Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Leed - Genademiddel

De eindtijd vol genaden wordt door de mensen niet als zodanig herkend, want ze zijn niet op de hoogte van de zegen van het lijden, ze weten niet dat het leed ook een genade is, waardoor de ziel die zich op verre afstand van GOD bevindt, nog kan worden gered, en eeuwig niet haar bestemming kan bereiken, wanneer ze de afstand tot GOD niet verkleint door werken van liefde. En het werkzaam zijn in liefde kan het gevolg van groot lijden zijn. GOD geeft de mensen gelegenheid zich in de liefde te oefenen, want het leed neemt vormen aan, zodat de medemens tot werken van liefde wordt aangespoord zodra hij niet volledig is verhard.

Wat een mens niet vanzelf zou doen in een tijd van geordende betrekkingen, kan hij toch nog uit innerlijke aandrang verrichten bij het zien van overgrote nood. Hij kan zich het lot van de medemens aantrekken en hem helpend bijstaan, het vlammetje van de naastenliefde kan in hem worden ontstoken en dan heeft zijn ziel het grootste voordeel uit de aardse nood getrokken.

Ononderbroken is GOD er op bedacht, de zielen te leiden naar nog hogere rijpheid, of ze in de toestand te verplaatsen dat het omhulsel van hun ziel oplost, opdat ze vóór het einde van de (laatste) dag minstens in de staat van inzicht het rijk hierna kan binnengaan, of zich uit eigen aandrang aansluit bij de kleine gemeente die volhoudt tot aan het einde in het geloof in JEZUS CHRISTUS, de goddelijke Verlosser. Als de mens door leed dit doel bereikt, dan is voor hem het leed de laatste redding, het is een genade, die hem nog kort vóór het einde wordt verleend. Want zonder leed blijft hij in de toestand dat hij ver van GOD is verwijderd, omdat de liefde in hem niet werkzaam werd.

De middelen die GOD aanwendt om de zielen van de mensen te helpen, moeten, kort vóór het einde, bijzonder scherp zijn, willen ze niet zonder uitwerking blijven. En de mensen in hun geestelijke blindheid zien alleen maar de scherpte van zulke middelen, niet echter hun zegen. Maar zijn ze door werken van liefde verplaatst in een heldere staat, zijn ze tot de schare van strijders van CHRISTUS toegetreden, dan zien ze vol dankbaarheid op de dagen van hun lichamelijke nood terug, ze zien de zin en de zegen van het lijden in en ook de Liefde van GOD, DIE steeds bedacht is op het helemaal rijp worden van onvolmaakte zielen.

De tijd tot aan het einde is niet lang meer, maar de mensen hebben nog zo'n lage geestelijke ontwikkeling, dat ze een aanzieniijk langere tijd nodig hebben om die in te halen. Bijgevolg moeten ze een school doorlopen waarin ze vlugger rijp kunnen worden, wanneer ze bij elke levensproef standhouden, wanneer ze elke gelegenheid benutten. Ze moeten een louteringsvuur doorstaan, het omhulsel van hun ziel moet worden gesmolten door leed en liefde, dan is het mogelijk dat ze zich in deze korte tijd nog vervolmaken, dat ze op het einde tot diegenen behoren die strijden voor JEZUS CHRISTUS. En dan is voor hen de eeuwige zaligheid verzekerd. En hoe eerder een mens uit vrije wil de liefde beoefent, des te makkelijker te dragen zal dit laatste hem voorkomen, want als door leed het eigenlijke doel is bereikt, des te eerder de mens zich dus van de genade heeft bediend, des te eerder kan dit (leed) van hem worden afgenomen.

Zo zullen de genaden van de eindtijd pas goed in het geestelijke rijk worden ingezien, want op aarde heeft de mens als zodanig niet het overzicht, hij ziet ook niet de grote geestelijke nood in, hij weet niet in welk gevaar hij verkeert als hij faalt en wat voor een vreselijk denkbeeld het is nog eens een ontwikkelingsperiode te moeten doormaken. Dit inzicht zal hem pas in het geestelijke rijk beschoren zijn en dan zal hij dankbaar zijn voor elke hulp die hem in de vorm van lijden op aarde ten deel viel. Dan pas zal hij inzien welke mate van genade GOD de mensen op aarde heeft toegekend en dat zonder leed het nooit mogelijk was het doel te bereiken. Maar zolang hij op aarde leeft is hem de gelegenheid geboden zijn ziel hoger te ontwikkelen en zo lang staan hem ook genaden ter beschikking.

