• Terug

Lichtdragers "beschermd door lichtwezens" tot hun missie is vervuld - Beschermende kring

Die zich in het Licht bevinden, hoeven de duisternis niet te vrezen. En zo hoeven de dragers van Mijn waarheid niet te vrezen voor het doen en laten van duistere krachten, voor hun besluiten en maatregelen, hoewel ze geboren zijn in diepste haat, ofschoon ze als dreigende spoken op het gemoed van de mens inwerken.

De Lichtdragers zullen ongehinderd blijven, want ze staan onder Mijn bescherming. En IK zal u waarlijk een betrouwbare geleide geven, al gaat u temidden van duivels. Want de duisternis verdrijft het heldere licht niet dat u omstraalt, dat weliswaar niet voor het menselijk oog zichtbaar is, maar waar het lage geestelijke voor vlucht, omdat het in het licht ook hun HEER herkent met WIE ze niet in contact willen komen.

Daarom kan een Lichtdrager zonder vrees diegenen tegemoettreden die hem kwaad willen doen, bij hun voornemen zal hij ze van de wijs brengen, ze zullen ervan afzien, al is het onder bedreigingen en verwensingen, want ze voelen zijn overwicht ofschoon ze die aards niet willen erkennen. Want ook veel Lichtwezens staan een Lichtdrager bij in zulke zware levensomstandigheden, omdat ze een missie die uitermate dringend is, niet in gevaar willen laten brengen door de wil van mensen die door de tegenstander worden beheerst.

Als IK MIJ Zelf arbeiders uitkies voor deze dringende missie, dan is het hele lichtrijk bezield door de wil deze arbeiders te beschermen, omdat Mijn Wil alle wezens doorstroomt die deel uitmaken van Mijn rijk. En de kracht van die wezens is waarlijk sterker dan de krachten der duisternis, ook al blijkt dit aards niet zo.

Maar de Lichtdragers zelf moeten weten dat ze onaantastbaar zijn voor de MIJ vijandig gezinde krachten. Ze moeten daarom geen vrees hebben, er is om hen een beschermende kring getrokken, waarvoor ieder duister wezen terugschrikt, wil het MIJ Zelf niet uitdagen. Pas wanneer de missie van de lichtdrager is vervuld, wanneer het uur van zijn sterven is gekomen, hef IK deze beschermende kring op, maar tot oordeel en tot eeuwige verdoemenis van degeen die hem doorbreekt, maar voor de Lichtdrager zelf tot verhoogde gelukzaligheid.

Zolang hij op aarde in Mijn opdracht werkt, kan hij zich temidden van duivels wagen en hun het zondige van hun praktijken voorhouden. Ze zullen hem niet kunnen doden, omdat hij door MIJ is gezonden, Mijn dienaar, Mijn bode die het zuiver geestelijke aan de aardsgezinde mensen overbrengt om hen weg te trekken van de afgrond, van het verderf.

En dit weten moet hem moed en kracht geven, hij moet geloven in MIJ en Mijn Woord en voortdurend zeker zijn van Mijn tegenwoordigheid, zolang hij MIJ dient en met ijver zijn ambt uitoefent, zolang hij bereid is Mijn evangelie (van de liefde) uit te dragen in de wereld - de medemensen het Licht te brengen dat hij van MIJ Zelf heeft ontvangen.

De aarde ligt in diepste duisternis en moet verlicht worden om de mensen op aarde de juiste weg te laten vinden. En waar zo'n Licht schijnt, zal zich nooit datgene ophouden wat het licht schuwt, veeleer zal het de lichtschijn ontvluchten.

Maar in de geestelijke wereld is het Licht doordringend, het schijnt niet verborgen en zal daarom steeds door de wezens der duisternis als Licht worden gevoeld, maar niet begeerd, om welke reden elke lichtschijn wordt ontvlucht, omdat ze het licht niet kunnen doven, maar zijn schijnsel hun kwellingen bezorgt.

Want achter iedere Lichtdrager sta IK als Oerbron van het Licht - en waar IK ben is waarlijk de macht van het boze gebroken.

Amen

Lichtträger "durch Lichtwesen geschützt" bis die Mission erfüllt ist.... Bannkreis....

