Het aardse leven moet bewust worden geleefd. Dat wil zeggen dat de mens in zijn gang over de aarde een doel moet herkennen en dit doel na moet streven en zijn doel moet proberen te verrijken. De kennis van de zin en het doel van het aardse leven zal nu zijn wandel bepalen, als hij bereidwillig is om het juiste doel te bereiken. Dan leeft hij zijn leven bewust.
Er wordt ook geen mens deze kennis onthouden. Want zelfs waar hem hierover door onderwijzende medemensen geen overeenkomstige aanwijzingen gegeven worden, daar wordt zijn denken door geestelijke wezens erop gericht, zodat ieder mens zich eenmaal de vraag zal stellen over het eigenlijke doel van zijn aardse leven en deze vraag zal hem in gedachten beantwoord worden. Of hij dit antwoord nu erkent, hangt van zijn wil tot het goede en tot de waarheid af.
De juist handelende en denkende mens verzet zich er niet tegen om deze via de gedachten binnenkomende aanwijzingen aan te nemen en zodoende zal hij nu ook met zijn kennis gezwinde vooruitgang boeken, of door verder onderricht via de gedachten of door uitwisseling van gedachten met mensen, die van dezelfde gezindheid zijn, of door tegengestelde meningen zijn meningsuitingen uitdagen en hem in de eigen verworven inzichten versterken.
En zodoende wordt het geloof in hem levend, want hij zal nu onvermijdelijk over het wezen van de eeuwige Godheid nadenken, Die de mens een aardse taak gegeven heeft. Die hem als middelpunt van de schepping in het heelal geplaatst heeft en daaraan een bepaald doel verbonden heeft. Zodoende probeert de mens de Godheid te doorgronden. En God nadert zulke zoekende mensen ook. En weer wordt het antwoord naar hen toegestuurd. En zodoende neemt nu zijn kennis toe, want God onderwijst hen Zelf, omdat Hij iedereen onderwijst, die Hem zou willen leren kennen.
De mens zal zijn aardse leven dan bewust leven, als hij zich met geestelijke vraagstukken bezighoudt. Wie daarentegen alleen maar naar de wereld verlangt en alleen maar naar aardse goederen streeft, die leeft zijn leven verder zonder te vragen naar het de zin en het doel. En diens leven is tevergeefs geleefd, want hij wordt niet rijp in de geest. Hij blijft onvolmaakt, zolang hij de verbinding niet zoekt en deze knoopt hij pas aan als hij zich in gedachten met vragen over de eeuwige Godheid bezighoudt. Pas dan werkt hij aan zichzelf, want wie God probeert te leren kennen, herkent ook zijn eigen onvolmaaktheid en probeert zich te veranderen. En dit zoeken en werken aan zichzelf is een bewust geleefd aards bestaan, dat de ziel de rijpheid oplevert, die het doel en de zin van het aardse leven is.
Amen
VertalerA vida terrena tem de ser vivida conscientemente, ou seja, o ser humano tem de reconhecer um propósito na sua mudança terrena e procurar cumprir esse propósito e alcançar o seu objectivo. O conhecimento do sentido e da finalidade da vida terrena determinará agora a sua vida, se ele estiver disposto a alcançar o objectivo certo, então viverá a sua vida conscientemente. Nenhum ser humano é privado desse conhecimento, pois mesmo que não receba informação correspondente dos semelhantes que o ensinam, seus pensamentos serão dirigidos para ele por seres espirituais, de modo que cada ser humano uma vez fará a si mesmo a pergunta sobre o verdadeiro propósito de sua vida terrena, e esta pergunta será respondida mentalmente. Se ele agora reconhece esta resposta depende da sua vontade para o que é certo e verdadeiro. O homem que age e pensa corretamente não resiste a aceitar essas indicações mentais e, portanto, agora também fará rápido progresso em seu conhecimento, seja através de mais instruções mentais ou intercâmbio mental com pessoas que são da mesma mente, seja através de visões opostas que desafiam suas expressões de opinião e o fortalecem em suas próprias visões conquistadas. E, assim, a fé se tornará viva nele, pois agora ele irá inevitavelmente refletir sobre a essência da Deidade eterna, que deu ao ser humano uma tarefa terrena, que o colocou no universo como o centro da criação e, assim, conectou um propósito específico. Assim, o ser humano procura sondar a Deidade.... E Deus também se aproxima de tais pessoas.... e novamente a resposta é dada a ele. E assim o seu conhecimento aumenta, pois Deus ensina-o a si mesmo, porque Ele instrui a todos os que O querem reconhecer. O ser humano viverá conscientemente a sua vida terrena quando lidar com problemas espirituais..... Por outro lado, qualquer um que só deseja o mundo e só se esforça por bens terrenos viverá a sua vida sem questionar o propósito e o objectivo. E sua vida é vivida em vão, pois ele não amadurece em espírito, ele permanece imperfeito enquanto não busca a conexão, e ele só a estabelece quando se ocupa mentalmente com questões sobre a Deidade eterna. Só então ele trabalha sobre si mesmo, pois aquele que procura reconhecer Deus também reconhece a sua própria inadequação e procura mudar. E esta busca e trabalho sobre si mesmo é uma existência terrena vivida conscientemente que ganha a alma o grau de maturidade que é o propósito e meta da vida terrena...._>Amém
Vertaler