Again and again you will be informed that My promise will be fulfilled which states that anyone who believes in Me will attain eternal life.... but that you must live in a living faith in order to partake of this promise. And this in turn means that you have to live in love if you want to attain a living faith.... Love therefore guarantees you eternal life, for it gives birth to a living faith. But I must demand such faith from you, for if this firm inner conviction is not within you then you cannot understand the significance of the act of salvation either.... Then you will only be guided by words, you will speak of faith but in truth you will not possess it.... because you lack the knowledge of all correlations, a knowledge which only earns you a life of love.... Without love you can only speak of a dead faith, of words which lack the deep inner conviction.... You just don't dare to contradict a doctrine of faith which is offered to you, but it gives you no enlightenment, and thus you would also never be able to stand up for such a doctrine if this was demanded of you. I have given you the promise: 'He who believes in Me has eternal life...." But you first have to deal with what I want to be understood by 'faith in Me'.... You have to think through what you are told about Me and My act of salvation and take a stand on it, and only then will it become clear whether you are able to believe everything, whether you are fully convinced that it is as you are taught or whether you have inner doubts. And this examination must be undertaken in all seriousness on your part. And then the degree of love plays a major role in what you are able to 'believe'.... Anyone who lives in love does not doubt, for the significance of the act of salvation and the mission of the man Jesus on earth is clear to him.... He knows that Jesus sacrificed Himself for the sake of humanity's sins and understands the divine redeemer's act of mercy.... He acknowledges Him as his redeemer and also knows that he cannot become blessed without the act of salvation.... He himself makes use of the graces of the act of salvation.... he believes in Me and can therefore come into the blessing of My promise.... for his faith is alive, it is not a dead form.... it is not a figure of speech, it is not words uttered only by the mouth.... It is felt alive in the heart, and such faith will also have an effect, it will be expressed in works of love, because love does not let the human being remain inactive but again and again expresses itself in works. And beatitude.... eternal life.... I can only give to someone who has changed to love and whose faith is also alive. All My words are spirit and life.... And thus the promises are truth and will be fulfilled, but I also require the right spiritual attitude towards them.... I cannot give beatitude and life to those who have not yet seriously striven for it, who have no inner contact with Me but which love establishes.... Then faith will also be right, and then the human being will also strive for perfection on earth, for he will have recognized Me by virtue of his love and faith and will long to return to Me again, from Whom he once originated. And then every promise I made to people when I lived on earth will truly be fulfilled in him. But a dead faith will not result in spiritual success, in a dead faith the human being will not strive spiritually on earth.... Although he does not contradict the doctrines of faith which are brought to him, he will not be able to convincingly uphold them as truth either, because he lacks the spiritual knowledge to do so as long as he lacks love. Without love, however, there is no life either, because love is the strength which allows for activity, and because 'life' means being able to be constantly active in God's will.... to be able to work in light and strength as My child and to be immeasurably happy...._>Amen
TranslatorSteeds weer wordt u opheldering erover gegeven, dat mijn belofte vervuld wordt die luidt dat die in Mij gelooft het eeuwige leven zal bereiken, maar dat u in een levend geloof zult moeten verkeren om deze belofte deelachtig te worden. En dat betekent weer dat u in de liefde zult moeten leven, wilt u tot een levend geloof komen.
De liefde verzekert u dus een eeuwig leven, want deze brengt een levend geloof voort. Maar Ik moet zo’n geloof van u vragen, want heeft u deze vaste innerlijke overtuiging niet, dan kunt u ook de betekenis van het verlossingswerk niet begrijpen. U houdt u dan alleen aan woorden vast. U spreekt van een geloof, maar bezit de waarheid niet, omdat het weten u ontbreekt over alle samenhang, een weten dat een leven in liefde u pas oplevert.
Zonder liefde zult u alleen van een dood geloof kunnen spreken, van woorden waaraan de diepe innerlijke overtuiging ontbreekt.
U durft alleen niet een u aangeboden geloofsleer tegen te spreken, maar ze schenkt u geen opheldering en dus zou u ook nooit voor zo’n leer kunnen opkomen wanneer dit van u wordt verlangd. Ik heb u de belofte gegeven: “Wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven.” Maar u zult u tevoren ermee moeten bezighouden, wat Ik onder “geloven in Mij” wil hebben verstaan.
Wat u over Mij en mijn verlossingswerk wordt gezegd, daar zult u goed over moeten nadenken en uw standpunt moeten bepalen. En dan pas zal blijken of u bij machte bent alles te geloven, of u er volledig van overtuigd bent dat het zo is, zoals het u wordt geleerd, of dat u dan innerlijke twijfel boven laat komen. En dit onderzoek moet van uw kant in alle ernst worden gedaan. En dan speelt de graad van liefde een grote rol in wat u in staat bent te geloven.
Wie in de liefde leeft, twijfelt niet. Want voor hem is de betekenis van het verlossingswerk en de missie van de mens Jezus op aarde duidelijk. Hij weet dat Jezus zich ter wille van de zonden der mensheid heeft opgeofferd en de daad van erbarmen van de goddelijke Verlosser is voor hem begrijpelijk.
Hij erkent Hem als zijn Verlosser en hij weet ook dat hij zonder het verlossingswerk niet zalig kan worden.
Hij doet zelf een beroep op de genaden van het werk van verlossing. Hij gelooft in Mij en kan bijgevolg in aanmerking komen voor de zegen van mijn belofte. Want zijn geloof is levend, het is geen dode vorm. Het is geen manier van zeggen, het zijn geen woorden die de mond alleen uitspreekt.
Het is levend in het hart gevoeld en zo’n geloof zal ook zijn uitwerking hebben. Het zal in werken van liefde tot uitdrukking komen, omdat de liefde de mens niet werkeloos zal laten blijven, maar steeds weer in werken tot uitdrukking komt. En de gelukzaligheid, het eeuwige leven, kan Ik alleen diegene schenken die veranderd is tot liefde, en diens geloof is ook levend. Al mijn woorden zijn geest en leven.
En zo zijn de beloften ook waarheid en ze zullen worden vervuld. Maar Ik vraag daar ook de juiste geestelijke instelling voor.
Ik kan niet de gelukzaligheid en het leven geven aan diegenen die er nog niet ernstig naar streven, die geen innerlijk contact hebben met Mij, dat echter door de liefde tot stand wordt gebracht.
Dan is ook het geloof juist en dan streeft de mens ook naar zijn voltooiing op aarde. Want hij heeft Mij herkend ten gevolge van zijn liefde en zijn geloof en hij verlangt weer terug naar Mij uit wie hij eens is voortgekomen en van wie hij eens is weggegaan. En dan zal waarlijk ook elke belofte aan hem worden vervuld, die Ik de mensen gaf toen Ik op aarde vertoefde. Maar een dood geloof zal geen geestelijk resultaat tot gevolg hebben. Vanuit het dode geloof zal de mens niet geestelijk streven op aarde.
Weliswaar spreekt hij de geloofsleren die hem werden bijgebracht niet tegen, maar hij zal ze ook niet overtuigd kunnen verdedigen als waarheid, omdat het hem daartoe ontbreekt aan geestelijke kennis, zolang de liefde hem mankeert. Maar zonder liefde is er ook geen leven, omdat liefde de kracht is die een actief worden toelaat en omdat “leven” betekent: ononderbroken werkzaam te kunnen zijn naar de wil van God. In licht en kracht te kunnen werken als mijn kind en onmetelijk gelukzalig te kunnen zijn.
Amen
Translator