niet heeft om weerstand te bieden aan de verzoekingen, waarachter steeds Mijn tegenstander staat. Het is een ernstig gebod dat IK u gaf: "geen echtbreuk te plegen". En echtbreuk is elke onkuise levenswandel, die in waarheid een ongeoorloofd gedrag betekent jegens Mijn gebod van de ordening - een misbruik van de geslachtsdaad om menselijk leven te verwekken. Reine onzelfzuchtige liefde moet twee mensen de weg naar elkaar laten vinden, en de verwekking die in zo'n liefde plaatsvindt, zal nooit zonde zijn, want ze beantwoordt aan Mijn eeuwige wet van ordening.
Maar zonder liefde is elke zinnelijk roes alleen maar het grootste gevaar voor de ziel die in geestelijke duisternis wegzinkt en zich daar moeilijk uit kan verheffen. Het is de vleselijke lust van een eigenliefde van de hoogste graad, die elke onbaatzuchtige liefde tot de naaste verstikt, want voor zo'n mens is niets heilig, hij respecteert en acht de medemens niet maar gebruikt hem alleen maar, hij neemt wat niet van hem is en zondigt dus tegen het gebod van de naastenliefde in velerlei opzichten.
Hij wiens ziel er serieus naar streeft opwaarts te gaan, weet ook, dat hij zich niet ongeremd mag uitleven, omdat hij voelt dat de ziel omlaag wordt getrokken en dat ze ongelooflijk moet worstelen om weer een hoger niveau te bereiken. Een waar huwelijk zal nooit Mijn afkeuring ondervinden, anders zou IK de mensen niet geschapen hebben, zich zelf voort te planten, maar de grenzen kunnen makkelijk overschreden worden en elk te buiten gaan is een breuk in de door MIJ door de natuurwet gewilde echt, in het samenleven van man en vrouw met de voortplanting van het menselijk geslacht als doel. Maar IK ken de geaardheid van de mensen, IK ben op de hoogte van hun zwakheid van wil en de uitermate sterke invloed van Mijn tegenstander. IK verdoem hen niet die zondigen, maar IK geef hun het gebod tot hun eigen voordeel en wie het naleeft, heeft ook de liefde tot MIJ en tot de naaste en hij zal de weg omhoog makkelijker beklimmen dan diegenen die hun lichamelijke driften de vrije loop laten tot schade van hun ziel.
Amen
Vertaler„Posväcovať budeš Deň Sobotný....“ Toto prikázanie je určené na to, aby ste si uvedomili skutočnosť, že ste Mi zaviazaní, že vám bol daný pozemský život pre určitý účel, že by ste sa mali úprimne snažiť o spojenie so Mnou.... že by ste mali prejsť mostom ku Mne, že by ste mali zanechať svet za sebou skrze uvažovanie (rozjímanie), úprimnú modlitbu a tichý rozhovor so Mnou sa presťahovať do duchovného kráľovstva:.... Že týmto spôsobom dodržujete opravdový Sobotný Deň, aby ste si odpočinuli z uháňania a pretekov sveta, v ktorom určite žijete, ale ktorý by vás nemal premeniť na otrokov. Iba vo Mne by ste mali spoznať svojho Pána a Ja Som ten, Komu by ste mali slúžiť, a preto by ste sa mali často zastaviť a najsť hodinu odpočinku, keď sú vaše myšlienky so Mnou, aj keď vykonávate svoju pozemskú povinnosť a ste neustále aktívni. Čím viac sa dokážete odlúčiť od pozemského sveta, čím častejšie sa so Mnou spojíte v myšlienkách, tým presvedčivejšie Ma spoznáte ako svojho Boha a Otca večnosti, a takýmto spôsobom spĺňania tohto prikázania zachovávať svätý Deň Soboty vy ešte raz jednoducho plníte prikázanie Lásky ku Mne. Ale vaša Láska sa má tiež vzťahovať aj na vášho blížneho. Kto je však váš blížny? Všetci ľudia, s ktorými prídete do kontaktu.... vaša Láska bude patriť všetkým. Keď som Ja prostredníctvom Mojžiša dal ľuďom Desatoro, bolo potrebné upozorniť ľudí na ich chyby a zlé zvyky, pretože ich Láska sa ochladila pre všetkých ľudí v okolí. Dokonca aj deti už nepraktizovali Lásku, bol to stav bezbožnosti, skazenosti a sebectva.... Z tohto dôvodu sa im muselo podrobne predkladať prikázanie Lásky k blížnemu. Ignorovali všetok Božský poriadok, a preto museli dostať niekoľko prikázaní, ktoré sú skutočne všetky zahrnuté v prikázaní Lásky k blížnemu, ale ktoré musia aj dnes ľudia dodržiavať, ak sa nechcú previniť vôči Láske.
