B.D.-Nr. 2196

Bron van wijsheid – Genadebron – Verkwikkende drank

Iedereen, die hongert en dorst naar geestelijk voedsel, mag zich laven aan de goddelijke genadebron. Zodra hij er maar naar verlangt, opent de bron van wijsheid zich en sterkt zijn geest. En dit heeft tot gevolg dat hij rijpen moet in zijn ziel, want als hem geestelijk voedsel bezorgd wordt, vormt hij zich steeds meer naar de wil van God. Dat wil zeggen dat ze zich met de geest in haar verbindt en deze vormt de ziel naar het evenbeeld van God. Ze wordt door licht doorstraald, tot ze geheel tot lichtwezen geworden is.

De liefde van God is zodoende voortdurend bereid om genade te schenken. Deze genade in ontvangst te nemen, vereist eveneens de bereidwilligheid van de mens, want de genade kan niet gegeven worden aan degene, die deze niet wil ontvangen. Want voor de mens kan ook niet bepaald worden dat hij deze genade gedwongen in ontvangst moet nemen. Maar hoe vaak ontbreekt hem de bereidwilligheid, hoe vaak gaat hij aan de genadebron voorbij, die de goddelijke liefde voor hem opent, zodat hij daar kracht uit put? En hoezeer er ook levend water uit de bron stroomt, dat heerlijk verkwikkende drank voor de dorstende aardse wandelaar betekent, de mens verlangt naar ander voedsel en drank en schenkt geen aandacht aan deze bron.

En daarom is de nood op de wereld onnoemelijk groot. Daarom worden de mensen door leed en ellende geteisterd, opdat ze afgemat raken en als ze dreigen te versmachten hun toevlucht nemen tot deze goddelijke genadebron, want alleen die kan hun lafenis en versterking schenken.

Elke wandelaar heeft versterking nodig, want de weg omhoog is ver en vermoeiend. Elke wandelaar heeft ook toegang tot deze bron, maar hoe velen gaan eraan voorbij, omdat de verkwikkende drank hen niet begerenswaardig lijkt, omdat ze zouden willen zwelgen in werelds genot en niet naar geestelijke lafenis verlangen? En God dringt de mensen Zijn genade niet op. Hij brengt deze wel dicht bij hen. Hij biedt deze elk mens aan, maar Hij laat hen vrij om van Zijn genadegave gebruik te maken.

En als Hij Zijn woord nu aan de mensen geeft en er wordt hier geen aandacht aan geschonken, ontbreekt het hen aan kracht, want het grootste en heerlijkste van alle genadegeschenken is de overdracht van het goddelijke woord. Gelukzalig is de mens, die uit de bron van Zijn liefde en wijsheid put. Die er niet aan voorbijgaat. Die zich buigt om de verkwikkende drank in ontvangst te nemen, want hem zal ongekende kracht doorstromen en de weg omhoog zal gemakkelijk voor hem worden

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.