• Back

"이런 일이 일어나도록 허락하는 하나님은 없다." 라는 이의에 대한 계시

나와 연합이 되어 있지 않는 사람들은 항상 나의 역사와 사역을 이해하지 못하는 가운데 머물게 될 것이다. 왜냐면 사람들이 죄를 짓기 원할 때, 내가 사람들을 자유롭게 죄를 짓도록 정한 동기를 그들이 설명할 수 없기 때문이다. 내가 하는 모든 일은, 내가 하지 않는 모든 일은, 내가 허용하거나 막는 모든 일에는 너희 인간이 알지 못하고 설명 받지 않고는 이해하지 못하는 이유가 있다. 그러나 나는 일어나는 모든 일이 어떻게 나 자신이 정한 영원한 질서에 따르는 지에 대한 설명을 단지 특정한 조건 아래 해줄 수 있다.

나는 사람들이 악한 행동을 하는 일을 막을 수 있고, 그들을 처벌하거나 그들을 공의의 종으로 만들 수 있다. 그러나 그러면 그들의 의지가 자유롭지 못하게 될 것이고, 그들은 스스로 원하고 행동할 수 없게 될 것이고 절대로 온전하게 되지 못할 것이다. 즉 악하게 될 가능성에도 불구하고 선을 선택하여 나를 향한 의지를 표현하지 못할 것이다. 그러므로 나는 사람들이 충동대로 자유롭게 행하게 한다. 끝없이 오랜 세월 동안 인류가 이제 악마의 영향력을 알게 해주는 악한 일을 행한다는 사실은 단지 모든 인류가 자유의지를 악용하고, 선하게 사용할 가능성을 활용하지 않고 나의 영원한 질서의 법칙을 어긴다는 증거이다.

(1948년 12월 3일) 그럴지라도 악한 수준이 한계에 도달했을 때, 사람들이 더 이상 변할 가능성이 없고, 그들의 의지가 아직 변화될 수 없고, 나에게 향할 수 없을 때, 즉 선을 향할 수 없을 때, 내가 비로소 이런 일들을 중단시킬 것이다. 그러나 몇몇의 사람들이 생각하고 그들 자신의 이 땅의 삶의 목적을 의식하게 될 가능성이 아직 있는 동안에는, 나는 사람들이 미움과 사랑 없음으로 행하려는 일을 허용한다. 이로써 그들 스스로가 그들의 행동이 주는 효과를 통해 악을 깨닫고 혐오하는 법을 배우게 하고, 그들이 자원하여 변하게 한다.

게다가 사탄이 큰 힘을 가진 때가 왔다. 사탄이 나의 권세와 힘을 능가하는 것이 아니라, 그가 자신의 나라와 자신의 권세를 확장하기 위해 사용하는 그의 마지막 때가 왔다. 왜냐면 그는 그에게 아직 남은 시간이 단지 적음을 알기 때문이다. 그러나 그는 그의 영적 어두움과 오만 가운데 나를 왕좌에서 물러나게 할 수 있다고 믿는다.

모든 영적인 존재의 원래의 시작과 마지막 목표와 영원한 구원계획과 창조의 의미와 목적과 이 땅의 삶의 의미와 목적에 대해 알지 못하는 사람에게 강력하게 나를 대적하는 자가 있다는 사실이 터무니없게 생각될 것이다. 그러나 그는 두 종류의 세력이 서로 싸우고 있고, 선한 세력과 악한 세력이 패권을 위해 싸우고, 이런 세력들이 이제 강한 의지를 가지고 있고, 이런 의지가 이런 세력들의 성품에서 나온다는 것을 믿을 수 있다.

그가 이런 존재의 이름을 어떻게 부르는 지는 중요하지 않다. 그러나 이런 세력들은 비록 그들의 활동 범위가 전적으로 서로 다르지만 무한 가운데 역사한다. 나에게는 제한이 없고, 나의 대적자에게는 제한이 있다. 나의 대적자는 자기 자신의 권세에도 불구하고 내 의지에 의존되어 있다. 선과 악 사이에 싸우는 일이 분명하게 드러난다. 왜 이런 싸움이 일어나는 지는 단지 영이 깨어난 진리에 굶주린 사람에게 이해하게 해줄 수 있다. 그러나 그가 설명 받기 원하고, 나에게 설명을 구하면, 그는 언제든지 완전히 진리에 합당하고 확신을 주는 설명을 받게 될 것이다.

아멘

(Kennisgeving op de ) tegenwerping: Er bestaat geen God Die het gebeuren toelaat

Onbegrijpelijk zal Mijn heersen en werkzaam zijn steeds blijven voor de mensen die niet met MIJ verbonden zijn, want IK kan hun de beweegredenen niet uiteen zetten die MIJ ertoe brengen, de mensen hun gang te laten gaan als ze willen zondigen. Alles wat IK doe, alles wat IK achterwege laat of verhinder, heeft zijn reden, die u, mensen niet weet en ook niet begrijpt zonder verklaring. Maar deze uitleg kan IK alleen maar geven onder bepaalde voorwaarden; zoals trouwens alles wat gebeurt, aangepast is aan de eeuwige ordening, waarvan IK Zelf de Wetgever ben

IK zou de mensen wel kunnen verhinderen slechte daden te bedrijven, IK zou ze kunnen straffen of ze tot stomme knechten van de gerechtigheid kunnen maken, maar dan zou hun wil onvrij zijn, ze zouden niet in staat zijn zelf te willen en (ook) niet om zelf te kunnen handelen en ze zouden dan nooit meer volmaakt kunnen worden, d.w.z. ondanks de mogelijkheid slecht te zijn, het goede te kiezen en bijgevolg blijk te geven van de wil die naar MIJ is gewend. IK laat dus de driften van de mensen de vrije loop. Dat nu in de eindeloos lange tijd de mensheid zich overwegend laat meeslepen om slecht te handelen, wat een duivelse invloed verraadt, is er alleen maar het bewijs voor dat de gehele mensheid de vrije wil slecht gebruikt, dat ze dus de mogelijkheid zich naar het goede te keren, niet benut en dus tegen Mijn wet van de eeuwige ordening ingaat.

(3.12.1948) Maar IK zal toch dit doen en laten pas een halt toeroepen, als de mate van slechtheid zijn grens heeft bereikt, als er geen mogelijkheid meer bestaat dat de mensen veranderen, dat hun wil nog een andere richting kan worden gegeven, dat hij zich naar MIJ, dus naar het Goede keert. Maar zolang de mogelijkheid bestaat dat de een of ander zich bezint, dat hij zich bewust wordt van het doel van zijn leven op aarde, laat IK toe, wat mensen in hun haat en liefdeloosheid willen uitvoeren, opdat ze zelf aan de uitwerking van hun handelen het kwade inzien en leren verafschuwen, opdat ze vrijwillig veranderen.

Bovendien is de tijd gekomen waarin de satan grote macht heeft. Niet dat hij Mijn Macht en Kracht overtroeft, veeleer is ook zijn laatste tijd gekomen, die hij gebruikt om zijn rijk, zijn macht te vergroten, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft, maar in zijn geestelijke duisternis en arrogantie gelooft MIJ van de troon te kunnen stoten.

Wie niet op de hoogte is van het allereerste begin en einddoel van al het geestelijke, van Mijn heilsplan van eeuwigheid, van zin en doel van de schepping en zin en doel van het leven op aarde, die zal ook de gedachte aan een sterke tegenstander van MIJ absurd toeschijnen, maar hij kan geloven dat tweeërlei krachten in strijd met elkaar zijn, dat goede en kwade krachten strijden om de opperheerschappij, dat deze krachten nu altijd aan een sterke Wil zijn onderworpen, dat deze Wil van oudsher slechts van een Wezen uitgaat. Hoe hij nu dit Wezen noemt, doet er niet toe, doch ze (die krachten) zijn werkzaam in de oneindigheid ofschoon hun arbeidsveld totaal verschillend is - onbegrensd bij MIJ en binnen de perken gehouden bij Mijn tegenstander, die ook ondanks zijn macht van Mijn Wil afhankelijk is. Dat er een strijd wordt gevoerd tussen goed en kwaad is duidelijk; waarom hij wordt gevoerd is alleen de geestelijk gewekte, de mens die sterk naar de waarheid verlangt, begrijpelijk te maken, maar deze zal te allen tijd een volkomen ware verklaring bekomen die hem overtuigt, zo hij daar naar streeft en MIJ er om vraagt.

Amen