Kako je malen ipak čovjek, a kako se mudrim i moćnim zamišlja.... On vjeruje da može odbaciti Božanski dar, i svoju vlastitu mudrost želi postaviti iznad. A on ne promišlja da je i njegovo razumsko razmišljanje također Božji dar, kojeg on međutim zloupotrebljava, ako ga ne koristi tako da on uči prepoznati Boga. Bog je Praizvor.... ali onaj tko sebe samoga previsoko ocjenjuje, ne želi ništa pustiti iznad sebe, jer onda bi također morao i svoje znanje cijeniti manjim, nego što on to čini. Ali, on se nadmoćno podsmjehuje, kada mu je ponuđeno znanje koje daleko nadilazi njegovo znanje.... on se podsmjehuje jer on sam sebe zamišlja mudrijim, i stoga također vjeruje da je on sposoban donijeti sud. A on ne može steći znanje, zato jer on ne žudi takvome... I stoga Bog razdjeljuje znanje onima koji se osjećaju malenima i neukima, koji bi željeli povećati njihovo znanje i koji iznad sebe prepoznaju Biće, Koje zna sve, stoga također i duhovno siromaštvo Svojih stvorenja, koje On može ukloniti... blaženi koji se osjećaju siromašnima duhom, koji ne zovu njihovim vlastitim svjetovno znanje koje ih čini ohola duha.... blaženi koji su gladni mudrosti odozgor, koji žele crpiti s Izvora kojeg je Bog Osobno otvorio.... ovaj Izvor je dostupan svim ljudima, ali čovječanstvo prezrivo prolazi pored njega... No, živa voda koja izvire iz ovog Izvora je najdragocjenije što je na raspolaganju čovjeku.... On mu posreduje blago koje daleko nadilazi sva zemaljska dobra. Jer Božja mudrost je dar milosti, kojega čovjek više nikada ne želi izgubiti, kada ga je jednom primio... Božja mudrost ima vječnu vrijednost, Božja mudrost neopisivo usrećuje čovjeka, i Božja mudrost mu daje snagu za stremljenje uvis... Svjetovno znanje naprotiv blijedi i bezvrijedno je, odnosno ono služi jedino za vrijeme zemaljskog puta i također donosi samo zemaljsku korist. Ali duhovno znanje donosi malo uspjeha za zemaljski život, a ipak je čovjeku neprocjenjivo, jednom kada ga je pronašao. A oni koji ga odbacuju, time svjedoče jedino svoj svjetovni stav, i svoju malu žudnju za Istinom, inače bi ga oni morali prepoznati kao dragocjeni dar, i oni bi mu također težili.
AMEN
TranslatorHoe klein toch is de mens en hoe wijs en machtig meent hij te zijn. 'n Goddelijke gave gelooft hij te kunnen verwerpen en zijn eigen wijsheid wil hij hoger stellen. En hij denkt er niet aan dat ook het denken van zijn verstand een gave GOD's is, die hij echter misbruikt wanneer hij ze niet zo gebruikt dat hij GOD leert herkennen.
GOD is de Oorsprong - maar hij (de mens) slaat zichzelf al te hoog aan, hij wil niets boven zich accepteren, want anders zou hij ook aan zijn wijsheid minder waarde hechten dan hij doet. Maar hij glimlacht uit de hoogte als hem een weten wordt geboden dat zijn weten ver te boven gaat - hij glimlacht omdat hij meent zelf te weten en zich dus ook bekwaam acht een oordeel te vellen. En daarom kan hij niet toenemen in (waar) weten, omdat het verlangen in hem er niet is.
En daarom deelt GOD de wijsheid uit aan diegenen die zich gering en onwetend achten, die hun weten zouden willen vergroten en die een WEZEN boven zich erkennen DAT van alles op de hoogte is, dus ook van de geestelijke armoe van Zijn schepselen, die HIJ kan opheffen.
En zalig die zich arm voelen van geest, die geen wereldse kennis hun eigendom noemen, dat hen aanmatigend van geest maakt - zalig die hongerig zijn naar de wijsheden van boven, die uit de Bron willen putten die GOD Zelf geopend heeft, ieder mens heeft toegang tot deze Bron, maar geringschattend gaat de mensheid daaraan voorbij.
Doch het levende water dat uit deze Bron stroomt, is het kostelijkste dat de mens ter beschikking staat. Het bezorgt hem een schat die alle aardse goederen verre overtreft. Want de wijsheid uit GOD is een genadegeschenk dat de mens nooit meer wil ontberen, zodra hij het eenmaal heeft ontvangen. De wijsheid uit GOD heeft eeuwigheidswaarde, de wijsheid uit GOD maakt de mens onbeschrijflijk gelukkig en de wijsheid uit GOD geeft de kracht om opwaarts te streven.
De wereldse kennis daarentegen verbleekt en is waardeloos, d.w.z. ze heeft slechts nut voor de tijd van het bestaan op aarde en levert ook alleen maar aards voordeel op.
Maar geestelijk weten levert weinig resultaat op voor het aardse leven en toch geeft de mens het niet meer prijs, zodra hij het eenmaal heeft gevonden. En diegenen die het afwijzen bewijzen daardoor alleen hun wereldse instelling en hun geringe verlangen naar de waarheid, anders zouden ze het moeten herkennen als een kostbaar geschenk en zouden zij er eveneens naar streven.
Amen
Translator