Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Onvergankelijke schatten – Karig aards leven

Alleen dat heeft blijvende waarde, wat de ziel tot heil strekt. Wat haar na het sterven op aarde het binnengaan in het lichtrijk oplevert. En alleen zulke goederen moeten op aarde nagestreefd worden. Zodoende zijn alleen maar de daden van de geest nuttig. Dat wil zeggen wat de geest in de mens van de ziel eist. Maar tegelijkertijd stelt het lichaam eisen aan de ziel en wel wat voor hem van voordeel is, dat wil zeggen wat het aardse leven aangenaam en aantrekkelijk maakt.

En de ziel heeft nu de taak om te bepalen aan welke eisen ze wil voldoen. Bijgevolg is ook alleen de ziel verantwoordelijk voor de rijkdom, die ze op aarde verzamelt. Als ze het lichaam karig bedenkt, dan zal haar geestelijke rijkdom groeien en dit zal haar geestelijke vrijheid opleveren. Maar als ze het lichaam gehoor schenkt, dan zal ze zelf gebrek moeten lijden, zodra ze zich van het lichaam losmaakt.

De geest in haar spoort haar onophoudelijk aan om geestelijke goederen te verzamelen en ze hoort diens waarschuwingen en aanwijzingen des te helderder en duidelijker, naarmate ze minder aandacht schenkt aan de verlangens van het lichaam. Maar ze moet dan ook haar best doen om de geest in zich gevolg te geven, omdat anders diens waarschuwingen zwakker worden en minder voor de ziel gewaar te worden zijn. De mens verkeert dan in het gevaar om zijn eigenlijke opdracht te verwaarlozen, wanneer zijn ziel, dat wil zeggen al het denken, voelen en willen, enkel aards genot nastreeft, dus streeft naar wat het lichaam verlangt. Want al deze dingen zijn vergankelijk en hebben niet de minste eeuwigheidswaarde.

Maar de mens is het aardse leven gegeven, zodat hij zich zulk waardevols verschaffen zal, dat duurzaam is, omdat het eigenlijke leven pas begint met de afval van het lichaam van de ziel. De mens, die op aarde gebrek geleden heeft ter wille van zijn ziel, die enkel de eisen van de geest in zich vervulde, zal in het hiernamaals waarlijk een rijke schat aantreffen, die hem duizendvoudig vergoedt, wat hij op aarde opgaf, want pas nu leidt de ziel het juiste leven. Pas nu kan ze de vruchten van haar leven op aarde genieten, terwijl een aardsgezinde ziel nu gebrek moet lijden en onvoorstelbaar arm en naakt het hiernamaals binnengaat en in berouw aan haar onbenut aards leven denkt. Want dit leven werd haar gegeven, opdat ze onvergankelijke schatten voor de eeuwigheid zou verzamelen.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Trésors impérissables - la vie terrestre dans la pénurie

Seulement ce qui est pour le salut de l'âme a de la valeur, ce qui procure l'entrée dans le Royaume de la Lumière après le décès de la Terre. Et seulement à ce bien on doit aspirer sur la Terre, donc seules les actions de l'esprit apportent de l’utilité, c'est-à-dire ce que l'esprit dans l'homme exige de l'âme. Mais en même temps le corps impose des exigences à l'âme, c'est-à-dire ce qui est à son avantage, ce que la vie terrestre trouve agréable et fascinant. Et maintenant il revient à l'âme de décider quelles exigences elle veut exécuter. Par conséquent seule l'âme est responsable de la richesse qu’elle ramasse sur la Terre. Si elle pourvoit insuffisamment au corps, alors elle croîtra en richesse spirituelle et celle-ci lui procurera la liberté spirituelle. Si elle écoute le corps, alors elle devra languir dès qu’elle se détachera du corps. L'esprit en elle pousse incessamment à ramasser du bien spirituel et elle sent son avertissement de plus en plus clairement et limpidement moins elle s’occupe des désirs du corps. Mais alors elle doit s’efforcer de suivre l'esprit en elle, autrement ses avertissements deviennent de plus en plus faibles et peu perceptibles à l'âme. Alors l'homme est en danger de négliger sa vraie tâche lorsque l'âme, c'est-à-dire lorsque toutes ses pensées, ses sentiments et sa volonté sont tournés seulement vers des jouissances terrestres, donc lorsque l’âme aspire seulement à ce que désire le corps, parce que toutes ces choses sont périssables et n'ont pas la moindre valeur pour l'Éternité. La vie terrestre cependant est donnée à l'homme pour qu'il doive créer de telles valeurs qui ont de la subsistance, parce que la vraie Vie de l’âme commence seulement au décès du corps. L'homme qui a langui sur la Terre pour son âme, qui a suivi seulement les exigences de l'esprit en lui, trouvera dans l'au-delà un trésor vraiment riche qui lui compensera des milliers de fois ce à quoi il a renoncé sur la Terre, parce que seulement maintenant l'âme vit sa vraie Vie, seulement maintenant elle peut jouir des fruits de son chemin terrestre, alors que l'âme de mentalité terrestre doit maintenant languir et entrer dans l'au-delà immensément pauvre et nue et elle pensera avec repentir à sa vie terrestre non utilisée, parce que celle-ci lui a été donnée pour qu'elle ramasse des trésors impérissables pour l'Éternité.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet