Confronta annuncio con traduzione


L’adempimento del dovere liberamente o per costrizione

E’ di valore per lo sviluppo verso l’Alto dell’anima ciò a cui si tende e che viene eseguito nella libera volontà. Degli uomini possono essere tenuti ad una vita, che in sé corrisponde alla Volontà di Dio. Ma questi agiscono solamente in una certa costrizione. Se non partecipa la loro propria volontà, allora le azioni sono inutili, cioè senza valore dinanzi a Dio. Ogni adempimento del dovere significa ben una corretta vita terrena, ma non un particolare merito per l’Eternità, perché ciò che viene valutato nell’Eternità, dev’essere proceduto dalla libera volontà. Non è sufficiente che vengano osservati certi comandamenti, ai quali sulla Terra viene attribuito un grande significato, che però portano in sé poco o per nulla la Volontà divina. Adempiere il Comandamento divino dell’amore per la spinta più intima, questo abbraccia tutto ciò che promuove lo sviluppo dell’anima. Da voi viene più sovente preteso di adempiere obbligatoriamente il Comandamento dell’amore, sarete indotti ad azioni, che in sé corrispondono bensì alla Volontà di Dio, quando vengono eseguite nella libera volontà. Ma l’uomo non si deve dare alla credenza, di aver così esaudita la Volontà del Signore, e di sorgere nell’attivo amore per il prossimo. E’ determinante solo la propria volontà, e viene valutato solamente fin dove si sente spinto ad agire amorevolmente. E perciò l’uomo viene molto spesso onorato dai suoi prossimi per via del suo modo d’agire oppure considerato pio, il cui pensare interiore non corrisponde per nulla alle sue azioni esteriori. L’uomo può sempre fare solamente ciò che viene preteso da lui secondo le leggi umane, senza però stare nel collegamento con Dio. C’è una certa ambizione e brama per il riconoscimento come spinta a maggiori adempimenti del dovere, ma lo sviluppo animico è messo in discussione, perché è determinate unicamente la spinta più intima del cuore. Quello che esige il mondo, deve sempre servire fino ad un certo grado al mantenimento del potere mondano; ma se l’uomo è lasciato libero, allora lo scopo è anche nobile, perché allora la propria volontà può diventare attiva. Con ciò tutte le disposizioni di costrizione che hanno l’aspetto dell’amore per il prossimo, come l’adempimento obbligatorio dei comandamenti chiesastici hanno solo il minimo valore dinanzi a Dio, ogni libera esecuzione di questi ne hanno comunque aumentato il valore.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Plichtsvervulling – Vrijwillig of automatisch

Alleen dat, wat uit vrije wil nagestreefd en uitgevoerd wordt, is van waarde voor de opwaartse ontwikkeling van de ziel. Mensen kunnen aangespoord worden tot een leven, dat op zich overeenkomt met de wil van God. Maar deze mensen handelen slechts vanuit een zekere dwang. Wanneer hun eigen wil niet deelneemt, zijn de daden zinloos, dat wil zeggen, waardeloos voor God. Elke plichtsvervulling betekent wel een correct aards leven, maar geen bijzondere verdienste voor de eeuwigheid. Want dat, wat in de eeuwigheid gewaardeerd wordt, moet uit de vrije wil voortgekomen zijn.

Het is niet voldoende, dat bepaalde geboden vervuld worden, waaraan op aarde een grote betekenis toegekend wordt, maar die weinig of helemaal niets van de goddelijke wil in zich dragen. Het goddelijke gebod van de liefde te vervullen uit de meest innerlijke drang omsluit alles, wat bevorderend werkt voor de ontwikkeling van de ziel.

Er wordt vrij vaak van jullie geëist om automatisch het gebod van de liefde te vervullen. Jullie worden tot daden gebracht, die op zich wel overeenkomen met de wil van God, als ze in vrije wil uitgevoerd worden. De mens zal zich echter niet aan het geloof overgegeven hebben door de wil van de Heer vervuld te hebben en in werkzame naastenliefde op te gaan. Alleen zijn eigen wil is doorslaggevend en het wordt slechts gewaardeerd in hoeverre hij zich liefhebbend tot zijn doen gedrongen voelt.

En daarom wordt de mens, bij wie het innerlijke denken geheel niet overeenkomt met zijn uiterlijke handelingen, heel vaak, of door zijn medemensen eer aangedaan, of voor vroom aangezien. Een mens kan steeds slechts dat doen, wat volgens menselijke wetten van hem geëist wordt, maar zonder in verbinding te staan met God. Een zekere ambitie en de zucht naar erkenning is de drijfveer tot grotere plichtsvervulling, maar de ontwikkeling van de ziel wordt in twijfel getrokken, want alleen de diepste drang van het hart is doorslaggevend.

Wat de wereld eist, moet steeds tot een zekere graad van instandhouding van de wereldse macht dienen. Wordt het echter aan de mensen overgelaten, dan is het doel ook edeler. Want dan kan de eigen wil werkzaam worden. Dus hebben alle dwangmaatregelen, die de schijn van naastenliefde hebben, evenals de noodzakelijke vervulling van kerkelijke geboden slechts de minste waarde voor God, maar elk vrijwillig vervullen hiervan verhoogt de waarde.

Amen

Benutten van geestelijke stromingen – Herhalingen

Het zijn betrekkelijk grote moeilijkheden, waaronder een verbinding van het hiernamaals naar de aarde tot stand komt, als het ontvangende deel de geestelijke stromingen, die een gemakkelijke communicatie bevorderen, niet benut.

Onwelwillend zijn de stromingen dan, wanneer alle geestelijke krachten zich in overgrote liefde naar God toewenden en kracht uit God ontvangen. Wanneer de verbinding met het volmaaktste Wezen plaatsvindt en dus niets onvolmaakts de in het licht staande wezens mag naderen, omdat de krachtschenking uit God al het onvolmaakte uit zou wissen door de onvoorstelbare lichtintensiteit.

Het gebeuren van de overdracht van de goddelijke kracht op de onvolmaakte wezens vereist echter een omhulsel van het lichtwezen, want het is het geestelijk onrijpe in de mens, dat onderwezen wordt en dit kan niet zonder gevaar het stralende licht van de geestelijke onderwijzer verdragen. Maar elk onderwijzend wezen in het hiernamaals staat in het licht. In het hiernamaals wordt de taak van leraar niet aan onvolmaakte wezens gegeven.

Als dus nu de goddelijke lichtdragers het mensenkind onderwijzen, moeten ze hem omhuld naderen. Maar het ontvangen van goddelijke kracht laat het lichtwezen in de hoogste lichtintensiteit stralen. En het licht doordringt elk omhulsel. Bijgevolg moeten de wezens zich ver van het aan aarde gebonden wezen verwijderen. Het begrip ‘ver’ moet niet als een ruimtelijke verwijdering begrepen worden, maar de afstand moet vergroot worden. De geestelijke kracht, die het mensenkind toegestuurd wordt, moet verminderd worden. En dit komt nu in een moeilijke ontvangst van de boodschappen tot uiting, wat nog moeilijker wordt, als de ontvangende mens er niet met alle zinnen naar verlangt.

Maar omgekeerd kunnen de lichtwezens buitengewoon succesvol werken, als ze hun verwijdering mogen verminderen. Een kind, dat hongerig is naar ontvangst, kan in zekere zin dichter bij het licht staan. Het verlangen naar het licht laat een sterkere lichtintensiteit onschadelijk zijn en als de lichtdrager weer een overeenkomstig omhulsel heeft omgedaan, kan hij zich gemakkelijker met het geestelijke in de mens in verbinding stellen en dit wordt merkbaar door een ongehinderde ontvangst van het goddelijke woord.

En zo is de kracht uit God in staat om in verschillende sterkten te werken. Er zijn altijd bepaalde stromingen, die vaak herkenbaar zijn aan een sterkere wil om te ontvangen en het moeiteloos opnemen, waarop gelet moet worden. Maar om nu ook de goddelijke genade in stromen vol licht waardig te worden, moet de mens zijn gehele wil aanwenden om zich te veredelen. Hij moet alles mijden, wat de geest zou kunnen hinderen bij de vlucht omhoog. Hij moet zonder bedenkingen de aarde ontvluchten en zo de kracht uit God in versterkte mate in ontvangst kunnen nemen.

Nu probeert de goddelijke liefde het geestelijke naar de hoogte te leiden en daarom zijn de lichtdragers erop bedacht om de mensen zonder ophouden licht en kracht te geven, opdat het ontvangende mensenkind niet ontmoedigd wordt door een vergeefs ingespannen luisteren naar het woord uit de hoogte. Daarom zijn de wezens in het hiernamaals, die gedienstig zijn en bereidwillig om lief te hebben, aangewezen om de boodschappen te herhalen. Deze wezens kunnen slechts dat, wat hun opdracht is, overbrengen. Ze kunnen dus niet eigenmachtig iets aan de mensen geven, wat tegen de wil van de lichtdragers, dus tegen de goddelijke wil, zou zijn.

En zulke herhalingen worden dan steeds aangeboden, wanneer de goddelijke liefdesgeest zich verenigt met Zijn wezen. Tenzij de wil om te ontvangen of het verlangen naar zendingen van boven niet buitengewoon groot is. Maar een in de diepste liefde staand mensenkind, wiens hart naar goddelijke gaven verlangt, wordt in de lichtkring opgenomen, maar hij wordt tegen de buitengewone lichtintensiteit, die hem schade zou berokkenen, liefdevol beschermd.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Peter Schelling