Er bestaat geen waardevollere godsdienst, dan de zielen van de medemensen van de geestelijke dood te redden, want dan dient de mens waarachtig God, omdat hij eraan bijdraagt om hetgeen uit God voortgekomen is, weer naar Hem terug te leiden. De liefde van God is onophoudelijk naar Zijn schepselen toegekeerd en ter wille van deze schepselen is alles ontstaan en God is onophoudelijk werkzaam voor deze schepselen en Zijn besturen en werkzaam zijn beogen slechts dit ene: de terugkeer van het eens van Hem afgevallen geestelijke.
Als de mens nu hetzelfde doel nastreeft, namelijk het terugwinnen van de zielen van de medemensen voor God, dan denkt en handelt hij volgens de wil van God. Hij dient Hem bewust, doordat hij zich aan de goddelijke wil onderwerpt en als het ware als Zijn arbeider mede werkzaam aan het liefdeswerk is. Dat hij dus hetzelfde doel tot levenstaak maakt om dwalende, dat wil zeggen van God afgekeerde zielen naar Hem toe te leiden. Dan dient hij in waarheid God. Hij voert Diens wil uit en hij verricht het grootste liefdeswerk aan de medemensen, want hij redt hen van de eeuwige dood. Van de toestand van volledige liefdeloosheid en onvoorstelbare kwellingen.
De mens kan niet in zijn volle omvang overzien, hoe belangrijk en waardevol zijn geestelijke medewerking is. Hoeveel zielen hij uit de nood verlost, door zijn actieve medewerking. En toch moet deze gedachte hem tot ijverige medewerking aansporen, zodat hij zich aansluit bij het werkzaam zijn in liefde door God, zodat hij in zekere zin in het klein dat uitvoert, wat zich onophoudelijk in het grote scheppingswerk door de lichtwezens, die in de nauwste verbinding met God staan, voltrekt.
De goddelijke krachtstroom wordt doorgegeven. Zijn uitstraling van liefde, zodra de mens, door de liefde voor de medemensen gedreven, hen helpen wil. Als hij de medemens liefde geeft, dan stroomt de kracht van God op deze over en kan het werkzaam worden, doordat deze weer liefde opwekt. En dan komt de mens dichter bij God. Zijn ziel verlangt naar God terug. Dan heeft de mens tot stand gebracht, dat de ziel van de medemens voor God gewonnen werd en haar ver weggehouden heeft van ondenkbaar lijden. Hij heeft een liefdeswerk volbracht, in het volle bewustzijn God daarmee te dienen en is dus een trouwe medewerker van de Heer, die geen ander doel kent, dan met God en voor God werkzaam te zijn om zielen te winnen voor de eeuwigheid.
Amen
VertalerEs gibt keinen wertvolleren Gottesdienst, als die Seelen der Mitmenschen vor dem geistigen Tode zu retten, denn dann dienet der Mensch wahrhaft Gott, weil er dazu beiträgt, das aus Gott Hervorgegangene Ihm wieder zuzuführen. Die Liebe Gottes ist unaufhörlich Seinen Geschöpfen zugewandt, und um dieser Geschöpfe willen ist alles entstanden, und für diese Geschöpfe ist Gott unentwegt tätig, und Sein Walten und Wirken bezweckt nur das eine.... die Rückkehr des einst von Ihm abgefallenen Geistigen. Strebt nun der Mensch das gleiche Ziel an.... die Rückgewinnung der Seelen der Mitmenschen für Gott, so denkt und handelt er im Willen Gottes, er dient Ihm bewußt, indem er sich dem göttlichen Willen unterstellt und gleichsam als Sein Arbeiter mit tätig ist an dem Liebeswerk.... daß er also das gleiche Ziel sich zur Lebensaufgabe macht, irrende, d.h. Gott abgewandte Seelen Ihm zuzuführen. Dann dienet er in Wahrheit Gott, er führt Dessen Willen aus und verrichtet das größte Liebeswerk am Mitmenschen, denn er errettet diese vom ewigen Tode, vom Zustand völliger Leblosigkeit und unvorstellbarer Qual.... Es kann der Mensch nicht ermessen, wie wichtig und wertvoll seine geistige Mitarbeit ist, wie viele Seelen er erlöst aus der Not durch seine tätige Mithilfe. Und doch muß ihn der Gedanke zu eifriger Mitarbeit anspornen, daß er sich dem Liebeswirken Gottes anschließt, daß er gleichsam im Kleinen das ausführt, was sich unausgesetzt vollzieht im großen Schöpfungswerk durch die Lichtwesen, die mit Gott im engsten Verband stehen.... Es wird der göttliche Kraftstrom weitergeleitet, Seine Liebesausstrahlung, sowie der Mensch, durch die Liebe zu den Mitmenschen getrieben, ihnen helfen will.... Gibt er dem Mitmenschen Liebe, dann strömt die Kraft Gottes auf diesen über und kann wirksam werden, indem sie wieder Liebe erweckt. Und dann kommt der Mensch Gott näher, es verlangt seine Seele zu Gott zurück.... Dann hat es der Mensch zuwege gebracht, die Seele des Mitmenschen für Gott zu gewinnen, und ihr undenkliches Leid ferngehalten, er hat ein Liebeswerk vollbracht im vollen Bewußtsein, Gott damit zu dienen, und ist also ein treuer Mitarbeiter des Herrn, der kein anderes Ziel kennt, als mit Gott und für Gott zu wirken, um Seelen zu gewinnen für die Ewigkeit....
Amen
Vertaler