B.D.-Nr. 2201

Tekenen en wonderen – (Valse heilsbrengers)

Laat Mij door u werkzaam zijn, opdat de mensheid gelovig wordt en Mij herkent als Degene, Die Ik ben. Er bestaat geen geest, die machtiger is dan Ik ben en er bestaat geen woord, dat verhevener en zuiverder is dan het woord, dat Ik die mensen toe laat komen, die van Mij willen zijn en van deze wil tot Mij getuigen door hun bereidwilligheid om Mij te dienen. Er is geen wil, die Mijn wil kapot zou kunnen maken en er is geen macht, die Mij kan weerstaan. En daarom zal Ik ook wel in staat zijn om te verbannen, wat zich tegen Mij verzet.

Ik heb strijders voor Mijn rijk nodig en zoek hen in de rijen van degenen, die zonder valsheid zijn en elke schijn vermijden. En door hen wil Ik werkzaam zijn, als het de tijd daarvoor is. En Ik zal waarlijk niet toestaan, dat onrijpe wezens hen naderen. Dat boze krachten zich van de wil bedienen van degenen, die zich aan Mij en Mijn wil onderwerpen. Want hen behoed Ik ervoor, dat ze aan de inwerkingen van de boze macht overgeleverd zijn.

En in het uur van het gevaar kom Ik Zelf. Dat wil zeggen dat als de tegenstander zelf aan Mijn bouwwerk wil schudden, Ik deze zal weten te beschermen en Mijn dienaren te hulp zal komen, opdat ze niet aan het wankelen gebracht worden. En dan zal de wereld herkennen, welke kracht in diegenen aanwezig is, die in Mij geloven. Want in het geloof in Mij zijn ze tot alles in staat en ze zullen tekenen en wonderen doen, omdat Ik Zelf door hen werk.

En nu is de tijd gekomen, dat ook de tegenstander zijn kracht zal ontplooien en hij zal naar hetzelfde streven en hij zal ook degenen, die aan hem gebonden zijn, met kracht bedenken. Want hij heeft macht over hen en hij probeert de mensen dus te verblinden. Maar het zal niet moeilijk zijn voor degenen, die gelovig zijn, om te onderzoeken en te herkennen, want ze zullen ook de geest herkennen van degene, die wonderen en tekenen doet. En ze zullen weten, wie niet Mijn aanhangers zijn, maar aanhangers van de satan, want ze leven niet in de liefde. Ze erkennen Mij niet, maar beschouwen zich als de brengers van het heil.

Maar waar Ik werkzaam ben, daar zal men ook de geest van de liefde herkennen en wie deze goddelijke kracht ontkent, die draagt zelf Mijn geest niet in zich, want Mijn geest herkent Mij en hij is voor Mij en niet tegen Mij. Het uur zal komen, waarin Ik zichtbaar zal worden voor de wereld, want de wereld moet beseffen, waar het geloof toe in staat is. Ze moet de macht en de grootte herkennen van Degene, Die ze op dit moment ontkennen wil. Ze moet beseffen dat Ik overal ben, waar het geloof in Mij en de liefde voor Mij Mijn werkzaam zijn toelaat.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.