Ze moesten de mensen de zuivere waarheid bekendmaken en zodoende beloofde Hij hun Zijn geestelijk werkzaam zijn. Zodra de geest uit God zich door de apostelen kon uiten, maakten ze nu ook onvermijdelijk de zuivere waarheid bekend, want nu sprak niet meer de apostel tot de mensen, maar God Zelf en zodoende was Jezus Christus, Wiens lichaam en ziel zich met de eeuwige Godheid verenigd had, voortaan onder hen.
De waarheid is van God uitgegaan. Ze werd door Jezus Christus naar de aarde geleid en ze wordt nog steeds naar de aarde geleid, zodra de geest van God werkzaam kan zijn in een mens, die zich in de diepste liefde aan God in eigendom geeft, die positief staat ten opzichte van Jezus Christus en geestelijke kracht begeert. Dit is het levende woord, dat God aan die mensen geeft, die in Hem geloven, Hem liefhebben en zich aan Zijn geboden houden. Het is de kracht, die van God uitstroomt en overvloeit in een ieder, die ter wille van Christus de waarheid begeert.
Christus, als drager van de waarheid, was innig verbonden met God en zo moet ook de mens zich in de diepste innigheid met God verbinden, als hij de waarheid van Hem wil ontvangen. Als hij wil dat de geest van God tot hem afdaalt en hem naar het juiste inzicht leidt. En dus moet hij tot liefde worden, want in een voortdurend in liefde werkzaam zijn, nadert hij God en vormt zich nu zo, dat de geest uit God in hem en door hem werkzaam kan zijn. Dit proces is absoluut noodzakelijk om de waarheid te ontvangen. Zodoende konden ook alleen maar die mensen de zuivere waarheid onderwijzen en verspreiden, naar wie de waarheid op deze manier toevloeide. Naar degenen, die de geest uit God de zuivere waarheid gaf.
Er zijn altijd mensen geweest, die gebruik maakten van het recht om te onderwijzen, maar die zelf niet door God onderwezen zijn, maar hun kennis geput hebben uit bronnen, waaraan het goddelijk geestelijk werkzaam zijn betwist moest worden. En hun leringen waren bijgevolg niet meer in overeenstemming met de zuivere waarheid, want de leraren zelf waren niet toegankelijk voor een hogere wijsheid, want ze accepteerden de leringen uit de hemel niet, als deze hen aangeboden werden. En langzamerhand werd, wat zich als de leer van Christus een weg baande onder de mensheid, volledig misvormd.
Maar omdat Jezus Christus de drager van de waarheid is en zal blijven tot in alle eeuwigheid, probeert Hij steeds weer toegang tot de harten van de mensen te krijgen en waar Hij een hart vindt, dat bereid is om op te nemen, een hart, dat zich aan Zijn wil onderwerpt, dat zich voor Zijn woorden opent, daar onderwijst Hij weer in de geest van de waarheid. Daar probeert Hij de liefdesgloed te ontsteken. Hij probeert de wil aan te sporen tot ijverige werkzaamheid in liefde en zodoende de ziel zo vorm te geven, dat de geest uit God in haar werkzaam kan worden. En de zuivere waarheid stroomt weer naar de mensen, want Jezus Christus daalt Zelf in het woord naar de aarde af en openbaart Zich aan degenen, die Hem aanhoren, die Hem liefhebben en naar Zijn woord verlangen.
Amen
VertalerDie reine Wahrheit sollten sie den Menschen verkünden, und also verhieß Er ihnen Sein Geisteswirken. Sowie der Geist Gottes sich durch die Apostel äußern konnte, verkündeten sie nun auch unweigerlich die reine Wahrheit, denn es sprachen nun nicht mehr die Apostel zu den Menschen, sondern Gott Selbst, und also war Jesus Christus gleichfort unter ihnen, Dessen Leib und Seele sich mit der ewigen Gottheit vereinigt hatte. Es war die Wahrheit von Gott ausgegangen, sie war durch Jesus Christus zur Erde geleitet worden, und sie wird noch immer zur Erde geleitet, sowie der Geist Gottes wirken kann in einem Menschen, der Gott in tiefster Liebe sich zu eigen gibt, der Jesus Christus bejaht und des Geistes Kraft begehrt. Es ist dies das lebendige Wort, das Gott den Menschen vermittelt, die an Ihn glauben, Ihn lieben und Seine Gebote halten.... Es ist die Kraft, die von Gott ausströmt und überfließt in einen jeden, der um Christi willen die Wahrheit begehrt. Christus als Träger der Wahrheit stand in innigem Verband mit Gott, und so muß auch der Mensch sich in tiefster Innigkeit mit Gott verbinden, will er die Wahrheit von Ihm empfangen.... will er, daß der Geist Gottes sich auf ihn herabsenkt und ihn leitet zum rechten Erkennen. Und so muß er zur Liebe werden, denn in ständigem Liebeswirken nähert er sich Gott und gestaltet sich nun so, daß der Geist aus Gott in ihm und durch ihn wirken kann. Dieser Vorgang ist unbedingt nötig, um Wahrheit zu empfangen, also konnten auch nur die Menschen reine Wahrheit lehren und verbreiten, denen die Wahrheit in dieser Weise zuströmte, denen der Geist aus Gott die reine Wahrheit vermittelte. Es hat aber jederzeit Menschen gegeben, die das Recht, zu lehren, in Anspruch nahmen, die selbst aber nicht von Gott gelehrt waren, sondern ihr Wissen übernahmen von Quellen, denen göttliches Geisteswirken abgesprochen werden mußte. Und ihre Lehren waren folglich nicht mehr der reinen Wahrheit entsprechend, die Lehrer selbst aber keiner höheren Weisheit zugänglich, denn die Lehren aus den Himmeln nahmen sie nicht an, so sie ihnen geboten wurden. Und allmählich wurde völlig verunstaltet, was als Lehre Christi sich Bahn brach unter der Menschheit.... Da Jesus Christus aber der Träger der Wahrheit ist und bleiben wird bis in alle Ewigkeit, so sucht Er immer wieder Zugang zu den Herzen der Menschen, und wo Er ein aufnahmewilliges Herz findet, ein Herz, das sich Seinem Willen unterordnet, das sich Seinen Worten öffnet, dort lehret Er wieder im Geist der Wahrheit, dort sucht Er die Liebeglut zu entfachen, Er suchet den Willen anzuregen zu eifriger Liebestätigkeit und also die Seele so zu gestalten, daß der Geist aus Gott in ihr wirksam werden kann. Und wieder fließt die reine Wahrheit den Menschen zu, denn Jesus Christus steigt Selbst zur Erde im Wort und offenbart Sich denen, die Ihn anhören, die Ihn lieben und Sein Wort begehren....
Amen
Vertaler