Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Strijd van het leven die nodig is voor het rijpen van de ziel – Zielen, die zich belichamen willen

Zoals je bidt, zal je vervulling geschieden, want je geest is gewillig. En alles wat je op aarde voor de Heer begint, zal veelvuldig gezegend zijn, want de Heer is met allen die voor Hem zijn. En zo krijg je vandaag opnieuw de bewijzen van Zijn genade doordat wij Zijn opdracht uitvoeren en jou onderwijzen.

In de meest naaste omgeving van de mensen houden zich de zielen op die op belichaming wachten. Zij zijn niet voleindigd, en hun verlangen, de weg op aarde te kunnen gaan, is begrijpelijk. Zij hopen immers door deze belichaming op de bevrijding, de verlossing uit de materie. Zij geloven niet de menselijke vorm als zeer drukkend te ervaren en hun kracht schatten ze hoog genoeg in om alle weerstand op aarde te kunnen overwinnen, hoewel zij weten dat zij tijdens het leven op aarde met moeilijkheden te kampen hebben, zowel geestelijk als ook lichamelijk. Met heel hun wil gaan zij echter toch deze strijd aan, het is het immers waard om voor de eeuwigheid de laatste mogelijkheid optimaal te benutten.

Bleef nu de mensen de strijd van het leven op aarde bespaard, dan was de belichaming volledig doelloos, omdat de ziel in dezelfde gesteldheid zou blijven als bij zijn intrede in het lichaam, omdat een bestaan op aarde zonder strijd geen innerlijke rijping tot stand brengt. Door de weerstand moet de ziel sterker worden, een onverschillig ‘over zich heen laten komen’ zou de ziel immers alleen maar zwak laten worden en aan de beïnvloeding van lagere machten blootstellen. Alleen de voortdurende strijd kan opwaarts voeren en daarom is het gevaar, dat in het rustige aardse leven ligt, te groot.

Iedere ziel heeft ook de behoefte de toestand van lijden, die haar niet bevalt, zo spoedig mogelijk weer te verhelpen en zal daarom ook zonder te rusten werkzaam zijn. Wendt ze echter deze energie alleen maar aan voor aardse doelen, dat wil zeggen, tracht ze voor haar lichaam alleen maar het onaangename te verminderen, dan blijft ze verder in duisternis van geest. Hecht zij echter de grootste waarde aan het verminderen van geestelijke hindernissen, werkt ze onophoudelijk aan haar zielenheil en laat ze alle streven op aarde alleen maar dit doel gelden, dan zal het spoedig helder licht in haar worden.

Haar toestand zal steeds vrijer zijn, de kracht van haar arbeid zal toenemen, en ze zal nu eveneens het aardse leven, zonder het gebruik van bijzondere kracht, de baas kunnen worden, want de Vader in de hemel verzekert Zijn kind op aarde van de zorg om het aardse welzijn als diens streven enkel en alleen de ontwikkeling van zijn ziel geldt. Daarom is de ijverige arbeid aan zich zelf onbeschrijfelijk waardevol.

Wie tegen zijn begeerten strijdt, wie zich oefent in zachtmoedigheid en geduld, wie zijn naasten liefde schenkt en zich steeds inspant in alles Gods wil te vervullen, blijft onafgebroken in de genade van God. En in de genade van God te leven, betekent zich zonder zorgen aan Hem te kunnen overgeven, altijd door Hem, de goddelijke Vader, verzorgd te worden en zonder angst en zorgen iedere dag tegemoet te kunnen zien, beschermd te zijn tegen alle gevaren voor het lichaam en de ziel en voortdurend versterkt te worden voor de voor hem op aarde vastgestelde werkzaamheid, die zowel het lichaam als de ziel geldt.

Wanneer zo’n mate van genade voor de mensen toegankelijk is, dan kan hij zonder zorgen door het leven op aarde gaan, steeds alleen maar dit indachtig dat hij deze schenking van goddelijke liefde niet vergooit, maar zich in deze altijd waardig bewijst te zijn. Dat hij de arbeid aan zijn ziel niet veronachtzaamt doordat hij zich wijdt aan wereldse interesses, en dat hij nooit het gebed vergeet, dat hem altijd weer bescherming verleent tegen de verzoekingen van de wereld. Zo heeft de mens het alleen maar nodig te overdenken dat hij het kind van de Schepper is, dan zal hij vertrouwen vatten op Hem als zijn Vader en innig bidden. En zijn gebed zal verhoord worden.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Les luttes de la vie sont nécessaires pour le mûrissement de l'âme – Les Âmes qui veulent s’incarner

Dès que tu pries, tu seras exaucée, parce que ton esprit est de bonne volonté. Et tout ce que tu commences sur la Terre pour le Seigneur sera bénit de multiples façons, parce que le Seigneur est avec tous ceux qui sont pour Lui. Ainsi aujourd'hui il t'arrive à nouveau la preuve de Sa Grâce lorsque nous exécutons Sa Tâche et que nous t'instruisons. Dans le proche environnement de l'homme les âmes attendent l'incarnation. Elles sont imparfaites et leur désir de pouvoir parcourir la Terre est compréhensible, vu qu’avec cette incarnation elles espèrent se libérer, se détacher de la matière. Elles pensent que la forme humaine n’est pas un état trop accablant, et elles estiment leur force assez grande pour pouvoir dépasser toutes les résistances sur la Terre, même si elles savent que dans la vie terrestre elles auront à lutter avec difficultés que ce soit spirituellement comme même corporellement. Mais elles entreprennent cette lutte avec une totale volonté, vu qu’il s’agit pour elles d'exploiter à fond la dernière possibilité pour l'Éternité. Si maintenant à l'homme étaient épargnés les luttes de la vie terrestre, alors l'incarnation serait entièrement sans but, parce que l'âme resterait dans le même état où elle était à son entrée dans le corps, vu qu’une existence terrestre sans lutte ne procure aucun mûrissement intérieur. Dans les résistances l'âme doit se fortifier, mais laisser passer tout indifférentement sur elle rendrait l'âme seulement faible et l’exposerait à l'influence des pouvoirs d’en bas. Seule une lutte constante peut la mener en haut, et donc être tranquille dans la vie terrestre est un grand danger. Chaque âme a aussi besoin que son état de souffrance soit réparé le plus rapidement possible et elle y travaillera sans cesse, et ainsi elle deviendra toujours plus active. Mais si elle tourne cette énergie seulement vers des buts terrestres, c'est-à-dire si elle cherche seulement à diminuer le malaise du corps, elle continuera à rester dans l'obscurité de l'esprit. Mais si elle attribue la plus grande valeur à la diminution des obstacles spirituels, si elle travaille sans interruption pour le salut de l'âme et que sa tendance sur la Terre soit tournée seulement vers ce but, vite elle aura une claire Lumière. Sa condition deviendra toujours plus libre, la Force pour son travail augmentera et maintenant elle pourra même affronter la vie terrestre sans l'emploi de force particulière, parce que le Père dans le Ciel prend sur Lui la préoccupation pour le bien-être terrestre de Ses fils, si leurs efforts sont tournés uniquement vers le progrès de leur âme. Donc un fervent travail sur lui-même est indescriptiblement précieux. Celui qui combat contre ses avidités, qui s'exerce dans la douceur de caractère et la patience, qui donne avec amour à son prochain et s’efforce toujours de réaliser la Volonté de Dieu, restera continuellement dans la Grâce de Dieu, et vivre dans la Grâce de Dieu signifie pouvoir se donner à Lui sans préoccupation, d'être toujours assisté par Lui, le Père divin, et pouvoir aller à Sa rencontre chaque jour et toujours sans crainte ni préoccupation, d'être gardé de tout danger du corps et de l'âme et d’être fortifié continuellement pour l’activité qui lui a été prescrite sur la Terre, qu’elle soit tournée vers le corps ou vers l'âme. Lorsque à l'homme il arrive une telle mesure de Grâce, alors il peut passer à travers la vie terrestre sans préoccupation, mais toujours seulement en se rappelant qu'il ne doit pas jouer avec cet apport d'Amour divin, mais qu’il doit s'en rendre toujours digne, qu'il ne doit pas négliger le travail sur son âme en se tournant vers des intérêts mondains, et qu'il n'oublie jamais la prière qui lui donnera toujours de nouvelles Protections contre les agressions du monde. Alors l'homme doit seulement se rappeler qu'il est le fils du Créateur, alors il aura confiance en Lui en tant que Père et il Le priera intimement, et sa prière sera satisfaite.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet