• Terug

Enkel de liefde verlost – Het vormen van het hart

Het is enkel de liefde, die de mens opwaarts doet gaan. En enkel door liefde voltrekt zich een verandering in hem, die bevorderlijk is om uit de diepte tot de hoogte, tot het licht te geraken. Niets anders kan hem bevrijden. Niets kan de liefde vervangen en niets anders dan liefde kan hem dichter bij God brengen. En ofschoon de mens zijn leven op aarde leeft in plichtsvervulling en in een strikte waarneming en vervulling van de eisen, die aan hem gesteld worden, garandeert niets dan enkel de liefde zijn vooruitgang op aarde. Want dit verandert de ziel en maakt haar bereidwillig om zich te openen en de geest in haar de vrijheid te geven. En het werkzaam zijn van de geest verzekert de opwaartse ontwikkeling van de ziel. Het rijp worden, zonder welk een leven in de eeuwigheid niet denkbaar is.

Maar God Zelf is de liefde. Zodoende moet God in alles en bij alles zijn, wat de mens onderneemt. En de mens heeft Hem geheel in zich opgenomen als hij in de liefde leeft en dan moet zijn gang over de aarde hem de volmaaktheid opleveren, omdat God Zelf in hem is en volgens Zijn wil werkzaam kan zijn.

God en liefde zijn één en daarom kan God alleen maar door de liefde gevonden worden, ofschoon Hij verstandsmatig gezocht wordt. De kennis van God en het geloof in Hem, dat Hij bestaat, brengt de mens niet dichter bij de eeuwige Godheid. Hij zal Hem pas door werkzaam te zijn in liefde bewust nastreven. Dan is de ernstige wil aanwezig om dichter bij Hem te komen en pas dan volgt het juiste inzicht, dat hem via de weg van het hart gegeven wordt.

En zo is de liefde onontbeerlijk om het rijk van God binnen te kunnen gaan. Liefde overwint alles. Ze blijft ook in de zwaarste strijd de overwinnaar, omdat degene, die in de liefde leeft, door God Zelf, Die door het menselijke werkzaam zijn in liefde in hem is, ter zijde gestaan wordt. De graad van liefde van de mens bepaalt wanneer God, als de liefde Zelf, intrek in hem neemt. Hij kan enkel daar verblijven, waar de liefde zo’n verandering teweeggebracht heeft. Waar de mens zich overeenkomstig de wil van God gevormd heeft. Hij moet van harte deemoedig, zachtaardig, verdraagzaam en geduldig zijn. En al dit wordt door de liefde bewerkstelligd.

Want hij zet God en de medemens boven de liefde voor zichzelf en zal zichzelf steeds als de mindere beschouwen. Hij zal niets voor zichzelf eisen, maar steeds geven. Hij zal niet veroordelen, maar begrijpen en vergeven. Hij zal geen strijd zoeken en elke verwaandheid onderdrukken. Hij zal begrip hebben voor de zwakte van de medemens en daarom geduld oefenen.

En zo verandert zijn wezen zich en vormt het zich zo, zoals het de goddelijke wil is. En in zo’n gevormde ziel kan God Zelf verblijven. De liefde zal in haar gehele volheid in de mens wonen. Hij zal niet anders meer kunnen dan in liefde werkzaam zijn, omdat God Zelf, Die in hem is, nu zijn gehele handelen en denken leidt. En waar God is, daar kan geen diepte, geen duisternis en geen onvrije toestand meer zijn. Waar God is, is licht en vrijheid. Waar God is, is vrede en zaligheid. De liefde heeft de mens bevrijd.

Amen

Nur die Liebe erlöst.... Gestalten des Herzens....

Nur die Liebe ist es, die den Menschen zur Höhe führt, und nur durch die Liebe vollzieht sich an ihm eine Wandlung, die erforderlich ist, um aus der Tiefe zur Höhe, zum Licht zu gelangen. Nichts anderes kann ihn erlösen, nichts anderes die Liebe ersetzen, und nichts anderes als die Liebe kann ihn Gott näherführen.... Und ob auch der Mensch sein Leben auf Erden lebt in Pflichterfüllung und strenger Beobachtung und Erfüllung der Anforderungen, die an ihn gestellt werden, nichts gewährleistet seinen Fortschritt als allein nur die Liebe. Denn diese wandelt die Seele und macht sie willig, sich zu öffnen und dem Geist in sich die Freiheit zu geben. Und des Geistes Wirken sichert die Höherentwicklung der Seele.... das Ausreifen, ohne welches ein Leben in der Ewigkeit nicht denkbar ist.... Die Liebe aber ist Gott Selbst.... Also muß Gott in allem und bei allem sein, was der Mensch beginnt.... Und es hat der Mensch Ihn gänzlich in sich aufgenommen, so er in der Liebe lebt, und dann muß sein Erdenwandel ihm die Vollendung eintragen, weil Gott Selbst in ihm ist und wirken kann nach Seinem Willen. Gott und die Liebe sind eins, und darum kann Gott nur durch die Liebe gefunden werden, wenngleich Er verstandesmäßig gesucht wird. Das Wissen um Gott und der Glaube an Ihn, daß Er ist, bringt den Menschen nicht der ewigen Gottheit näher.... bewußt anstreben wird er Ihn erst durch Wirken in Liebe, dann ist der ernstliche Wille vorhanden, Ihm nahezukommen, und dann erst folgt das rechte Erkennen, das ihm auf dem Wege des Herzens vermittelt wird.... Und so ist die Liebe unerläßlich, um in das Reich Gottes eingehen zu können.... Die Liebe überwindet alles, sie bleibt Sieger auch im schwersten Kampf, weil dem, der in der Liebe lebt, Gott Selbst zur Seite steht, Der durch das Liebeswirken des Menschen in ihm ist. Der Liebesgrad des Menschen ist bestimmend, wann Gott als die Liebe Selbst in ihm Wohnung nimmt. Er kann nur dort weilen, wo die Liebe eine solche Wandlung vollführt hat, wo der Mensch sich dem Willen Gottes gemäß gestaltet hat.... Er muß von Herzen demütig, sanftmütig, friedfertig und geduldig sein, und alles dieses bewirkt die Liebe.... Denn er stellt Gott und den Mitmenschen der Liebe zu sich selbst voran und wird immer sich selbst weniger bedenken; er wird für sich nichts fordern, doch stets geben.... er wird nicht verurteilen, sondern verstehen und vergeben.... er wird keinen Streit suchen und jegliche Überheblichkeit unterdrücken.... er wird für die Schwächen der Mitmenschen Verständnis haben und sich daher in der Geduld üben. Und also wandelt sich sein Wesen und formt sich so, wie es göttlicher Wille ist. Und in einer so gestalteten Seele kann Gott Selbst Aufenthalt nehmen.... Es wird also die Liebe in ganzer Fülle im Menschen wohnen, er wird nicht mehr anders können als liebetätig sein, weil Gott Selbst sein ganzes Handeln und Denken nun lenkt, Der in ihm ist.... Und wo Gott ist, dort kann keine Tiefe, keine Dunkelheit und kein unfreier Zustand mehr sein; wo Gott ist, ist Licht und Freiheit, wo Gott ist, ist Frieden und Seligkeit.... Es hat die Liebe den Menschen erlöst....

Amen