Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

In het geloof in geestelijke kracht is de mens tot alles in staat

De grootste problemen kunnen moeiteloos opgelost worden met behulp van geestelijke kracht. Wat voor de mens alleen niet mogelijk lijkt, zal hij kunnen verrichten, als hij de hem ten dienste staande kracht gebruikt. En waar er aan aardse kennis grenzen gesteld zijn, daar zijn er geen beperkingen voor de mens, die van geestelijke kracht gebruik maakt. De mens is zonder de krachttoevoer van de kant van de geestelijke wezens tot niets in staat en toch erkent hij maar zelden de schenkers van deze kracht, omdat hem enerzijds de kennis daarvan ontbreekt en hij anderzijds niets van toepassing wil laten zijn, wat hij niet kan zien of aards kan bewijzen.

Maar deze afwijzende instelling is een gebrek, dat in een verminderde toevoer van kracht zijn effect heeft, want de geestelijke krachten kunnen alleen maar daar in actie komen, waar ze erkend worden en waar er bewust om gevraagd wordt. Het werkzaam zijn van de geestelijke krachten kan de mensen echter niet bewezen worden. Ze kunnen hier alleen maar over geïnformeerd worden, echter ook op zo’n manier, dat ze niet gedwongen tot een geloof in geestelijke kracht geleid worden. Geestelijke kracht is een goddelijke toevoer, dat wil zeggen goddelijke uitstraling, die overal in doordringt, waar het geen weerstand ondervindt.

Maar de goddelijke uitstraling moet op zichzelf iets effectiefs zijn. Dat wil zeggen dat ze iets moet verrichten. Degene, die van deze uitstraling doordrongen is, moet in staat zijn iets tot stand te brengen, wat aardse vaardigheden overtreft, want de kracht, die rechtstreeks van God uit naar Zijn schepsel stroomt, moet de mens bekwaam maken voor een daad, die hij anders niet kan verrichten. Bijgevolg kan de mens dingen tot stand brengen, die buitengewoon lijken en die toch op de meest eenvoudige wijze te verklaren zijn met het toezenden van de krachtstroom, die God elk mens toebedacht heeft, maar die slechts heel zelden gebruikt wordt.

En daarom hoeft het voor de mens niet buitengewoon te zijn, want alles is begrijpelijk, als hij dit ene, dat God de mens alles geeft wat hem ontbreekt, als de mens het in ontvangst wil nemen, van toepassing laat zijn. Als hij erin gelooft, dat God almachtig is, dat Hij dus tot alles in staat is en dat God het meest liefdevolle Wezen is, Dat Zijn kracht aan de mens zou willen schenken, dan zal het voor hem ook niet eigenaardig lijken, dat ook hij de kracht uit God in ontvangst kan nemen en dan zal hij deze bewust begeren. Dat wil zeggen om deze vragen. Pas dan kunnen de geestelijke krachten in actie komen. Dat wil zeggen dienen als middelaar tussen God en de mensen, dus als krachtschenker de kracht van God in ontvangst nemen en deze doorgeven aan die mensen, die zich door het gebed weer klaar maken om deze krachtstroom op te nemen.

En zodra het geloof sterk is, gebruikt de mens nu ook deze kracht om buitengewoon werkzaam te zijn. Hij zal tot stand kunnen brengen, wat anders onuitvoerbaar voor hem zou zijn. Hij zal in kennisgebieden binnendringen, die anders voor hem gesloten zijn en hij zal in staat zijn dingen te verrichten, die de menselijke kracht overtreffen, want steeds zijn geestelijke krachten aan het werk. Steeds kan er een kracht gebruikt worden, waarvoor er geen grenzen aan de uitvoeringsmogelijkheden zijn. Want het is goddelijke kracht, die uitstraling van God, die Gods liefde al Zijn schepselen schenkt en enkel de bereidwilligheid is nodig om deze in ontvangst te nemen.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Avec la foi dans la Force spirituelle l'homme peut tout

Les problèmes les plus énormes pourront être résolus sans fatigue en se servant de l'Aide de la Force spirituelle. Ce qui à l'homme seul ne semble pas possible pourra être exécuté s'il utilise la Force spirituelle qui est à sa disposition ; et là où sont posées des limites au savoir terrestre, là ils n'existent pas de barrières pour l'homme qui emploie la Force spirituelle. L'homme ne peut rien sans l'apport de Force de la part des êtres spirituels et malgré cela il reconnaît rarement les donateurs de cette Force, parce que d'un coté il lui manque ce savoir et d'autre part il ne veut rien admettre qu’il ne puisse pas voir ou montrer du point de vue terrestre. Mais cette prédisposition de refus est un manque qui a pour effet de diminuer l’apport de Force, parce que les Forces spirituelles peuvent entrer en action seulement là où elles sont reconnues et donc consciemment priées. Mais l’action des Forces spirituelles ne peut pas être montrée aux hommes, ils peuvent seulement en être informés, et même seulement d’une manière qui ne contraigne pas à croire en ces Forces spirituelles. La Force spirituelle est un Afflux divin, c'est-à-dire un Rayonnement divin qui se pousse partout où il ne trouve aucune résistance. Le Rayonnement divin doit cependant être quelque chose d'efficace, c'est-à-dire qu’il doit accomplir quelque chose lorsque une chose en est compénétrée et il doit pouvoir faire quelque chose qui dépasse les facultés terrestres, parce que la Force qui coule directement de Dieu sur Ses créatures doit rendre l'homme capable d'une action qu’il ne peut autrement pas exécuter. Par conséquent l'homme peut dérouler des choses qui semblent extraordinaires et qui sont de toute façon explicables de la manière la plus simple avec l'apport du Courant de Force que Dieu a assigné à chaque homme, mais dont il se sert seulement très rarement. Et donc pour l'homme il ne doit exister rien d'extraordinaire, parce que tout est explicable s'il laisse valoir ceci : que Dieu donne à l'homme tout ce qui lui manque, si l'homme veut le recevoir. S'il croit que Dieu est tout-puissant, qu'Il peut tout et que Dieu est l'Être le plus affectueux qui voudrait volontiers tourner Sa Force aux hommes, il ne lui semblera alors plus étrange que lui-même puisse accueillir la Force de Dieu et alors il la désirera consciemment, c'est-à-dire qu’il la demandera. Seulement alors les Forces spirituelles peuvent entrer en action, c'est-à-dire servir comme médiateurs entre Dieu et les hommes, donc comme médiateurs de la Force pour ceux qui veulent recevoir la Force de Dieu et la transmettre aux hommes qui, au travers de la prière, se rendent de nouveau réceptifs à ce Courant de Force. Et dès que la foi est forte, alors l'homme exploite cette Force pour agir d’une façon extraordinaire. Il pourra accomplir ce qui autrement est infaisable, il pénétrera dans des régions du savoir qui autrement lui sont fermées et il sera en mesure d'accomplir des choses qui dépassent les forces humaines, parce que les Forces spirituelles seront toujours à l'œuvre, elles peuvent toujours utiliser une Force pour laquelle il n'existe pas de limites dans les possibilités d'exécution, parce qu'elle est la Force divine, le Rayonnement de Dieu, que l'Amour de Dieu tourne à toutes Ses créatures et seulement leur bonne volonté est nécessaire pour la recevoir.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet