B.D.-Nr. 2272
Elke vijandelijke opvatting spoort tot nadenken aan en kan daarom de ernstige onderzoeker tot voordeel strekken, want pas het nadenken schept geestelijk eigendom, doordat pas nu een geestelijk resultaat blijft hangen en de mens, als hij daar eenmaal een standpunt over ingenomen heeft, daar nu ook over spreken kan. Men kan pas dat geestelijk eigendom noemen, wat zo diep binnengedrongen is, dat het niet naar eigen goeddunken uit de gedachten geëlimineerd kan worden en wat voor de mens aannemelijk en volledig begrijpelijk is. Dit is geestelijk goed, dat onvergankelijk is, maar dat ook weer uitgedeeld kan worden, zonder dat het vermindert. En het uitdelen van zulk goed zal met volle overtuiging plaatsvinden, want wat de mens zelf begrijpelijk en acceptabel lijkt, dat wil hij begrijpelijkerwijs ook door kunnen geven aan degenen, die daar nog ongevoelig voor zijn. En dit is een zegenrijk voornemen, dat steeds de genade van God tot gevolg zal hebben.
Er zijn maar weinig onderwijzende krachten op aarde. Maar dezen moeten zelf kunnen geloven, wat ze zeggen. En waar het geloof nog niet heel sterk is, moet de mens naar een sterk geloof geleid worden. En daarom wordt hem vaak in de vorm van tegenspraak weerstand geboden, die de mens probeert te weerleggen en daardoor versterkt hij zijn mening. Dat hij in de waarheid staat, zal wel vaak tegengesproken worden. Maar de mens zal zelf beseffen, wanneer zijn denken nog de verkeerde kant op gaat. God brengt de waarheid naar de aarde met als doel dat ze doorgegeven wordt en wel onvervalst zo, zoals God het Zelf de mensen onderwezen heeft.
Verschillende meningen doen concluderen dat niet alle mensen in de waarheid staan en dat laatste is er weer van afhankelijk in hoeverre de mensen een verlangen naar God dragen, want alleen deze bezitten de waarheid. Maar een uitwisseling van verschillende meningen is van voordeel, omdat de mensen zich van hun mening ontdoen en nu een helder beeld kunnen krijgen, dat hun opheldering geeft over waarheid en onwaarheid. En als de mens juist denkt, zal hij ook de juiste opvatting hebben over de waarde van de omstreden mening en nu naar belangrijkheid tegenover de medemensen voor haar inhoud opkomen en dus actief zijn met het verspreiden van de waarheid en in strijd tegen de leugen.
Amen