„Budeš ctiť svojich rodičov“, ponúkať im Lásku dieťaťa a vždy im byť poslušný. Vždy by ste mali pamätať na to, že vás s nezištnou Láskou pripravujú na to, aby ste sa stali ľudskými bytosťami, a tak vám umožňujú žiť pozemský život za účelom vyššieho rozvoja, že Som im Ja zveril túto úlohu, že vy teda potrebujete splatiť vrodenú Lásku, ktorú vám dávajú a ktorá ich motivuje k fyzickej a duševnej starostlivosti o vás. Dlžíte im svoj život, a preto by ste ich mali ctiť a vrátiť im ich starostlivosť o vás až do konca ich života. Potom sa Ja na vás tiež s potešením pozriem a dám vám Moju Lásku, pretože milovaním vaších rodičov prejavíte srdečné a Lásky plné srdce, ktoré tiež bude milovať Mňa, akonáhle Ma uzná za Večného Otca, z Ktorého sa objavili všetky živé bytosti, ktoré On chce formovať na Svoje oprávnené deti. Iba Láska vás zmení na Moje deti a každý, kto miluje a ctí svojich rodičov, bude tiež milovať Nebeského Otca a bude Ním požehnaný. Ameň
„Nezabiješ....“ Toto prikázanie sa plní aj vtedy, keď sa na svojho blížneho pozeráte s Láskou. Pretože Láska mu nikdy neuškodí a ešte menej sa bude snažiť vziať mu život. Netýka sa to len života ľudskej bytosti na Zemi, ktorý má bezcitná osoba v úmysle vziať; týka sa príležitosti rozvoja, ktorá dokáže úspešne zmeniť ľudskú bytosť na dieťa Božie na Zemi. Preto vy sami seba nezodpovedne zaťažujete jednou tvrdou vinou, keď porušujete život ľudskej bytosti, keď ho násilne ukončujete a tým nezákonne okrádate dušu o Môj dar milosti. Dopúšťate sa dvojitého hriechu, proti svojmu blížnemu aj proti Mne, pretože v skutočnosti každý trestný čin proti prikázaniu Lásky k iným ľuďom je trestným činom proti vašej Láske ku Mne, pretože tiež nepriamo odmietate Mňa, Ktorý Som stvorili vášho blížneho. Ukončenie jedného pozemského života by nikdy nemalo byť podporované, aj keď to spôsobujú čestné motívy. Pretože je opäť rozhodujúce to, že duša dostala život v tele iba za účelom vyššieho rozvoja. Nemali by ste považovať pozemský život, život tela, za najdôležitejší, a preto by ste nemali brať do úvahy iba pozemský život. Ale tiež omnoho menej by ste mali považovať pozemský život za nedôležitý, že si myslíte, že ho môžete svojvoľne ukončiť. Človek, ktorý nezákonne vezme život inej osoby, bude na Zemi sledovaný nepredstaviteľnou pomstychtivosťou a dokonca aj v duchovnom kráľovstve a okrem toho, pre také činy nenávisti a bezcitnosti, prepadne do najhlbšej temnoty, pretože sa zasvätil Satanovi, ktorý, aby zabránil akémukoľvek vyššiemu vývoju, snaží sa zničiť život, ktorý som Ja prebudil. On preniesol svoju ochotu k hriechu na osobu, a tak ju použil na spáchanie zlého činu, ktorý by však osoba mohla odmietnuť spáchať na základe svojej slobodnej vôle. On nebol nútený hrešiť.... Ale keď pozemskí vládcovia vynútia násilie, keď ľudská bytosť koná v sebaobrane, aby zachránila svoj vlastný život, keď jeho vnútorná bytosť odoláva činu najhorejšej bezcitnosti a napriek tomu sa nedokážeme postaviť proti pozemskému zákonu, vždy sa bude brať do úvahy postoj osoby, ktorá koná proti tomuto prikázaniu. Ak však človek z celého srdca porušuje toto prikázanie, bude niesť plnú zodpovednosť, pretože zanedbáva Moje prikázanie Lásky a patrí Môjmu protivníkovi. Ameň