Die im Licht stehen, brauchen die Finsternis nicht zu fürchten. Und so brauchen auch Meine Wahrheitsträger sich nicht zu fürchten vor dem Treiben der finsteren Kräfte, vor deren Verfügungen und Maßnahmen, wenngleich sie in tiefstem Haß geboren sind, wenngleich sie wie drohende Gespenster auf die Gemüter der Menschen einwirken. Die Lichtträger werden unbeschadet bleiben, denn sie unterstehen Meinem Schutz. Und Ich werde euch wahrlich ein sicheres Geleit geben und ob ihr mitten unter Teufeln wandelt.... Denn die Finsternis verdrängt nicht das helle Licht, das euch umstrahlt, das Menschenaugen zwar nicht ersichtlich ist, das aber das niedere Geistige flieht, weil es in dem Licht auch seinen Herrn erkennt, mit dem es nicht in Berührung kommen will. Darum kann ein Lichtträger furchtlos denen gegenübertreten, die ihm Böses antun wollen, er wird sie in ihrem Vorhaben beirren, sie werden davon abstehen, wenn auch unter Drohungen und Verwünschungen; denn sie fühlen seine Überlegenheit, wenngleich sie irdisch sie nicht anerkennen wollen. Denn einem Lichtträger stehen auch viele Lichtwesen bei in jeder schweren Lebenslage, weil sie eine Mission, die überaus dringlich ist, nicht gefährden lassen durch Menschenwillen, vom Gegner regiert. So Ich Selbst Mir Arbeiter erwähle für diese dringliche Mission, so ist das ganze Lichtreich vom Willen beseelt, diese Arbeiter zu schützen, weil Mein Wille alle Wesen durchflutet, die Meinem Reich angehören. Und die Kraft jener Wesen ist wahrlich stärker als die Kräfte der Finsternis, wenn dies irdisch auch nicht so zum Vorschein kommt. Doch die Lichtträger selbst sollen es wissen, daß sie unantastbar sind von den Mir feindlich gesinnten Kräften.... Sie sollen darum ohne Furcht sein, es ist ein Bannkreis gezogen um sie, vor dem jedes finstere Wesen zurückschreckt, will es nicht Mich Selbst herausfordern. Erst wenn die Mission des Lichtträgers erfüllt ist, wenn die Stunde seines Ablebens gekommen ist, löse Ich diesen Bannkreis, doch zum Gericht und zur ewigen Verdammnis dessen, der ihn durchbricht.... für den Lichtträger selbst aber zu erhöhter Seligkeit.... Solange er auf Erden wirket in Meinem Auftrag, kann er sich mitten unter die Teufel wagen und ihnen das Sündhafte ihres Tuns vorhalten. Sie werden ihn nicht zur Strecke bringen können, weil er Mein Sendling ist, Mein Diener, Mein Bote, der Reingeistiges den Erdenmenschen vermittelt, um sie zurückzureißen von dem Abgrund des Verderbens. Und dieses Wissen soll ihm Mut und Kraft geben, er soll glauben an Mich und Mein Wort und Meiner Gegenwart ständig sicher sein, solange er Mir dienet mit Eifer und seines Amtes waltet, solange er bereit ist, Mein Evangelium hinauszutragen in die Welt.... den Mitmenschen das Licht zu bringen, das er von Mir Selbst empfangen hat.... Die Erde liegt in tiefster Dunkelheit und muß erleuchtet werden, um die Erdenwanderer den rechten Weg finden zu lassen. Und wo ein solches Licht leuchtet, dort wird sich niemals das Licht-Scheuende aufhalten, sondern es wird dem Lichtschein entfliehen.... In der geistigen Welt aber ist das Licht durchdringend, es leuchtet nicht verhüllt und wird darum stets von den Wesen der Finsternis als Licht empfunden werden, jedoch nicht begehrt.... weshalb jeder Lichtschein geflohen wird, weil sie das Licht nicht auslöschen können, sein Schein ihnen aber Qualen bereitet. Denn hinter jedem Lichtträger stehe Ich als Urquell des Lichtes.... und wo Ich bin, ist wahrlich die Macht des Bösen gebrochen....

Amen