B.D.-Nr. 2325
Niets zal uw geestelijke rijkdom vervangen, als u dit aardse leven verlaat en wees daarom niet al te zeer bezorgd om het aardse, maar denk alleen maar aan de vorming van uw ziel. De aardse werkzaamheid moet wel gewetensvol uitgevoerd worden, maar waar de mens een geestelijke taak opgedragen gekregen heeft, heeft deze voorrang boven de aardse werkzaamheid. Er bestaat niets, wat dringender zou zijn dan de zorg om de zielen van de medemensen en de aardse werkzaamheid is vaak alleen maar een middel tot het doel om de in nood bevindende zielen naar de nabijheid van Diegene te leiden, Die kan en wil helpen, als er geen verzet tegen Zijn hulp geboden wordt.
De aardse werkzaamheid mag op geen enkele manier een hindernis zijn bij het verlenen van zorg, waar deze nodig is, want talloze mensen zijn tot het eerste bereid, maar weinigen houden zich bezig met zo’n werkzaamheid, die de ziel van de medemens tot heil strekt. Denk eraan in welke nood de zielen op aarde zich op dit moment bevinden en besef ook de noodzaak van uw werkzaam zijn, want door u wil God Zelf werkzaam zijn en u moet zich gelovig en onbeperkt aan Hem ter beschikking stellen. U moet steeds klaar voor Hem staan, als Hij u nodig heeft en u moet er geen bedenkingen over hebben, dat u de aardse taak daardoor verwaarloost. Want de ziel is belangrijker dan het lichaam en het werk, dat haar betreft, zal steeds door God gezegend zijn.
Amen