„Nescudzoložíš....“ Táto oblasť je obzvlášť dôležitá, pretože zahŕňa všetko, čo sa týka telesných túžob. Týka sa to zmyslovej orientácie, aktívneho vyjadrenia na sexuálnej úrovni. V skutočnosti, Ja Sám Som na to dal právo slovami „Ploďte sa a množte sa....“ (Genezis 1:28) Ja Sám Som stvoril ľudstvo tak, že telá muža a ženy túžia po zjednotení sa, no napriek tomu konečným cieľom toho je však iba rozmnožovanie (počatie a rodenie detí). A keďže ľudská bytosť má slobodnú vôľu, je na ňom, aby sa ovládal, alebo aby sa úplne vyjadril bez sebakontroly. To, čo je na jednej strane odo Mňa požehnané, môže byť na druhej strane nesmierne vítanou príležitosťou pre protivníka, aby lákalo človeka na hriech, hoci si on toho bude vždy vedomý, pretože každá sexuálna aktivita, každé naplnenie telesnej žiadostivosti ťahá ľudskú bytosť dolu a dokonca ju umiestňuje pod zviera, ktoré iba koná podľa svojho inštinktu v súlade s prírodným zákonom. Ale ľudská bytosť má svoju slobodnú vôľu, pretože by sa mal naučiť ovládať seba, pretože by mal ovládať svoje telo (1 Korintským 9:27), aby pomohol duši k vzostupu. Zmyslové inštinkty sú najväčšou prekážkou pre duchovné dozrievanie duše. A predsa Ja Som stvoril ľudskú bytosť tak, aby ho telesná túžba mohla potláčať (obťažovať) vo veľkej miere, ak by sa tým nechal ovládať.... ak nemá vôľu odolávať pokušeniam, ktoré vždy spôsobuje Môj protivník. Prikázanie, ktoré som vám dal, aby ste sa nedopúšťali cudzoložstva, je vážne.... A cudzoložstvo je každý nečistý spôsob života, ktorý v skutočnosti znamená nezákonné konanie proti Môjmu zákonu poriadku.... zneužitie prírodného procesu rozmnožovania za účelom prebudenia ľudského života. Dvaja ľudia by si mali navzajom nájsť v čistej, nesebeckej Láske a následné počatie v dôsledku takejto Lásky nebude nikdy hriechom, pretože je v súlade s Mojím večným zákonom poriadku. Všetká zmyselná vášeň bez Lásky je však nanajvýš nebezpečná pre dušu, ktorá prepadne do duchovnej temnoty a iba s najväčšou ťažkosťou sa z nej dokáže vymaniť. Telesná túžba je sebecká láska do najvyššej miery, ktorá potláča všetku nesebeckú Lásku k blížnej ľudskej bytosti, pretože pre takúto osobu nič nie je posvätné, on nepreukazuje česť a úctu k blížnej ľudskej bytostia a iba ju využíva.... Berie to, čo mu nepatrí, a preto hreší proti prikázaniu Lásky k blížnemu mnohými rôznymi spôsobmi. Každý, ktorého duša sa skutočne snaží o vzostup, tiež vie, že by si nemal užívať život úplne bez obmedzení, pretože bude cítiť, že jeho duša je stiahnutá dole a že bude musieť vynaložiť neuveriteľné úsilie, aby sa mohla znova pozdvihnúť. Správny druh manželstva nikdy nenájde Môj nesúhlas, lebo by Som nevytvoril ľudstvo, ktoré by sa samé rozmnožovalo, hranice však možno ľahko prekročiť a každé prekročenie je porušením manželstva, žiadaného odo Mňa skrze prirodzený zákon.... spolunažívanie muža a ženy za účelom reprodukcie ľudstva.... Ale Ja poznám ľudskú prirodzenosť, viem ich slabosť vôle a extrémne silný vplyv Môjho protivníka.... Neodsudzujem tých, ktorí hrešia, ale im dávam prikázanie pre ich vlastný prospech a každý, kto ho bude nasledovať, bude tiež milovať Mňa a svojho blížneho, bude mu ľahšie kráčať cestou vzostupu ako tým, ktorí dávajú úplnú slobodu svojim telesným inštinktom na úkor svojej duše.
AMEŇ
Vertaler