The beings which are surrounded by light in the spiritual kingdom are in closest contact with Me and therefore also share the same will, and they have a tremendous amount of strength at their disposal to implement their will. And thus they are effectively the executives of My will, they are My servants, My authorised representatives, whose actions comply with My plan of Salvation since eternity. They take care of countless beings on earth as well as in the beyond.... Everything that is alive, thus having a certain degree of maturity, also has to be cared for such that it achieves its goal, because without help it would never take the right path; it has to be constantly guided, and this guidance and care is the responsibility of all beings who are permeated by light and strength, whose love for Me and for the unredeemed is so profound that they will always do that which complies with My will.... to release the imperfect spirit. Countless beings of light are close to Me and tirelessly active.... thus countless people on earth are also able to enjoy their care, and every single fate, every event can be directed for the human being in such a way that he can fully mature, as is his destiny.
But even these beings of light will not infringe on the freedom of will, so that, in spite of greatest and utmost loving care, a descent into darkness is not impossible if the being itself resists the will and care of the light beings, thus when it does not acknowledge Me Myself and does not desire strength or light.... In that case the care of the spiritual beings of light will also cease until the person turns to Me himself and thereby also gives the beings of light the freedom to influence him.
But no human being on earth needs to do without the light beings’ help and love, no human being will be poorly considered or neglected by Me, but every person’s fate corresponds to his own will and this determines the amount of help and strength for his salvation. And since the beings of light are the executives of My will their guidance and care is the same as Mine. Consequently, one can only ever speak of My work and My help, because the beings of light belong to Me as part of Myself, even though they experience the happiness of My permeating them with strength and light and the bliss of constant activity for Me as individual beings. This activity, however, consists purely of executing what My love and wisdom deems to be good and beneficial for the individual souls. Thus the entire universe can be full of souls in need of help, not one soul will have to do without divine care because the kingdom of light is infinite and the bliss of the souls therein consists of accepting tasks from Me and surpassing each other in fulfilling them.
The soul that has become My Own through shaping itself into love is also in direct contact with Me, and My will, My strength and My wisdom permeate this loving being so that it will not part from Me again for all eternity. It then lovingly devotes itself to the souls which cannot share this bliss due to their imperfection, and which the being of light feels impelled to release. It feels the same love for the unredeemed as I Myself, from Whose strength of love everything emerged. Thus it will also look after My living creations, take care of them and direct their state of affairs, so that every human being on earth has a spiritual guardian who, in turn, being completely connected to Me, cannot want and think other than I Myself. I stand above everything surrounded by a host of blissful spirits, but even the smallest and most insignificant being enjoys My care, My protection, and will not be forgotten by Me, even if this is incomprehensible to people because their knowledge and strength is limited and they assume that I have the same restrictions too, as long as they are imperfect themselves and have no idea about the power and light of the Perfect....
Amen
TranslatorDe met Licht omgeven wezens in het geestelijke rijk staan in nauwste verbinding met MIJ en hebben daarom ook dezelfde wil, en ze beschikken over grote kracht om hun wil te verwezenlijken. En dus zijn ze in zekere zin de uitvoerders van Mijn Wil, ze zijn Mijn dienaren, Mijn gevolmachtigden, wier werkzaamheid overeenstemt met Mijn heilsplan van eeuwigheid. En ze zorgen voor ontelbare wezens zowel op aarde als in het hiernamaals.
Voor alles wat leeft, dus een bepaalde graad van geestelijke rijpheid heeft, moet ook zo gezorgd worden dat het zijn doel bereikt, omdat het zonder hulp nooit de goede weg zou gaan. Het moet voortdurend geleid worden en deze leiding en verzorging is het ambt van alle wezens die doorstraald zijn van licht en kracht, van wie de liefde tot MIJ en het onverloste zo diep is dat ze altijd doen wat beantwoordt aan Mijn Wil - het onvolmaakte te verlossen. Ontelbare Lichtwezens zijn in Mijn nabijheid en rusteloos bezig - dus kunnen ook ontelbare mensen op aarde genieten van hun zorg en aan elke afzonderlijke wederwaardigheid, kan aandacht worden geschonken, elk gebeuren kan voor de mens zo gestuurd worden, dat deze rijper kan worden zoals het zijn bestemming is.
Maar de vrijheid van wil tasten ook deze Lichtwezens niet aan, zodat ondanks de grootste en liefdevolste zorg ook een terugzinken in de duisternis niet is uitgesloten, wanneer het wezen zelf zich tegen de wil en de zorg van de lichtwezens verzet, wanneer het dus MIJ Zelf niet erkent en kracht noch licht begeert. Dan wordt ook de zorg van het lichtvolle geestelijke zolang uitgeschakeld, tot het wezen zich vanzelf weer naar MIJ wendt en daardoor de lichtwezens de vrijheid laat zelf op hen in te werken.
Maar geen mens op aarde hoeft de hulp en de liefde van de Lichtwezens te ontberen, geen mens wordt van MIJ uit gering bedeeld of verwaarloosd, maar elk wedervaren beantwoordt aan zijn eigen wil en deze bepaalt de mate van hulp en kracht om verlost te worden. En daar de lichtwezens uitvoerders van Mijn Wil zijn, is dus ook hun leiding dezelfde als de Mijne en evenzo hun zorg.
Daarom kan er altijd van Mijn werkzaamheid en Mijn hulp worden gesproken, want de lichtwezens zijn, als behorend bij MIJ, een deel van MIJ Zelf, ofschoon ze als individu het geluk van de straling door hen vanuit MIJ, met kracht en licht en het geluk van een aanhoudende werkzaamheid voor MIJ gevoelen. Maar deze werkzaamheid bestaat alleen in het uitvoeren van datgene, wat Mijn Liefde en Wijsheid als goed en succesvol voor de afzonderlijke zielen inziet.
En zo kan het hele heelal vol met zielen zijn die hulp nodig hebben, niet een zal de goddelijke zorg hoeven te ontberen, omdat ook het lichtrijk oneindig is en de gelukzaligheid van de zielen die erin vertoeven daarin bestaat, van MIJ taken in ontvangst te nemen en elkaar in de vervulling ervan te overtreffen. Wat van MIJ is geworden door gevormd te zijn tot liefde, heeft ook een rechtstreekse verbinding met MIJ, en Mijn Wil, Mijn Kracht en Mijn Wijsheid vervullen zo'n tot liefde geworden wezen helemaal, zodat het zich eeuwig niet meer van MIJ losmaakt en zich nu in volle liefde tot het geestelijke wendt dat deze gelukzaligheid niet met hem kan delen vanwege zijn onvolmaaktheid en de lichtwezens aanzet om dat te verlossen.
Het staat tegenover de nog niet verloste met dezelfde liefde als IK Zelf, uit Wiens Liefdekracht alles is voortgekomen. Bijgevolg zal het zich ook bekommeren om al Mijn schepselen, hen verzorgen en hun levenssituatie sturen, zodat ieder mens op aarde zijn geestelijke verzorger heeft en deze weer, als geheel met MIJ verbonden, niets anders kan willen en denken dan IK Zelf en derhalve het schepsel zich door MIJ geleid en verzorgd kan voelen en dit ook zo is.
IK sta boven alles en een leger van zalige geesten omringt ME, maar ook het kleinste en nietigste wezen geniet van Mijn zorg, Mijn bescherming, en wordt door MIJ niet vergeten, al is dit de mensen ook onbegrijpelijk, omdat hun kennis en hun kracht slechts beperkt is en zij deze beperking ook bij MIJ veronderstellen, zolang als ze zelf onvolmaakt zijn en zich geen voorstelling kunnen maken van de macht en het licht van het volmaakte.
Amen
Translator