In onvoorstelbaar lange tijden is de menselijke ziel eerst haar weg gegaan door duizenden belichamingen van allerlei aard. Deze tijd heeft een zekere rijpheid tot stand gebracht, die nu in het laatste stadium als mens nog tot hogere volkomenheid moet leiden. Het hiervan op de hoogte zijn moest voldoende zijn om de uiterste kracht te gebruiken, de toestand van volmaaktheid te bereiken, maar juist dit weten wordt door de meeste mensen helemaal verworpen. Jammer genoeg bestaat vaak de verkeerde opvatting, dat een ziel zich niet eerst moet vormen tot datgene wat ze is, maar in het levende wezen aanwezig is in steeds dezelfde aard en dat men nu bij een mens alleen van een ziel kan spreken, wanneer men tenminste een na de dood voortbestaand “iets” wil laten gelden. Het dier wordt elke ziel of geestelijke substantie ontzegd en juist dit leidt tot volledig verkeerde opvattingen, doordat buiten de mens de uitermate dwingende noodzakelijkheid van alle levende wezens helemaal niet wordt ingezien.
Het is daarom van het grootste belang, zich de rijk aan afwisseling, onbeschrijflijk vaak plaatshebbende omvorming van de uiterlijke omhulling voor ogen te houden, om zich dan pas van de hele verantwoordelijkheid als mens in het leven op aarde bewust te worden. Zou ieder wezen slechts een eenmalige belichaming zijn toegedacht, dan zouden de omstandigheden van deze belichaming zo buitengewoon zwaar moeten zijn, dat ze zouden leiden tot de vereiste toestand van rijpheid om eeuwig gelukzalig te zijn. Want de afstand van zo’n geestelijk wezen tot de eeuwige Godheid is te onmetelijk groot om die in zo korte tijd wezenlijk te kunnen verkleinen. Daarom heeft de Schepper van alle wezens dezen een “je moet” toestand toebedacht, waarin - naar Gods Wil - ieder schepsel zonder eigen verantwoordelijkheid aanstuurt op een verdere, hogere ontwikkeling. Dit voorstadium van de menselijke ziel in alle veelvormigheid door te maken, is van zo’n reusachtige betekenis, dat pas daaruit de hele verantwoordelijkheid, die de mens tegenover zijn ziel draagt, voortkomt, want deze ziel heeft geworsteld op de ongelooflijkste manier en alle weerstanden getrotseerd, ze heeft zo eindeloos veel taken moeten vervullen en zich in alles onder de Wil van God moeten plaatsen. Ze is een weg gegaan, die niet makkelijk was, maar die de enige weg was, om de ziel zo te vormen, dat ze de laatste grote krachtproef als mens kan doorstaan, wanneer de wil in haar om stand te houden krachtig wordt.
Ieder menselijk wezen is daarom als zodanig een wereld op zich, het is een scheppingswerk, dat alles, wat op aarde bestaat en voor het menselijk oog zichtbaar is, in allerfijnste verkleining in zich draagt. De menselijke ziel is door al deze wonderen der schepping heengegaan en heeft nu in haar laatste belichaming een ontzettend zware strijd te doorstaan, wil niet het duizenden jaren durend worstelen tot aan het stadium als mens tevergeefs zijn geweest. Van deze verantwoordelijkheid moet de mens zich ten volle bewust blijven en God om kracht vragen, om de laatste opgave op aarde te vervullen en zodoende de ziel verlossing te brengen uit een oneindig lang durende nood.
Amen
VertalerDurante tiempos inimaginables el alma humana ha ido su camino migrando por miles de “encarnaciones”2 de toda clase.
Esto ha producido una cierta madurez que ahora, en el último estadio como hombre, debe llevar a una perfección aún mayor.
El saberlo debería ser suficiente para aplicar la máxima fuerza para alcanzar el estado de perfección, pero la mayoría de los hombres rechaza precisamente este saber. Por desgracia, frecuentemente existe el punto de vista erróneo que un alma no tiene primero que formarse a lo que es, sino que es inherente al ser - siempre invariable... Y que, tratándose del hombre, sólo se puede hablar de un alma si en suma se está dispuesto de aceptar un “algo” que perdura después de la muerte.
Al animal se niega toda clase de alma o sustancia espiritual, y precisamente esto lleva a opiniones completamente erróneas, dado que la necesidad imprescindible de todos los seres vivientes en el ambiente del hombre no está reconocida... Por eso es de suma importancia el fijarse en la remodelación de la envoltura exterior, tan variada e increíblemente frecuentemente repetida, para sólo así darse cuenta de la responsabilidad que el hombre tiene en la vida terrenal.
Si a cada ser estuviera asignada una sola “encarnación”, entonces las condiciones para esta tendrían que ser extremadamente difíciles para que pudieran llevar al estado de madurez necesario para la bienaventuranza eterna. Porque la distancia de tal ser espiritual de la eterna Divinidad es demasiado inconmensurable, para que dentro de tan poco tiempo pudiera ser reducido considerablemente.
Por eso, el Creador ha atribuido este único estado de imperativo a todos los seres, en el cual cada criatura conforme a la Voluntad divina pero sin propia responsabilidad tiende a la evolución óptima. Lo de vivir este pre-estadio del alma humana en toda la diversidad de sus formas tiene la enorme importancia que precisamente esto demuestra toda la responsabilidad que el hombre tiene ante su alma. Porque esta ha luchado de una manera inimaginable y ha resistido a todas las contrariedades. Tenía que cumplir con incontables deberes, y en todo debía someterse a la Voluntad de Dios. Ha migrado por un camino poco fácil, pero que fue el único para formar el alma de manera que pudiera aprobar la última prueba de fuerza en el hombre - eso si en ella se presenta la fuerte voluntad de aprobar...
Por eso cada ser humano como tal es un mundo en sí... es una Obra de Creación que porta en sí –en reducción finísima– todo lo que existe en el mundo y que es visible al ojo humano... El alma humana ha peregrinado por todos estos milagros de la Creación... y ahora, en su última encarnación, tiene que sostener una lucha inimaginable, para que aquella lucha llevada durante miles de años para llegar al estadio de hombre no resulte vana.
El hombre debe mantenerse completamente consciente de esta responsabilidad, y debe rogar a Dios por fuerza para poder cumplir con esta última tarea en la Tierra... para que de esta manera pueda traer al alma la Salvación de su desgracia eterna.
Amén.
Vertaler