0908 Tijden van nood van de ziel – Hulp van boven

11 mei 1939: Boek 18

In tijden van nood van de ziel is de zorg van de Vader in de hemel steeds naar de mensenkinderen uitgegaan en zo werd het menselijke geslacht tot aan de huidige tijd behoed voor de totale ondergang. Hoe groter de nood was, des te duidelijker greep de liefde en erbarming van God in. De wereld verdierf echter steeds opnieuw de geslachten en de strijd met de duisternis was een onophoudelijke, want de verleidingen van de wereld waren enorm, maar de mensheid was zwak en zonder geloof in de eeuwige heerlijkheid. En zo werd aan de wereld en haar schijngoederen meer hulde gegeven, maar aan de eeuwige Godheid en het leven na de dood werd nauwelijks gedacht.

De tijd van lijden op aarde kon daarom nooit beëindigd worden, maar de nood en de zorg moest steeds voelbaarder aan de dag treden, want anders was een zo ongelovig, alleen de vreugde van de wereld zoekend mensengeslacht niet te bekeren. Het moest in tegenspoed en verdrukkingen van allerlei soort de weg naar de eeuwige Schepper weer terugvinden. Het moest de vergankelijkheid van het aardse leren inzien en moest lasten, moeite en lijden op zich nemen, want alleen hierdoor was een terugkeer tot de Vader mogelijk.

Maar nu heeft het ongeloof zo’n omvang aangenomen, dat de mensen ook in het grootste leed niet meer aan de Heer denken. Ze proberen wel om met alle denkbare middelen de tegenstand, de zorgen en de ellende meester te worden. En dit vaak tevergeefs. Maar de weg naar de hemelse Schepper vinden ze niet, omdat ze in hun ongeloof zoiets in de verste verte niet willen erkennen. En zo slaan ze ook geen acht op de geestelijke gaven van boven en ze zijn dus volledig zonder bescherming aan de grote ellende prijsgegeven, die de aarde nog ten deel zal vallen.

En in deze nood denkt de Heer nu opnieuw aan de verdrukte mensheid. Hij probeert hen via een rechtstreekse verbinding kennis te geven van het geestelijke leven. Hij probeert het gevoel voor zuiver geestelijke uitwisseling op te wekken en de mensen moeten van hun kant zo’n verbinding in stand houden, respectievelijk de resultaten hiervan benutten. Maar zo’n resultaat vermeerdert de aardse goederen niet en is dus ook niet begerenswaardig. En dit geeft de eeuwige Godheid nu aanleiding tot een vernieuwd scherp ingrijpen, dat zich voor de hele wereld zichtbaar openbaart. En onvermijdelijk zullen alleen de Zijnen gespaard worden voor de gevolgen van de goddelijke almacht en gerechtigheid.

En het moment, dat de mensheid wakker wordt geschud en zich in de grootste verwarring bevindt, is niet veraf meer. En deze tijd zal zulke verschrikkelijke gevolgen hebben, dat alle kracht en alle bijstand van God gevraagd moet worden, als de mensen hun aardse leven niet in vertwijfeling willen besluiten en aan de volledige ondergang prijs gegeven worden. Want het komende strafgericht betekent niet het einde van de wereld, maar voor de individuen, die niet willen beseffen, zal het tijdelijke einde gekomen zijn. En zowel de gelovigen als ook de ongelovigen zullen van de aarde weggenomen worden. De eersten zullen naar de hoogte geleid worden, maar de laatste zullen onmiddellijk het aardse rijk met het rijk van de duisternis moeten verruilen. En er gebeuren van tevoren nog vele wonderen, maar de mensen slaan hier geen acht op.

En er zal een grote nood onder de mensheid zijn, omdat de stem van God niet gehoord wordt en de roep van boven niet in het hart van de ongelovigen dringt, maar ongehoord wegsterft. En dit zal binnenkort plaatsvinden en mogen allen, die willen ontkomen aan de onuitsprekelijke ellende, acht slaan op deze woorden, want dan denken jullie in het laatste uur nog aan de Heer.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations