Compare proclamation with translation

Other translations:

Mediator between God and man.... willingness - grace....

The willingness to serve God will inevitably also result in God's grace, for God wants to use this willingness for the blessing of people, and He will therefore also provide the one who wants to serve Him with all gifts which enable him to fulfil his task. If help is to be brought to people then this is only possible through another human being, for extraterrestrial forces cannot make themselves obviously noticeable because freedom of faith would then be infringed upon. But they nevertheless work, only in a way that does not compel faith, and for this they make use of a willing human being who has faith. He now already receives favour insofar as that spiritual food flows to him, which the spiritual beings constantly offer him on behalf of God. This is an unusual favour which imparts strength of faith to him and makes him striving and knowing. The human being now establishes an ever more intimate connection with God and constantly draws from His fountain of love. For he receives enlightenment wherever he desires it. He learns to recognize and thereby love God more and more, and love for God expresses itself in active neighbourly love, and thus the nature of the one who offers himself to God for service is also ennobled, for he will always endeavour to do what is pleasing to God and work on himself in order to become worthy of God's love and grace. To want to serve God is already an activity of the will in the right way, and God never lets this person fall. The will towards God is enough that God takes care of man in love and care and constantly imparts his power and favour to him, because man lives his earth life for this purpose, and he passes the test when he longs for God, when he acknowledges him and now declares his willingness to serve him. He now only has to be strengthened in his willpower and therefore apparently has hours when he feels heedless of divine grace. But in order to be able to fulfil his task he must be so strong in faith and have an exceptionally strong will, otherwise he would not be able to overcome the many resistances that arise for someone who wants to serve God. So he must also fight beforehand, so that his faith and his will may grow stronger. He must fervently pray for divine grace, he must always establish the connection with God, for only in this way can he mature for his task, the fulfilment of which is so extremely necessary but also beneficial for humanity. God assigns the human being the task he is able to fulfil, and the greater willingness He finds in an earthly child, the greater tasks He can set him. He can use it as His tool through which He can express Himself, but in a way that seems natural to people. He will accomplish things through His instruments which will make it easy for people to believe if only they are willing. And because God needs mediators between Himself and people, He will also bestow exceptional grace on anyone who offers himself to Him as a mediator.... God blesses his will and allows him to become a bringer of blessings for humanity....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Middelaar tussen God en de mensen – Bereidwilligheid – Genade

De bereidwilligheid om God te dienen, zal onvermijdelijk ook de genade van God tot gevolg hebben, want God wil deze bereidwilligheid gebruiken tot zegen van de mensen en Hij zal daarom degene, die Hem dienen wil, ook met alle gaven uitrusten, die hem in staat stellen om zijn taak te vervullen.

Als de mensen hulp gebracht moet worden, dan is dit alleen maar weer door een mens mogelijk, want bovenaardse krachten kunnen zich niet duidelijk zichtbaar op laten merken, omdat de geloofsvrijheid dan aangetast zou worden. Maar ze zijn toch werkzaam, alleen op een manier, die niet tot geloven dwingt en ze bedienen zich daartoe van een bereidwillig mens, die gelooft. Deze wordt nu al in zoverre de genade toegestuurd, als dat hem nu geestelijk voedsel toestroomt, die geestelijke wezens hem in opdracht van God voortdurend aanbieden. Dit is een buitengewone genade, die hem geloofskracht geeft en hem ijverig en wetend maakt.

De mens brengt een steeds inniger wordende verbinding met God tot stand en put onophoudelijk uit Zijn liefdesbron. Want hem valt opheldering ten deel, als hij hiernaar verlangt. Hij leert God steeds beter kennen en daardoor lief te hebben en deze liefde voor God komt in actieve naastenliefde tot uiting en zodoende veredelt zich het wezen van degene, die zich ten dienste aan God aanbiedt, want hij zal steeds zijn best doen om dat te doen, wat God welgevallig is en aan zichzelf werken om de liefde en genade van God waardig te worden.

God te willen dienen is al een op de juiste manier actief worden van de wil en God laat deze mens nooit vallen. De wil tot God is voldoende om God zich in liefde en zorg om de mens te laten bekommeren en hem voortdurend Zijn kracht en genade te geven, want de mens leeft zijn aardse leven voor dit doel. En hij doorstaat de proef als hij naar God verlangt, als hij Hem erkent en Hem nu zijn bereidwilligheid om Hem te dienen meedeelt.

Hij moet alleen nog maar sterker gemaakt worden in zijn wil en heeft daarom momenten, waar hij zich niet toebedeeld voelt door de goddelijke genade. Maar om zijn opdracht te kunnen vervullen, moet hij sterk zijn in het geloof en over een buitengewoon sterke wil beschikken, omdat hij anders de vele weerstanden, die ontstaan voor iemand die God wil dienen, niet zou kunnen overwinnen. Hij moet dus van tevoren ook vechten, opdat zijn geloof en zijn wil sterker worden. Hij moet smekend om de goddelijke genade vragen. Hij moet de verbinding met God tot stand brengen, want alleen zo kan hij rijp worden voor zijn taak, waarvan de vervulling zo buitengewoon noodzakelijk is, maar ook zegen brengt voor de mensheid.

God bedeelt de mens die taak toe, die hij aan kan en hoe groter de bereidwilligheid is die Hij vindt bij een mensenkind, des te grotere opdrachten kan Hij het geven. Hij kan het als Zijn werktuig gebruiken, doordat Hij Zichzelf kan uiten, maar op een manier, die voor de mens natuurlijk lijkt. Hij zal door Zijn werktuigen dingen volbrengen, die het voor de mensen gemakkelijk maken om te geloven, als ze maar bereidwillig zijn. En omdat God middelaars nodig heeft tussen Zichzelf en de mensen, zal Hij ook eenieder, die zich aan Hem als middelaar aanbiedt, met buitengewone genade bedenken. God zegent hun wil en laat hen tot zegenbrengers voor de mensheid worden.

Amen

2109 

 

Werelden zullen vergaan, maar Gods woord blijft bestaan 

 

Werelden zullen vergaan en ontstaan en steeds zullen er nieuwe wezens deze werelden bewonen en steeds weer zal God hun Zijn woord doen toekomen, want enkel door het woord wordt het hun bekendgemaakt, dat God alles geschapen heeft en waarom Hij het geschapen heeft. Maar nooit zal het woord van God zich veranderen. Het zal steeds hetzelfde woord zijn, omdat het eeuwig en altijd de waarheid bekendmaakt. En steeds zal het goddelijke woord het richtsnoer zijn, waarnaar de wezens in het stadium van de vrije wil moeten handelen om de weg van hun voltooiing te gaan. Steeds zal het woord van God hem de weg wijzen en in eeuwigheid zal dezelfde wet gelden, de wet van de liefde, die beslist vervuld moet worden om tot God te geraken. 

En dit proces zal gedurende eeuwigheden plaatsvinden, want talloze wezens moeten nog de gang van de opwaartse ontwikkeling gaan en talloze scheppingen moeten nog ontstaan voor juist deze wezens. En eeuwig en altijd zal de kracht uit God naar de wezens stromen, die Gods scheppingen bevolken. Eeuwig en altijd zal de liefde werkzaam zijn om vormen te laten ontstaan voor de nog onvolmaakte wezens. Eeuwig en altijd zal het licht strijden tegen de duisternis en de liefde zal zich met erbarmen neigen naar degene die onvolmaakt is, om het naar de hoogte te leiden. 

Want talloze wezens zijn uit de macht van het kwaad voortgekomen en deze wezens verkeren in de grootste nood. Ze leiden al eeuwigheden en moeten nog eeuwigheden in de vorm doorbrengen, voordat ze het rijk van het licht binnen kunnen gaan. Maar de liefde van God is grenzeloos en onbegrijpelijk en deze schept steeds nieuwe mogelijkheden om het lot van de niet verloste wezens te verlichten. Hij bekommert Zich over elk wezen en leidt het naar het licht. Hij wordt nooit moe zich zorgen te maken om hetgeen ver van God verwijderd is. En zoals het wezenlijke in het stadium van de vrije wil is, komt Hij hem Zelf in het woord tegemoet. 

En ofschoon er ook eeuwigheden voorbijgaan, het goddelijke woord zal steeds de binding zijn tussen God en de mensen. Het goddelijke woord zal de krachtbron zijn voor het opwaarts strevend geestelijke. En geen macht zal het lukken om het goddelijke woord te vernietigen. Het woord blijft bestaan tot in alle eeuwigheid. In steeds dezelfde waarheid, van de liefde getuigend en liefde predikend, genade belovend en genade uitdelend, gelukkig makend en verlossend en uiteindelijk leidend naar God. 

Want God beschermt Zijn woord tegen de ondergang en Hij brengt het steeds weer in alle zuiverheid in de nabijheid van de mens, zodra de menselijke wil het misvormd heeft. Het goddelijke woord is waarheid en de waarheid blijft eeuwig onveranderlijk. En ofschoon ook werelden vergaan, het woord van God blijft bestaan tot in eeuwigheid. 

 

Amen 

Translator
Translated by: Peter Schelling