Compare proclamation with translation

Other translations:

Explanation of the act of creation.... about the will of the beings....

It is certainly an apparent contradiction which you believe to discover, but as soon as you receive My teachings about it you will understand it correctly. All beings have emerged from My power, which flowed towards My first-created spirit in all fullness. He could not close himself off to this power until his fall from Me was completely accomplished. The power went to him as long as he wanted to use it for the coming into being of new beings, and all these beings were radiated through by My love power, so that they therefore were perfect and also had to be perfect, because they lacked nothing, neither light nor power, and moreover nothing defective could come out of Me, because until the apostasy of Lucifer My love power was at his disposal, because so long also the act of creation was an act of greatest beatification for him.... And only when he completely turned away from Me did his creative power cease. He saw in the endless host of created beings the evidence of his power and he rejected the further supply of love power.... But the apostasy extended to eternities.... And during this time he slowly changed his will, which in the end was directed against Me. And since the beings had arisen out of his will using the power out of Me, every being certainly had something of his will in itself, but since every act of creation put him into bliss.... because he was radiated through by My unmeasured love power thereby.... so he also gave up his secret resistance, thus his will, at the moment of creation and completely surrendered himself to My strength of love. So the being has certainly been begotten out of his will, which now also tried to influence the being to accept his will turned away from God. But since it has now also been My product, I gave to all beings the right of self-determination, when it was to decide for or against him.... Because My light of love shone through every being with such brightness that it also recognized its producer, that it therefore did not need to fall, but could likewise turn towards Me, even if I was not visible to it.... When it therefore says: Lucifer put his will into the being, then it is not to be understood that he could determine the beings to fall away, because every being had to decide about it itself. Because it had freedom of will exactly like its producer, and it did not have to think exactly like him. That is why the light shone for it in all fullness. It only became imperfect when it did not use this light, when it remained with its will against better knowledge, which therefore let the being become imperfect, because in the beginning it had been radiated as most perfect, which alone already resulted from it that also beings fell away from Me, which belonged to the first, which our both love will let come into being.... For their will was also free, and they could choose their lord.... The apostasy of the spirits stretched over endless long times, so the will of Lucifer had changed again and again in these times, he stood sometimes to Me and sometimes against Me.... as it drove him after the reception of My love power.... And the created beings were the same, soon their will belonged to Me and soon to him again, yet imperfection could only be spoken of when their apostasy was clearly evident, when they had decided in favour of their lord, Who shone for them in supreme fullness of light. Every act of creation was an exchange of love power, which made the light bearer happy and therefore could also only produce perfection. But freedom of will was a divine gift, therefore it did not need to lead to the fall, but used in the right way, it could earn the being an immeasurable happiness. And thus every being was also able to give its will the right direction, and it also had the strength to do so precisely because in its abundance of light it recognized where Lucifer was heading.... The fact that it followed him to the depths was therefore not due to its alleged "deficiency," which it thus "got" from its producer, but it was its own will, which, in spite of the bright light of knowledge, followed it to the depths.... It was therefore by no means pre-loaded on the part of Lucifer with a will that turned towards God even before it was given the right of self-determination.... Because it was, like everything that came forth out of Me, standing in highest perfection.... (2.11.1964) I Myself therefore cannot contradict Me; it is the purest truth, which My revelations hold. What therefore contradicts it does not carry My spirit in itself, and there is the following explanation for this: firstly, My adversary's effort to confuse your spirit, which he then succeeds in doing when the bond with Me is not deep enough, when you yourselves, through your own thinking, give him the opportunity to confuse the concepts, and secondly, (when) you were not yet in (such) contact with Me which allows My influence in you.... that I was able to protect you from the working of immature spirits, which always come back when a person seeks the light and tries to extinguish this light. The more earnestly a receiver of My love light pushes towards Me, the safer My word sounds to him, but which then is also pure and louder and every evil spirit is repelled, which wants to press a light bearer. The more the will and the desire for pure truth is inherent in My light bearers, the more he can also be convinced of the truth of what is offered to him. That is why I also want that you examine all scriptures, because again and again My opponent wants to awaken an uncertainty in man; he wants that you doubt the truth of that what I Myself announce to you. But you are to prove your faith to Me, you are not to let yourselves be diverted from the truth of My word through his work, because I will always enlighten your spirit that you recognize it if and when he has intruded to invalidate My work....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Uitleg van de scheppingshandeling - Over de wil van de wezens

Er is wel een schijnbare tegenspraak die u meent te ontdekken, maar zodra u mijn onderrichtingen daarover in ontvangst neemt, zult u het juist begrijpen. Alle wezens zijn uit mijn kracht voortgekomen, die mijn eerst geschapen geest in alle overvloed toestroomde. Voor deze kracht kon hij zich zo lang niet afsluiten, tot zijn afval van Mij totaal was voltrokken. De kracht werd hem zo lang toegestuurd als hij ze wilde gebruiken voor het ontstaan van nieuwe wezens, en al deze wezens waren doorstraald met mijn liefdeskracht, zodat ze dus volmaakt waren en ook volmaakt moesten zijn, want er ontbrak hun niets, noch licht noch kracht. Bovendien kon er niets gebrekkigs uit Mij voortkomen omdat, tot aan de afval van Lucifer, hem mijn liefdeskracht ter beschikking stond, want zo lang was ook de scheppingsdaad voor hem een handeling van de grootste zaligmaking. En pas toen hij zich geheel van Mij afkeerde, hield zijn scheppingskracht op. Hij zag in de eindeloze schaar van geschapen wezens het bewijs van zijn macht en hij wees de verdere toevoer van liefdeskracht af.

Maar de afval strekte zich uit over eeuwigheden. En in deze tijd veranderde hij langzaam zijn wil, die uiteindelijk tegen Mij was gericht. En daar de wezens waren ontstaan uit zijn wil met gebruikmaking van de kracht uit Mij, had wel ieder wezen iets van zijn wil in zich. Maar daar elke scheppingsdaad hem gelukzalig maakte, omdat hij daarbij door mijn onmetelijke liefdeskracht was doorstraald, gaf hij ook op het ogenblik van de schepping zijn geheime weerstand, dus zijn wil, op, en hij gaf zich geheel en al over aan mijn liefdeskracht. Het wezen is dus wel verwekt met zijn wil, die nu het wezen ook trachtte te beïnvloeden om zijn van God afgekeerde wil aan te nemen. Maar daar het nu ook mijn voortbrengsel is geweest, gaf Ik alle wezens het zelfbeschikkingsrecht toen het moest beslissen voor of tegen hem. Want mijn liefdeslicht doorstraalde ieder wezen met zo’n helderheid, dat het ook zijn Verwekker herkende, dat het dus niet hoefde te vallen maar zich evenzo naar Mij kon keren, zelfs wanneer Ik voor hem niet zichtbaar was.

Wanneer er dus wordt gezegd: Lucifer legde zijn wil in het wezen, dan is daar niet onder te verstaan dat hij de wezens kon voorbestemmen af te vallen, want daar moest ieder wezen zelf over beslissen. Want het had net als zijn verwekker wilsvrijheid en het hoefde niet net zo te denken als de eerstgenoemde. Daarom straalde voor hem het licht in alle volheid. Onvolmaakt werd het pas, toen het dit licht niet gebruikte, toen het tegen beter weten in bij zijn wil bleef, die dus het wezen onvolmaakt liet worden. Want in het allereerste begin was het als hoogst volmaakt uitgestraald, wat alleen al daaruit bleek dat ook wezens van Mij zijn afgevallen die bij de eersten behoorden die de willende liefde van ons beiden liet ontstaan. Want ook hun wil was vrij en ze konden hun Heer of hun heer kiezen.

De afval van de geesten strekte zich uit over eindeloos lange tijden. Dus was de wil van Lucifer in deze tijden steeds weer veranderd. Hij stond nu eens op goede voet met Mij en dan was hij weer tegen Mij, zoals het hem na de ontvangst van mijn liefdeskracht aandreef. En evenzo waren ook de geschapen wezens. Nu eens behoorde hun wil Mij toe en dan weer hem. Maar van een onvolmaaktheid kon pas gesproken worden, toen hun afval duidelijk zichtbaar was, toen ze voor hun heer hadden beslist die voor hen in de hoogste gloed van licht straalde. Elke scheppingshandeling was een uitwisseling van liefdeskracht, die de lichtdrager gelukkig stemde en daarom ook alleen iets volmaakts kon voortbrengen.

De wilsvrijheid echter was een goddelijk geschenk, dus hoefde ze niet tot de val te leiden. Veeleer, op de juiste manier gebruikt, kon ze het wezen een onmetelijke gelukzaligheid opleveren. En zo was ook ieder wezen in staat zijn wil de juiste richting te geven en het had er ook de kracht voor, juist omdat het in de volheid van zijn licht inzag, waar Lucifer op aanstuurde. Dat het hem is gevolgd naar de diepte, lag dus niet aan zijn zogenaamde "gebrekkigheid" die het van zijn verwekker dus "meekreeg", maar het was zijn eigen wil, die hem in de diepte volgde ondanks het heldere licht van het inzicht. Het was dus geenszins vooraf al door Lucifer belast met een wil die zich reeds tegen God keerde voordat hem het zelfbeschikkingsrecht werd gegeven. Want het stond, zoals alles wat uit Mij was voortgekomen, in de hoogste volmaaktheid. Ik kan Mij zelf dus niet tegenspreken, het is de zuiverste waarheid die mijn openbaringen bevatten. Wat daar dus mee in tegenspraak is, draagt niet mijn geest in zich. En daarvoor geldt de volgende verklaring: de ene keer het streven van mijn tegenstander om uw geest in verwarring te brengen, wat hem lukt wanneer de band met Mij niet sterk genoeg is, wanneer u zelf door uw eigen denken hem daartoe de gelegenheid geeft de begrippen te verwarren, en de andere keer, wanneer u nog niet zo’n contact met Mij hebt dat het mijn inwerken in u toelaat, dat Ik u zou kunnen beschermen tegen het werkzaam zijn van onrijpe geesten die steeds weer opduiken wanneer een mens het licht zoekt en hij dit licht probeert te doven.

Hoe ernstiger een ontvanger van mijn liefdeslicht op Mij aanstuurt, des te zekerder klinkt mijn woord in hem, dat dan echter ook zuiver en puur is, en iedere kwade geest wordt afgeweerd die een lichtdrager in het nauw wil brengen. Hoe meer de wil en het verlangen naar zuivere waarheid in mijn lichtdragers aanwezig is, des te meer kan hij ook overtuigd zijn van de waarheid van wat hem is aangeboden. Daarom wil Ik ook dat men alle geschriften onderzoekt, want steeds weer wil mijn tegenstander een onzekerheid in de mens wekken. Hij wil dat u twijfelt aan de waarheid van datgene wat Ik zelf u verkondig. Maar u zult Mij uw geloof moeten bewijzen, u zult u niet door zijn werkzaam zijn van de waarheid van mijn woord af moeten laten brengen, want Ik zal steeds uw geest verlichten zodat u het herkent, of en wanneer hij zich heeft binnengedrongen om mijn werkzaam zijn te ontkrachten.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte