Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Gebed voor arme zielen

De zielen die zich in de duisternis bevinden lijden onuitsprekelijk. Hun kracht is gebroken, ze zijn in een staat van uiterste hopeloosheid zolang hun de kennis ontbreekt over de kracht van de liefde die hun lot verlicht. Zij dwalen her en der en ook hun wil is geheel apathisch, en zo blijven zij een onnoemelijk lange tijd in hun toestand vol kwelling, als zij geen hulp ontvangen door gebed.

U, mensen op aarde kunt hun deze hulp verlenen als u in liefde aan deze arme zielen denkt en hun lot zou willen verlichten. Maar alleen de liefde geeft hun kracht. Een gebed zonder liefde is waardeloos, het is slechts een vorm zonder uitwerking. Alleen de graad van liefde is maatgevend welke kracht hun daardoor wordt toegezonden.

En zo moet u zich het lot van deze arme zielen voor ogen houden en weten, dat zij u dringend smeken om het sturen van kracht - zodra zij eenmaal de kracht van de liefde hebben ondervonden. Zij zijn op uw hulp aangewezen zolang zij nog in de diepte vertoeven, zolang zij niet zelf door hun kennis die kracht in zich vergroten, wat dan een werken in liefde in het hiernamaals voor andere noodlijdende zielen betekent.

Elke goede gedachte die hun uit mededogen wordt toegezonden heeft een verlichtende uitwerking op die zielen, zij voelen dat en blijven dan steeds in uw nabijheid. Zij smeken u terwijl ze zich in uw gedachten dringen, om hen met uw liefhebbende voorspraak te gedenken. Vergeet hen niet, keer uw gedachten niet van hen af, schenk hun een liefdevol gebed en help hen daardoor opwaarts te gaan. Verlicht hun kwellingen en bewijs hun voor alles de kracht van de liefde opdat ook in hen de liefde tot de noodlijdende zielen ontwaakt en zij, door liefdewerken aan hen, zichzelf nu uit deze nood kunnen bevrijden.

Hun omgeving is in overeenstemming met hun zieletoestand, zonder licht en woest. En als een gebed voor deze zielen opstijgt tot GOD, ontstaat er een flauwe schemertoestand waarin die ziel een glimp van inzicht heeft, wat haar na een voortdurende duisternis uiterst weldadig aandoet. De mate van liefde in die voorspraak bepaalt de helderheid van het licht dat in die donkerte binnenstraalt. En de ziel keert zich naar dat lichtschijnsel toe, doordat ze steeds weer nieuwe stralen verwacht en erom vraagt.

Vervul hun smeken, laat hen niet alleen in hun nood, geef hun de hulp die u hun nog geven kunt. Breng hen d.m.v. gedachten het evangelie. Vermaan hen dat ook zij in liefde hun omgeving moeten gedenken. Dat ook zij hen moeten helpen in de zegen van een lichtuitstraling terecht te komen, doordat ze hun weer doorgeven wat zij van u ontvangen.

U kunt door uw gebed onnoemelijk veel nood verzachten. U kunt meewerken aan de verlossing van deze zielen door uw gebed, want de op hen gerichte kracht heeft invloed op hun wil - die nu weer op de juiste wijze werkzaam wordt. De ziel benut de tot haar komende kracht om te werken in liefde voor andere noodlijdende zielen, en nu begint haar weg omhoog, waar zij u eeuwig voor danken zal.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Gebet für arme Seelen....

Unsäglich leiden die Seelen, die in der Finsternis sind. Ihre Kraft ist gebrochen, es ist ein Zustand größter Hoffnungslosigkeit, solange ihnen das Wissen fehlt um die Kraft der Liebe, die ihnen ihr Los erleichtert. Sie irren umher, und völlig apathisch ist auch ihr Wille, und so verharren sie unsagbar lange Zeit in ihrem qualvollen Zustand, so ihnen nicht Hilfe zuteil wird durch Gebet. Ihr Menschen auf Erden könnet ihnen diese Hilfe gewähren, so ihr in Liebe dieser armen Seelen gedenket und ihnen ihr Los erleichtern möchtet. Denn nur die Liebe gibt ihnen Kraft. Ein Gebet ohne Liebe ist wertlos, es ist nur eine Form, die keine Wirkung hat. Nur der Liebegrad ist maßgebend, welche Kraft ihnen dadurch zugeführt wird. Und so müsset ihr euch das Los dieser armen Seelen vor Augen stellen und wissen, daß sie euch inständig bitten um Kraftzuwendung, sowie sie einmal die Kraft der Liebe empfunden haben. Sie sind auf eure Hilfe angewiesen, solange sie noch in der Tiefe weilen, solange sie nicht selbst durch ihr Wissen die Kraft sich vermehren können, das dann ein Liebewirken im Jenseits an anderen notleidenden Seelen bedeutet. Jeder gute, in Mitleid ihnen zugewandte Gedanke wirkt sich erleichternd für die Seelen aus, sie empfinden dies und bleiben dann stets in eurer Nähe, sie bitten euch, indem sie sich euch in die Gedanken drängen, um von euch mit einer liebenden Fürbitte bedacht zu werden. Vergesset sie nicht, wendet eure Gedanken nicht von ihnen ab, schenket ihnen ein liebevolles Gebet und helfet ihnen dadurch zur Höhe, erleichtert ihre Qualen, und beweiset ihnen vor allem die Kraft der Liebe, auf daß auch in ihnen die Liebe zu den notleidenden Seelen erwacht und sie durch Liebeswirken an ihnen sich nun selbst aus ihrer Not befreien können. Ihre Umgebung ist ihrem Seelenzustand angemessen, lichtlos und öde, und so ein Gebet für diese Seelen zu Gott emporsteigt, tritt ein leichter Dämmerzustand ein, in dem die Seele einen Schimmer des Erkennens hat, der nach der ständigen Dunkelheit ihr äußerst wohltut. Der Liebegrad der Fürbitte bestimmt die Helligkeit des Lichtes, das in die Dunkelheit hineinstrahlt, und es wendet sich die Seele dem Lichtschein zu, immer wieder neue Strahlen erwartend und darum bittend. Erfüllet ihnen ihre Bitten, lasset sie in ihrer Not nicht allein, gebet ihnen die Hilfe, die ihr ihnen noch zu geben vermögt; leitet ihnen auch in Gedanken das Evangelium zu, ermahnet sie, daß auch sie in Liebe ihrer Umgebung gedenken sollen, daß auch sie ihnen helfen sollen, in den Segen einer Lichtstrahlung zu gelangen, indem sie ihnen wieder vermitteln, was sie von euch empfangen. Ihr könnet durch euer Gebet unsagbar viel Not lindern, ihr könnet mitarbeiten an der Erlösung dieser Seelen, denn die Kraftzuwendung durch euer Gebet wirket auf ihren Willen ein, der nun wieder tätig wird in der rechten Weise. Es nützet die Seele die ihr zugehende Kraft zum Wirken in Liebe an anderen notleidenden Seelen, und es beginnt nun ihr Aufstieg zur Höhe, den sie euch danken wird ewiglich....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde