B.D.-Nr. 2262
De onderlinge geestelijke verbondenheid is van het grootste voordeel voor de ziel van de individuen, want de mens wordt aangespoord tot geestelijke activiteit, tot nadenken en tot arbeid aan zijn ziel. Hij wordt daar op geen enkele manier toe gedwongen, maar hij zal zich uit eigen beweging proberen te vervolmaken en dan zal het woord van God in hem actief en het geloof in hem levend worden.
Wederzijdse gedachtenuitwisseling is het juiste overdragen van het goddelijke woord, want een ieder, die kennis heeft, moet geven en de onwetende moet vragen en ontvangen. Dan vindt er geen systematisch overdragen van de geloofsleren plaats, maar elk woord heeft leven en zal weer leven opwekken.
En daarom moet de omgang met geestelijk strevende mensen bevorderd worden, want enkel op deze manier baant de waarheid zich een weg, die door het woord van God de mens bezorgd wordt. En pas dan wordt het woord in de daad omgezet. Er wordt liefde geoefend en de liefde schrijdt in haar opwaartse ontwikkeling voorwaarts. En dan zal er ook vrede en eensgezindheid onder de mensen zijn, want wie ontvanger van licht en kracht uit God is, die zal in alle liefde deze weer uit willen delen en op een weldadige manier effect hebben op de medemensen en het zal weer wederliefde opwekken en zodoende een toestand onder de mensen teweegbrengen, die met de wil van God overeenkomt. Eensgezindheid en verbondenheid en een wederkerig dienen in liefde.
Het woord van God is in liefde gegeven en het voedt op tot liefde. Bijgevolg moet elke liefdeloosheid daar verbannen zijn, waar God Zelf in het woord tot de mensen spreekt. En daarom zullen de mensen elkaar steeds trouw blijven en elkaar wederzijds in lijden en nood helpen, want de liefde verbindt hen en zo is ook al het lijden makkelijker te dragen, waar tegelijkertijd geestelijk streven de mensen tot zusters en broeders laat worden.
In een wereld waar geprobeerd wordt om een einde te maken aan het geestelijke streven, is de geestelijke verbondenheid dubbel zegenrijk. Ze geeft de mens toch kracht om weerstand te bieden en aan te sporen tot geestelijke activiteit, terwijl het individu in het grootste gevaar verkeert om te bezwijken. Dat wil zeggen zijn weerstand op te geven en zich over te geven aan de hem bedreigende macht.
Maar de mens is sterk, als hij zich verbonden weet met mensen die van dezelfde geest zijn. Hij put steeds weer nieuwe kracht uit de wederzijdse uitwisseling van gedachten, want als waarachtig diep geestelijk streven de mensen verbindt, zal de geest uit God werkzaam onder hen zijn en zich uiten en de zielen zal kracht en genade toestromen, zodat ze zich vormen volgens de goddelijke wil, want alles moet rijp worden, wat gezamenlijk opwaarts streeft.
Amen