En het leed is een van de grootste genaden, het is toch het meest werkzame middel de mens op te voeden om aktief te zijn in de liefde. En daarom wendt GOD dit middel aan, vóór het einde is gekomen, om nog zielen te winnen voor Zijn rijk, om hen te helpen dat ze niet voor eeuwig verloren gaan.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

La sofferenza – Mezzo di Grazia

Il tempo della fine colmo di Grazia non viene riconosciuto dagli uomini come tale, perché non sanno della Benedizione della sofferenza, non sanno che la sofferenza è anche una Grazia attraverso la quale l’anima che si trova lontana da Dio può ancora essere salvata e non può eternamente arrivare alla meta, se non diminuisce la lontananza da Dio attraverso l’agire d’amore. E l’agire nell’amore può essere la conseguenza di grande sofferenza. Dio dà agli uomini l’occasione di esercitarsi nell’amore, perché la sofferenza assume delle forme che il prossimo venga stimolato all’agire d’amore, se non è del tutto indurito. Quello che un uomo non farebbe da sé stesso in un tempo di condizioni ordinate, lo può svolgere ancora per spinta interiore in vista dell’ultragrande miseria. Si può prendere cura del prossimo ed assisterlo aiutando, in lui può essere accesa la fiammella dell’amore per il prossimo ed allora la sua anima ha tratto il più grande vantaggio dalla miseria terrena. Dio intende continuamente guidare le anime ancora ad una maturità superiore oppure di metterle nello stato che si dissolva il loro involucro animico, affinché alla fine dei giorni possano entrare nel Regno dell’aldilà almeno nello stato della conoscenza oppure unirsi per propria spinta alla piccola comunità che persevera fino alla fine nella fede in Gesù Cristo, il divino Redentore. Se l’uomo arriva a questa meta attraverso la sofferenza, allora per lui questa è l’ultima salvezza, è una Grazia che gli viene concessa ancora poco prima della fine, perché senza sofferenza rimane nello stato della lontananza da Dio, perché l’amore non può diventare attivo in lui. Prima della fine i mezzi che Dio impiega per aiutare le anime degli uomini, devono essere particolarmente aspri, se non devono rimanere senza effetto. E gli uomini nella loro cecità spirituale vedono solo l’asprezza di quei mezzi, ma non la loro Benedizione. Ma se attraverso l’agire d’amore sono messi in uno stato chiaro, se sono entrati nella schiera dei combattenti di Cristo, allora guardano colmi di gratitudine ai giorni della loro miseria corporea, riconoscono lo scopo e la Benedizione delle sofferenze ed anche l’Amore di Dio che E’ sempre attento alla maturazione delle anime imperfette. Il tempo fino alla fine non è più molto, gli uomini però stanno così in basso nel loro sviluppo spirituale, che hanno bisogno di un tempo molto più lungo per recuperarlo. Di conseguenza devono passare attraverso una scuola nella quale possono maturare più rapidamente, se sostengono ogni prova di vita, se utilizzano ogni occasione. Devono sostenere una purificazione di fuoco, dev’essere dissolto l’avvolgimento delle loro anime attraverso sofferenza ed amore, allora è possibile che in questo breve tempo si perfezionino ancora fino al punto che alla fine facciano parte di coloro che combattono per Gesù Cristo. Ed allora è assicurata la loro eterna Beatitudine. E prima un uomo esercita l’amore per libera volontà, al quale lo deve spingere la sofferenza dei prossimi, più facilmente sopportabile gli sembrerà quest’ultima, perché se attraverso la sofferenza è stato raggiunto il vero scopo; prima l’uomo si è servito della Grazia, prima questa sofferenza può anche essergli tolta. Le Grazie del tempo della fine vengono riconosciute veramente solo nel Regno spirituale, perché l’uomo come tale non ha la visione sulla Terra, non riconosce la grande miseria spirituale, non sà in quale pericolo si trova se fallisce e quale immenso concetto sia dover vivere ancora una volta attraverso un periodo di sviluppo! Questa conoscenza gli sarà destinata solo nel Regno spirituale ed allora sarà grato per ogni Aiuto che gli era dato in forma di sofferenze sulla Terra. Solo allora riconoscerà quale misura di Grazia Dio ha concesso agli uomini sulla Terra e che senza sofferenza non era giammai possibile raggiungere la meta. Ma finché vive sulla Terra, gli viene offerta l’occasione dello sviluppo della sua anima verso l’Alto e fino ad allora gli stanno anche a disposizione le Grazie. E la sofferenza è una delle Grazie più grandi, dato che è il mezzo più efficace di educare gli uomini all’attività d’amore. E perciò Dio impiega questo mezzo, prima che sia venuta la fine per aiutarli, affinché non vadano eternamente perduti.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich